Door Ronny Boogaart
‘De pest heerst, we moeten ons verdedigen, dat is duidelijk. Ach was alles maar zo eenvoudig!’ En dan begon hij weer over zijn zin.
In deze Coronatijd voel ik me soms als de ambtenaar Joseph Grand in De Pest van Camus. Terwijl de ziekte langzaamaan de stad Oran in z’n greep krijgt, maakt Grand zich vooral zorgen over de bijvoeglijke naamwoorden in de eerste zin van een manuscript waaraan hij al heel lang werkt. Zo hoorde ik in de eerste weken van de Coronacrisis mijn partner aan de telefoon tegen een collega over mij zeggen: ‘O, goed hoor, hij houdt zich al twee dagen bezig met de betekenis van het woord onnavolgbaar’.
Twee letterlijke betekenissen
Twee dagen? Het was twee weken daarvoor begonnen toen Jos Joosten hier op Neerlandistiek zei dat Dimitri Verhulst onnavolgbaar Nederlands schrijft:
- Dat alles afwisselend in gemeenplaatsen uit de hardboiled-cliché-fabriek en – letterlijk – onnavolgbaar Nederlands.
Wat Joosten, neem ik aan, bedoelt is dat het Nederlands van Verhulst voor hem niet te volgen is, dus onbegrijpelijk. Hij realiseert zich dat dat een speciaal gebruik van het woord onnavolgbaar is, want hij noemt het de letterlijke betekenis van dat woord. Maar net als Gaston Dorren kan ik zelf dat woord helemaal niet in deze betekenis gebruiken. Volgens mij betekent onnavolgbaar ‘niet te imiteren’ en is dat ook precies de letterlijke betekenis van dat woord. Zoals Joost Zwagerman schreef bij de dood van W.F. Hermans:
- Letterlijk onnavolgbaar: er komt geen nieuwe Hermans. (Het Parool, 28 april 1995)
Het verschil tussen die twee ‘letterlijke’ betekenissen van onnavolgbaar is nogal groot aangezien de eerste negatief is en de tweede meestal extreem positief wordt bedoeld. Als je boek in een recensie letterlijk onnavolgbaar wordt genoemd, moet je dus wel weten of die recensie door team-Joosten of door team-Zwagerman is geschreven. In het eerste geval is er aan je boek geen touw vast te knopen, in het tweede geval is het zó goed dat niemand het je nadoet.
Het leek me in eerste instantie duidelijk dat Joosten zich vergiste, maar toen ik me wat meer in de zaak ging verdiepen bleek al gauw dat heel veel mensen het woord onnavolgbaar gebruiken in de betekenis ‘niet te volgen’ en, sterker nog, dat ze dat ook als de letterlijke betekenis van het woord ervaren. Maar is de betekenis die Zwagerman eraan geeft dan niet letterlijk? En wat zou anders de niet-letterlijke betekenis van onnavolgbaar zijn? Of kan een woord ook twee letterlijke betekenissen hebben? Ik lag er wakker van en als ik wel sliep droomde ik erover, net als Grand over zijn bijvoeglijke naamwoorden, dus ik besloot dat het beter voor me was om de zaak even te laten rusten. Maar toen noemde politiek columnist Hans Goslinga vorige week in Trouw Baudet onnavolgbaar.
- Boer Koekoek had iets clownesks. Baudet heeft niets grappigs. Dat is echt een leerling van Trump. Onnavolgbaar. (Trouw, 24 juni 2020)
Goslinga vindt natuurlijk dat Trump en Baudet allebei onnavolgbaar zijn, dus ‘niet te volgen’. Maar ik zou hier zelf niet het woord onnavolgbaar kunnen gebruiken want als Baudet een leerling is van Trump dan is in elk geval Trump zelf navolgbaar – volgt u het nog?
