• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

’t Was toch wat

3 juni 2017 door Marc van Oostendorp 6 Reacties

Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (126)
Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?

Door Marc van Oostendorp

Illustratie: Susanne van der Kleij

We zijn nu met deze reeks echt in de twintigste eeuw aangekomen: de tijd dat iemand geen veertienregelig gedicht meer kan schrijven zonder dat het op een sonnet lijkt.  Vooral als het gedicht dan ook nog is onderverdeeld in drie keer vier regels plus twee. Zoals dit, van Herman Gorter:

Gij staat zo heel, heel stil
met uwe handen, ik wil
u zeggen een zo lief wat,
maar ‘k weet niet wat.

Uw schoudertjes zijn zo mooi,
om u is lichtgedooi,
warm, warm, warm – stil omhangen
van warmte, ik doe verlangen.

Uw ogen zijn zo blauw
als klaar water – ik wou
dat ik eens even u kon zijn,
maar ’t kan niet, ik blijf van mijn.

En ik weet niet wat ’t is wat
ik u zeggen wil – ’t was toch wat.

Nee, het rijmschema is niet echt dat van een sonnet, met dat gepaarde rijm. Maar het is eigenlijk pas de laatste regel die verraadt dat dit echt geen sonnet is.

Dat zit zo: klassieke gedichten worden steeds strakker naar het einde toe. In de eerste regels zitten misschien nog wat onregelmatigheden, maar tot slot wint het strakke ritme het. Dat geldt zowel voor individuele regels als voor gedichten als geheel. (Ik heb er op dit blog al een aantal keer over geschreven: hier, hier, hier en hier.)

Nu zit er in Gorters niet zo zo’n heel sterke regelmaat, maar zeker in de eerste regels wisselen de klemtonen elkaar min of meer of, en kun je in iedere regel met enige welwillendheid drie klemtonen aanwijzen: Gij staat zo heel, heel stil, met uwe handen, ik wil, enzovoort.

Maar wat de mal ook is, uitgerekend de laatste regel, normaliter het ultimum van regelmaat, laat zich er met geen mogelijkheid in duwen. Op zijn minst zeg, wil, was  en wat dringen zich op, en zij met zijn vieren. En het is alsof na alle beschrijvingsongeduld de laatste regel zich niet meer kan inhouden, alsof het sonnet hier uit zijn voegen barst, overloopt in het totale onsonnettendom.

Terwijl ik dit sonnet aan het onderzoeken was, ontdekte ik trouwens tot mijn verbijstering dat het fraaie woord lichtgedooi slecht 1 (zegge: één) keer voorkomt in het hele Delpher-kranten-corpus, en dat dan alleen omdat het Twentsch dagblad Tubantia dit gedicht op 6 januari 1927 citeerde. De kranten staan wel dag in dag uit vol gejammer over jeukwoorden, maar aandacht voor het fijne welgevormde woord is er niet meer, wat ik u brom. ’t Is toch wat.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 196 sonnetten, 20e eeuw, Herman Gorter, sonnet

Lees Interacties

Reacties

  1. DirkJan zegt

    3 juni 2017 om 09:23

    “We zijn nu met deze reeks echt in de twintigste eeuw aangekomen”. Dit gedicht mag dan modern overkomen, maar het staat in de bundel Verzen uit 1890.

    Beantwoorden
  2. Erik de Smedt zegt

    3 juni 2017 om 12:01

    Opmerkelijk vind ik de wending ‘ik doe verlangen’ (v. 8). Normaal zou die elliptisch zijn voor ‘ik doe [je] verlangen [naar mij]’, maar dat staat haaks op de verheerlijking van de a n d e r door de dichterlijke ik. Eigenlijk wordt bedoeld ‘jij doet me (naar jou) verlangen’. Betekent ‘ik doe verlangen’ dan zoveel als ‘ik laat het verlangen in me z’n werk doen’?

    Beantwoorden
  3. Gert de Jager zegt

    3 juni 2017 om 12:24

    Enno Endt noemt het in zijn editie van Verzen 1890 een intensiverend gebruik van doen, naar analogie met het Engels. Merkt verder op: “in het Nederlands zeldzaam, maar o.a. in het Wilhelmus; ‘daer na(ar) so doet verlanghen/ mijn Vorstelick ghemoet’.

    Eerder dan aan het Wilhelmus doet het mij denken aan een volgens mij alom aanwezige kinderlijke manier van spreken. Wat de betekenis betreft dacht ik aan iets als: verlangen is het enige wat ik echt doe. De twee andere handelingen, zeggen en ‘u zijn’, blijven achterwege – wat het zeggen betreft tot de laatste regel.

    Beantwoorden
    • Erik de Smedt zegt

      3 juni 2017 om 13:12

      Dank voor de toelichting en de plausibele interpretatie. Ik voel in ‘ik doe verlangen’ (en het hele gedicht) ook gespletenheid, vergelijkbaar met die in Paul van Ostaijens ‘Jong landschap’: http://www.dbnl.org/tekst/osta002gedi02_01/osta002gedi02_01_0087.php.

      Beantwoorden
      • Gert de Jager zegt

        4 juni 2017 om 00:26

        Ja, die gespletenheid (vervreemding, depersonalisatie) zie je vaker in Verzen; ‘mijn voeten als goede lien/ liepen beneden’. In alle gedichten misschien wel. Toch gaat Van Ostaijen voor mij in dit gedicht veel verder: dat het lyrisch subject naar zijn eigen andere handen tast, zie ik bij Gorter niet gebeuren. Gorters verlangen gaat uit en zal altijd uit blijven gaan naar iets wat hij voor zich ziet: van de natuur in Mei tot de dageraad van het socialisme. Vergeleken met Van Ostaijen is of heeft Gorter een ongecompliceerde ziel.

        Beantwoorden
  4. Jos Houtsma zegt

    3 juni 2017 om 16:04

    Ik zie hier geen sonnet in. De beide slotregels gaan meer in de richting van een refrein: ze variëren het slot van de eerste strofe.
    De slotregel lees ik moeiteloos met drie versaccenten: op zeg, was en wat.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

M. Vasalis • Thuiskomst van de kinderen

Als grote bloemen komen zij uit ’t blauwe duister.
Onder de frisheid van de avondlucht
waarmee hun haren en hun wangen
licht zijn omhangen,
zijn zij zo warm.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IN DE UITKIJK

Ik weet de naam van de film niet meer, maar toen na verscheidene ‘acten’ duidelijk werd dat er een baby geboren zou worden op het witte doek, serveerden in de pauze twee ouvreuses aan de zestien, zeventien man publiek beschuit met muisjes. Een gratis attentie op woensdagmiddag in de Uitkijk, omstreeks 1930.

Bron: Barbarber, december 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

16 november 2025: Derde H.H. Ter Balktlezing

16 november 2025: Derde H.H. Ter Balktlezing

21 oktober 2025

➔ Lees meer
14 november 2025: Symposium Koning Willem-Alexanderleerstoel Luik

14 november 2025: Symposium Koning Willem-Alexanderleerstoel Luik

21 oktober 2025

➔ Lees meer
2-4 januari 2026: Gijsbreght van Aemster

2-4 januari 2026: Gijsbreght van Aemster

20 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1887 Leonardus Michels
➔ Neerlandicikalender

Media

Literaire helden in de klas: Hugo Claus (1)

Literaire helden in de klas: Hugo Claus (1)

22 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Docent Nederlands zijn als anderstalige

Docent Nederlands zijn als anderstalige

11 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Openingszitting Colloquium IVN

Openingszitting Colloquium IVN

8 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d