• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

’t Dialectenbureau (en ik), afl. 3

5 juli 2017 door Jan Stroop 4 Reacties

door Jan Stroop

Mijn zoontje op bezoek op ’t Dialectenbureau, op z’n eerste verjaardag, 26 oktober 1966; voor hem drie stapels fiches

Ik kreeg opeens een idee. Oom en tante woonden in een bovenhuis aan de Sarphatistraat, vlak bij de Muiderpoort. Ik had in ’t verleden vaak bij ze gelogeerd. En dat was altijd leuk geweest. Misschien zouden ze me nu wel tijdelijk onderdak willen geven. En dat bleek ’t geval te zijn. Probleem opgelost. Bovendien: de Sarphatistraat is op loopafstand van de Nieuwe Hoogstraat: je loopt de  Plantage Middenlaan af en dan ben je er praktisch al.

Inmiddels waren mevrouw Daan en Henk Heikens terug uit Amerika. Nu waren we compleet en kon ’t echte bureauleven beginnen, elke werkdag vanaf half 9. Een van eerste zaken waarmee ik kennismaakte waren de leesmappen. Elke dag ontving ’t Instituut (ik ga die naam maar gebruiken als ik de drie afdelingen als geheel bedoel) een flink aantal kranten en tijdschriften die per dag opgeslagen werden in kartonnen aktenmappen. Die mappen circuleerden langs de  wetenschappelijke ambtenaren. Na kennisname of lezing van de inhoud en parafering gaf je die map door aan een collega en die bracht ‘m dan weer naar een volgende. Of die leesmappencultuur te rekenen valt tot ‘literatuurstudie’ kun je betwijfelen. Ik was bijvoorbeeld een grage lezer van ’t dagblad de Friese Koerier, de pittige krant van de befaamde Laurens ten Cate, maar er stond zelden iets in wat voor de dialectoloog van nut was.

Er  bleken ook andere vaste gewoontes te bestaan. Zo was er meneer Dijkstra, die elke ochtend twee keer met de koffie langs kwam en bij binnenkomst van ons lokaal zich steevast aankondigde met de zegswijze: “Hier is Boffie met de koffie”. Je went eraan.  Omstreeks half 12 passeerde Voskuil ons lokaal met z’n halfje melk, dat ie bij de buurtwinkel was gaan halen. Han Voskuil was een echte melkdrinker.

Voor mijn werk aan de Taalatlas begon ik maar eens met me te verdiepen in de literatuur. In de lunchpauze las ik bijvoorbeeld de Toelichting van Heeroma bij zijn Taalatlas van Oost-Nederland. Als ik die boeken nu zie krijg ik nog altijd de smaak van volkorenbrood-met-kaas in mijn mond. Al bladerend in de Vragenlijsten begon ik ideeën op te doen voor kaarten voor de nieuwe aflevering. ’t Belangrijkst was of de antwoorden op bepaalde vragen voldoende diversiteit te zien geven om er een kaart van te tekenen.

De ingevulde vragenlijsten waren afkomstig van ’t leger correspondenten waarover ’t Instituut kon beschikken. In 1956 waren dat er over heel Nederland verspreid ruim 1100.   Personen uit alle lagen van de bevolking. De grootste groep vormden de onderwijzers, dan volgden mensen die administratief werk deden. Ook landbouwers en veehoeders vormden een belangrijke groep. Elk jaar, midden december, ging er een vragenlijst uit, strategisch gekozen want als de avonden langer worden, hebben de mensen meer tijd om ze te beantwoorden.

De kaartontwerper ging aldus te werk. De antwoorden op de onderhavige vraag werden genoteerd op fiches; zie de foto. Op de fiches kwam ook ’t codenummer te staan van de plaats van herkomst. Die codenummers waren weergegeven op de invulkaarten. Elk antwoord kreeg een apart fiche. Was dat klaar, dan ging je de fiches ordenen op woordtype. Ik neem de PONDERBOOM als voorbeeld; ik denk dat dit ook de eerste proefkaart is die ik getekend heb. De vraag, nummer 18 uit Vragenlijst 13 (1945) luidde: “Hoe noemt men den houten boom, die over een op den wagen geladen vracht hooi of korenschooven heen gelegd wordt, zoodat men met behulp van touwen de vracht kan vastsnoeren (ponterboom, weesboom)?”  Maar waarom ik dat onderwerp toen gekozen heb, weet ik niet meer.