Letterlijk onnavolgbaar 1
In het begin dacht ik dus dat het allemaal heel eenvoudig was. Om te bepalen wat de letterlijke betekenis van het woord onnavolgbaar is, kunnen we het woord uit elkaar halen:
- On-na-volg-baar
Het werkwoord volgen zit er in, maar door na- ontstaat het werkwoord navolgen, dat zoiets betekent als ‘hetzelfde doen’: als je een schrijver navolgt, dan is die schrijver je voorbeeld, dan probeer je in dezelfde stijl te schrijven. Van dat werkwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken door het achtervoegsel -baar. Zo’n bijvoeglijk naamwoord op -baar heeft altijd als betekenis dat iets gedaan kan worden; het combineert modale (‘kan’) en passieve (‘worden’) betekenis, net zoals de modale infinitief waar we het hier eerder over hadden. Als brood eetbaar is, dan is het te eten, dan kan het gegeten worden. Als een schrijver navolgbaar is, dan is het dus mogelijk om hem na te volgen.
Je kan zo’n bijvoeglijk naamwoord vervolgens ook ontkennend maken door er on- voor te plakken. Brood dat oneetbaar is, is niet te eten, kan niet gegeten worden. Een schrijver die onnavolgbaar is, is niet na te volgen, kan niet nagevolgd worden. Je kan het proberen, maar het lukt je niet, zó uniek is die schrijver. Zie daar: de letterlijke betekenis van onnavolgbaar. Dat is dus zoals Zwagerman het woord gebruikt voor W.F. Hermans, niet zoals Joosten het gebruikt voor Verhulst of Goslinga voor Baudet.
Niet-letterlijk onnavolgbaar
Maar wat is dan niet-letterlijk onnavolgbaar? Zowel Joosten als Zwagerman spreekt over letterlijk onnavolgbaar, dus ze voelen de behoefte om letterlijk toe te voegen voor de betekenis van onnavolgbaar die ze op het oog hebben. Ook al is dat voor beiden een andere betekenis, ze zijn zich er blijkbaar van bewust dat er ook nog een niet-letterlijk gebruik bestaat. Het grappige is dat die niet-letterlijke betekenis voor Zwagerman en Joosten waarschijnlijk exact dezelfde is.
Als je zegt dat W.F. Hermans onnavolgbaar is, dan bedoel je daarmee meestal niet alleen dat er geen nieuwe Hermans komt omdat hij niet nagevolgd kan worden. Nee, als je kijkt naar hoe onnavolgbaar meestal wordt (of in elk geval werd) gebruikt, dan is dat in heel positieve contexten. Een schrijver die ‘op onnavolgbare wijze’ zijn verhaal vertelt, heeft een prachtig boek geschreven. Dat zit, strikt genomen, natuurlijk niet in de letterlijke betekenis van onnavolgbaar. Een slechte schrijver, of iemand die heel eigenaardig formuleert, is misschien ook wel heel moeilijk na te doen, maar dat bedoel je meestal niet als je een schrijver onnavolgbaar noemt. Het is wel te begrijpen dat onnavolgbaar een positieve betekenis heeft gekregen: waarom zou je een slechte schrijver willen navolgen? Dus wie zegt dat iemand onnavolgbaar is, zal dat meestal zeggen over iemand die hij/zij heel goed vindt. Een slechte schrijver onnavolgbaar noemen is nogal zinloos aangezien er niemand is die zo’n schrijver zou willen navolgen.
Niet zo gek dus dat onnavolgbaar een heel positieve betekenis heeft gekregen, die wel nauw verwant is aan de letterlijke betekenis ‘niet te imiteren’, maar toch wel degelijk iets méér betekent dan dat. Dat verklaart waarom Zwagerman die toevoeging letterlijk gebruikt als hij specifiek wil voorspellen ‘dat er geen nieuwe W.F. Hermans komt’. Daarmee legt hij de nadruk op de oorsprong van het woord, de ‘uitrekenbare’ betekenis die niet volledig samenvalt met de positieve manier waarop het woord meestal wordt gebruikt.
Of werd gebruikt? Hoe zit het nu met Joosten over Verhulst en Goslinga over Baudet?
Letterlijk onnavolgbaar 2
Als Joosten de kwalificatie letterlijk onnavolgbaar voor het Nederlands van Verhulst gebruikt, dan wil hij daarmee niet zeggen dat de stijl van Verhulst ‘niet te imiteren, zó goed’ is. Die laatste betekenis beschouwt Joosten waarschijnlijk als de niet-letterlijke betekenis van het woord en, zoals we net zagen, is daar wel iets voor te zeggen. Wat er is gebeurd, vermoed ik, is dat in het woordenboek in het hoofd van Jos Joosten – en van heel veel andere mensen – het woord onnavolgbaar is opgeslagen met een extreem positieve betekenis, zoals ‘uitmuntend’ of ‘weergaloos’, zonder dat de oorsprong van die betekenis nog transparant is. En dat zet de deur open voor een nieuwe interpretatie van de ‘letterlijke’ betekenis.
Dat mensen verschillende woordenboeken in hun hoofd hebben, zie je ook terug in ‘fysieke’ woordenboeken. De laatste papieren versie van Van Dale die ik hier op tafel heb staan (uit 2015) volgt het WNT en kent de Joosten-betekenis van onnavolgbaar helemaal (nog) niet, terwijl het Wiki-woordenboek <https://www.ensie.nl/wiktionary/onnavolgbaar>, waarvan de status mij niet helemaal duidelijk is, juist alleen máár die betekenis van het woord kent. Hoewel het gebruik van onnavolgbaar als ‘niet te volgen’ zeker niet nieuw is, suggereert dat natuurlijk wel dat er iets aan het veranderen is.
Interessant is dat veruit de meeste mensen die de combinatie letterlijk onnavolgbaar gebruiken daarmee precies bedoelen wat Joosten bedoelt: iets is ‘niet te volgen’, dus onbegrijpelijk. Je hoeft er niet lang voor op internet of in een corpus te zoeken om dat te zien, en de voorbeelden zijn zeker niet allemaal recent. Dit zijn twee gevallen uit het Delpher-krantencorpus waarin het duidelijk gaat om zaken die moeilijk te begrijpen zijn en niet om dingen die moeilijk te imiteren zijn.
- Mijn bezwaar ertegen is dat het wat erg zwaar(ge)wichtig is, in een plechtige geleerdenstijl geschreven, en inhoudelijk soms letterlijk “onnavolgbaar” diepgaand is – iets waar Bergman zelf naar mijn gevoel ook vaak genoeg aan lijdt! (De Waarheid, 17 december 1977)
- Wanneer men de gebeurtenissen der Fransche revolutie volgt, wordt het begrip ervan aanvankelijk bemoeilijkt door de verwardheid der volksverlangens en de letterlijk onnavolgbare kronkelgangen der persoonlijke betrekkingen. (Algemeen Handelsblad, 20 mei 1938)
Volgen en navolgen
Blijft de vraag hoe je van het woord onnavolgbaar tot de letterlijke betekenis ‘niet te volgen’ komt. Voor de betekenis ‘niet te imiteren’ is het duidelijk. De afleiding van dat woord hebben we net gezien en kun je zo samenvatten:
- Volgen > navolgen > navolgbaar > onnavolgbaar
In navolgbaar en onnavolgbaar zit het werkwoord navolgen en onnavolgbaar betekent dus ‘kan niet nagevolgd worden’. Wie vindt dat onnavolgbaar ‘niet te volgen’ betekent, doet net alsof navolgen ongeveer hetzelfde betekent als volgen. Dat is misschien niet zo gek als het lijkt. In de eerste plaats is ‘volgen’ wel degelijk één van de betekenissen van ‘navolgen’ (geweest). Het WNT noemt die betekenis al ‘verouderd’, maar die oude betekenis zou dan in dit gebruik overleefd hebben. Wolff en Deken kunnen in 1785 schrijven:
- Ik volg den goeden kamerdienaar onmiddelyk na
Hier zouden wij dat na weglaten en dat laat zien dat volgen en navolgen niet zo duidelijk van elkaar verschillen en dat navolgen niet alleen in onnavolgbaar ook wel met de betekenis van het huidige volgen werd gebruikt.