De fiches die je bij elkaar gepend hebt, ga je vervolgens ordenen naar woordtype. Weesboom en varianten, ponderboom en varianten, bindstok en varianten, hooiboom en varianten, enzovoorts. Dan overweeg je welke varianten belangrijk genoeg zijn om ze apart aan te geven en welke symbolen je gaat gebruiken en welke kleuren. Tenslotte wordt dan de proefkaart getekend.

Omdat ik er een artikel over wilde schrijven, ging ik me ook verdiepen in herkomst en ouderdom van de ponderboom en uitzoeken waarom ie in West-Vlaanderen niet voorkomt. En niet te vergeten de etymologie van de benamingen. Kortom, een Woord-en-Zaak-onderzoek zoals dat  tegenwoordig nauwelijks meer gedaan wordt.  Waarschijnlijk omdat er weinig bij valt te theoretiseren.

’t Artikel verscheen in Taal en Tongval, jaargang 19 (1967), blz. 53-69. De officiële kaart verscheen in de Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland, aflevering 9, 1972.

De fiches werden na gedane arbeid opgeborgen in langwerpige zwarte kartonnen dozen; ze leken op doodskistjes. Zo noemden we ze dan ook.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Dialectenbureau, dialectologie, geschiedenis van de neerlandistiek, geschiedenis van de taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Marcel Plaatsman zegt

    5 juli 2017 om 15:36

    De hele dag kunnen grasduinen in dialectboeken en kaarten tekenen, daar zou ik zo’n Boffie wel voor over hebben. 😉 Dit feuilleton wordt steeds smakelijker.

    Beantwoorden
  2. Camille Welie zegt

    5 juli 2017 om 17:56

    Weer erg genoten van je stukje Jan!

    Beantwoorden
  3. WebredMiet zegt

    5 juli 2017 om 19:13

    Vragenlijsten doornemen, woorden en plaatscodes op fiches noteren, sorteren volgens woordtype, proefkaarten maken: ik heb het allemaal nog gedaan in het midden van de jaren negentig. We schakelden toen net met de woordenboeken (WBD en WLD) over van nog grotendeels op papier/fiche werken (enkel het definitieve lemma werd al op computer gemaakt, en dat was een kwestie van fiches overtypen) op een systeem waarbij alle gegevens rechtstreeks in een digitale databank werden ingevoerd. De delen voor Landbouw en Niet-agrarische vakterminologie zijn tot op het einde op de ‘klassieke’ manier gemaakt, het deel Algemene woordenschat is volledig digitaal gemaakt. Mijn eerste boekje ging over landbouwvoertuigen. Landbouwterminologie, en dus fiches. Ik vond dat heel leuk werk: ik zag de lemma’s zo onder mijn handen groeien en bepaalde terwijl ik de fiches schreef al welke lemma’s in aanmerking kwamen voor een proefkaart. Met een digitale databank kreeg je daar veel minder een zicht op.

    Beantwoorden
  4. Jan Stroop zegt

    8 juli 2017 om 11:47

    Dank voor jullie reacties en waardering

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Fred Portegies Zwart • Atlas

Bestaan vangt aan met woorden ademhalen
opdat wat om ons heen is wordt verstaan.
Wat is en schijnt laat zich pas gadeslaan
als chaos wordt ontbonden door vertalen.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

PETIT BEURRE

Ik weet op een stil plekje een koekje te liggen,
verregend maar goed leesbaar.

Bron: Barbarber, augustus 1968

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

21 november 2025: Tekstselectie in het Nederlandse literatuuronderwijs

21 november 2025: Tekstselectie in het Nederlandse literatuuronderwijs

8 oktober 2025

➔ Lees meer
21 januari – 8 april 2025: Postacademische cursus Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde

21 januari – 8 april 2025: Postacademische cursus Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde

7 oktober 2025

➔ Lees meer
28 november 2025: Symposium Werkgroep Bilderdijk

28 november 2025: Symposium Werkgroep Bilderdijk

5 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1988 Cebus de Bruin
2007 Hugo Verdaasdonk
➔ Neerlandicikalender

Media

Openingszitting Colloquium IVN

Openingszitting Colloquium IVN

8 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Wanneer is iets literatuur?

Wanneer is iets literatuur?

2 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek 4 Reacties

➔ Lees meer
Webinar: vertaaltools en AI inzetten in een meertalige klas

Webinar: vertaaltools en AI inzetten in een meertalige klas

30 september 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d