Bovendien liggen ‘volgen’ en ‘imiteren’ ook niet zó ver uit elkaar: je kan imiteren best opvatten als een bepaalde (niet-letterlijke) vorm van volgen en verder moet je iets ook wel kunnen volgen (begrijpen) om het na te kunnen doen. Het Nederlands van Verhulst is, althans volgens Joosten, soms niet goed te begrijpen, maar dan vast ook niet goed na te doen. De stijl van een schrijver kan misschien niet alleen zó goed zijn dat die niet is na te doen, maar ook zó ingewikkeld of gek of onbegrijpelijk (of Vlaams) dat die niet is na te doen.
Vragen
Dan nog blijven er wel wat vragen over om wakker van te liggen. Ik noem er drie.
1. Hoe letterlijk is die niet-te-begrijpen-betekenis van onnavolgbaar eigenlijk? Wat bedoelen mensen met letterlijk? Het is nogal een stap van ‘iemand volgen’ (zoals in het voorbeeld van Wolff en Deken) naar ‘een formulering of argumentatie begrijpen’ (zoals in de voorbeelden met Verhulst en Baudet). Je komt in het krantencorpus van Delpher ook wel voorbeelden tegen waarin letterlijk onnavolgbaar naar mijn gevoel nóg veel letterlijker is dan ‘niet te begrijpen’. Zoals wanneer het wordt gezegd van een kopgroep in een wielerwedstrijd. Of hier:
- Het 57-jarige kamponghoofd is in dit terrein letterlijk onnavolgbaar. Eerst zie ik hem nog, in zijn loopritme gras voor zich weghakkend, maar na twee minuten alleen nog maar zijn pet boven het gras. (De Volkskrant, 10 september 1988)
2. Waarom gebruiken mensen die vinden dat onnavolgbaar letterlijk ‘niet te volgen’ betekent, en die dus blijkbaar niet zo hechten aan het onderscheid tussen volgen en navolgen, in dit soort gevallen wél het bijvoeglijk naamwoord onnavolgbaar maar nooit het werkwoord navolgen? Het is net alsof ze een stap overslaan:
- Volgen > navolgbaar > onnavolgbaar
Ik bedoel dit: ze zeggen wel dat de argumentatie van Baudet onnavolgbaar is, maar niet dat ze hem niet ‘na kunnen volgen’ of dat hij niet ‘na te volgen’ is. Ik weet vrij zeker dat Joosten ook niet kan zeggen dat hij Verhulst niet ‘navolgt’. Zulke ‘gaten’ in het taalsysteem komen wel vaker voor, maar het grappige in dit geval is dat mensen die dit gebruik van navolgen niet kennen het desondanks in het woord onnavolgbaar als de letterlijke betekenis ervaren.
3. En wat is er eigenlijk mis met onvolgbaar? Als je in plaats van ‘niet te volgen’ liever een bijvoeglijk naamwoord gebruikt, dan heb je na- helemaal niet nodig:
- Volgen > volgbaar > onvolgbaar
Toch kom je onvolgbaar bijna nooit tegen. Althans met deze betekenis. Het woord is wel in opkomst, maar dan voor mensen die niet gevolgd willen kunnen worden op internet en sociale media. Mensen die, zeg maar, letterlijk onvolgbaar willen zijn.
Trouwens, nadat Joseph Grand in De Pest zelf door de pestepidemie is getroffen en daaraan bijna is overleden, besluit hij om alle bijvoeglijke naamwoorden in zijn zin te schrappen. Voor zo’n soort oplossing begin ik zo langzamerhand ook wel te voelen.
Afbeelding: PXHere
DirkJan zegt
Naarmate dit artikel vorderde raakte ik steeds meer de draad kwijt, ik kon het steeds slechter volgen. Ik las onder meer.
“Het is wel te begrijpen dat onnavolgbaar een positieve betekenis heeft gekregen.” Onnavolgbaar hier bedoeld in de betekenis van niet te imiteren zo goed, zo staat het ook in de Van Dale, verder niets. Het heeft dus geen positieve betekenis gekregen doordat het vroeger wat anders betekende. Het is aanvankelijk altijd en alleen positief bedoeld. Het is wel zo, en daar gaat dit artikel ook over, dat onnavolgbaar wel een nieuwe betekenis heeft gekregen, die van onbegrijpelijk. En onbegrijpelijk dat Van Dale die betekenis nog niet heeft toegevoegd.
Dan nog over dat letterlijke. Als Zwagerman bij het overlijden van Hermans schrijft. ‘Letterlijk onnavolgbaar: er komt geen nieuwe Hermans.’ Dan interpreteer ik dat niet anders dan dat door zijn dood er nooit meer een nieuwe Hermans uitkomt, Hermans die zichzelf niet meer kan navolgen. Letterlijk niet, want hij leeft niet meer.
Misschien kent Joosten deze uitspraak en bedoelt hij zijn opmerking met letterlijk over Verhulst ironisch, met een knipoog naar Zwagerman, zo niet dan kan je nog stellen dat letterlijk hier een nadruk kan leggen dat het toch niet meer geëvenaard wordt, onmogelijk zo slecht, terwijl dat best zou kunnen doordat Verhulst misschien nog een slechter geschreven boek gaat schrijven, of iemand anders dat ooit nog abominabeler doet in de stijl van Verhulst. Het letterlijke draait het positieve om naar het negatieve, door het letterlijk te noemen, onmogelijk, en hoeft het niet per se te betekenen dat Joosten hier onnavolgbaar als onbegrijpelijk gebruikt, Kan je het nog volgen?
Ik geloof niet in de voor mij wat onnavolgbare analyse dat het verschil tussen de letterlijke en niet letterlijke bedoelde betekenis door een ontleding van het woord verklaard kan en mag worden, te ver gezocht.
Jos Joosten komt vast nog wel zelf met een toelichting komt, maar ik hou wel van een potje speculeren vooraf. 🙂
Harry Reintjes zegt
Ter overdenking.
Het gebruik van het zn “navolging”:
1. In navolging VAN bijv.: De imitatione christi (Thomas à Kempis)= de navolging van christus=in de voetsporen van…; met … als voorbeeld.
2. In navolging OP=aansluitend op, verwijzend naar, naar aanleiding van
DirkJan zegt
@harry
Ik kan je niet helemaal volgen en begrijp niet wat je precies bedoelt. Gaat het om een eerdere, andere betekenis? Maar het gaat om het woord ‘onnavolgbaar’, En je hebt inderdaad navolgers, maar het is toch oorspronkelijk onnavolgbaar, niet na te volgen, Maar je bedoelt vast om te verwijzen naar een letterlijke betekenis, net als Boogaart met het citaat van Wolff en Deken aanhaalt.
Ik volg den goeden kamerdienaar onmiddelyk na
Deze constructie zou als letterlijke, fysieke betekenis bij navolgen in het WNT moeten staan, maar die tref ik niet aan. Ik vind het WNT hierover heel onduidelijk bij het sub-lemma ‘iemand volgen’. Dat kan je letterlijk en figuurlijk opvatten.
http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M040856&lemmodern=navolgen
Echt letterlijk volgen is iemand fysiek achterna lopen, volgen, navolgen?, maar die betekenis bestaat volgens niet letterlijk, nu niet en vroeger ook niet. Die constructie van Wolff en Deken is een uitzondering en ook niet in de combinatie van navolgen, maar uit elkaar getrokken, volgen en na … Ook de voorbeelden uit de wielerwereld zijn exemplarisch, misschien sportjargon, maar ik denk eerder verkeerd woordgebruik door taalonkunde.
En dan noem je zelf de navolging van Christus. Maar daar gaat het niet om volgers die letterlijk, fysiek achter Christus aanliepen, maar om (na)volgers van zijn denkbeelden.
En Zwagerman en Joosten zullen allemaal niet zo diep hebben nagedacht over wat onnavolgbaar eigenlijk betekent of waar het vandaan komt. Die hebben veel simpeler gedacht. Zwagerman gebruikt het volgens mij omdat Hermans dood is en er geen nieuwe Hermans komt, tegenover ‘figuurlijk’ dat andere misschien nog Hermans gaan evenaren, gaan navolgen met een betere roman. Joosten bedoelt het denk ik ongeveer ook zo, en misschien verwijst hij zelfs naar het citaat van Zwagerman.
En dan nog waarom mensen navolgbaar als onbegrijpelijk opvatten, dat komt denk ik vooral door de uitdrukking, Iemand niet kunnen volgen. Als je iemand niet kan volgen, wederom niet letterlijk fysiek, maar wat iemand zegt,dan begrijp je iemand niet, Hij praat onnavolgbaar, onbegrijpelijk. Ben ik te begrijpen? 🙂
DirkJan zegt
‘En dan nog waarom mensen navolgbaar als onbegrijpelijk opvatten’, navolgbaar = onnavolgbaar. Pfoeh …
Harry Reintjes zegt
ik meende met mijn voorbeelden aan te tonen dat 1. onnavolgbaar in figuurlijke betekenis moet betekenen “niet te imiteren, niet net zo goed te kunnen worden, of voor mijn part niet net zo slecht” 2. onnavolgbaar in letterlijke zin niet kan, omdat op iedereen en alles wel een aansluiting kan zijn, naar iedereen en alles altijd een verwijzing kan zijn.
vandaar ook het verschil in de voorzetsels “op en van”.
ik vraag me af of navolgen in letterlijke betekenis wel een goed woord is en bijv. geen contaminatie van volgen en nakomen.
DirkJan zegt
@harry
Ok. Bij letterlijk onnavolgbaar denk ik eerder aan het fysiek volgen, maar Zwagerman en Joosten zullen jouw interpretatie hebben gevolgd, en die ik ook zo heb opgevat in mijn reactie, Nog een mogelijkheid bij Joosten over het taalgebruik van Verhulst kan zijn dat hij letterlijk gebruikte omdat het om taal gaat, om letters …
Nog een puntje in het betoog van Boogaart. Hij schrijft:
__
“Boer Koekoek had iets clownesks. Baudet heeft niets grappigs. Dat is echt een leerling van Trump. Onnavolgbaar. (Trouw, 24 juni 2020)”
Goslinga vindt natuurlijk dat Trump en Baudet allebei onnavolgbaar zijn, dus ‘niet te volgen’. Maar ik zou hier zelf niet het woord onnavolgbaar kunnen gebruiken want als Baudet een leerling is van Trump dan is in elk geval Trump zelf navolgbaar – volgt u het nog?
__
Nu haalt Ronny beide betekenissen door elkaar. Eerst zegt hij dat Trump en Baudet onnavolgbaar, onbegrijpelijk zijn, dat lijkt me juist, maar hoezo is Trump vervolgens dan opeens zelf navolgbaar door een leerling als Baudet? Dat is dan weer de andere betekenis van nadoen. Misschien een grapje. Ik volg het niet meer en hou er verder over op. 🙂
Harry Reintjes zegt
ik lees: leraar en leerling zijn beide onnavolgbaar “niet grappig” (en wat mij betreft, niet onnavolgbare roependen in de woestijn, maar onnavolgbare schreeuwers in de echoput). 😉