• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Inburgeren in eigen land

5 juni 2017 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Over straatnamenIk ben geboren aan een Berkelplein, op een steenworp van de Geul, en ik woon nu aan een Berkelstraat, op een boogscheut van een Geulstraat. Maar terwijl de Berkel- en de Geulstraat allebei naar riviertjes zijn genoemd, heet het Berkelpléín via kronkelwegen naar ene Heinric van Birckelaer. Tussendoor heb ik aan een Dorpsstraat gewoond, een staatsliedenstraat (Treub), een professorenstraat (Huijbers), een gracht (Oudezijds Achterburgwal), een dwarsstraat (Rustenburger-) en een schrijversstraat (Brederode).

Daarmee biedt mijn wooncarrière een aardig representatief beeld van de Nederlandse straatnamen, begrijp ik uit Over straatnamen met name van René Dings: zowel de thema’s (lokale historische figuur, rivier, geleerde, enzovoort) als de achtervoegsels (straat, dwarsstraat, plein en wal) komen veel voor. Moderne buitenwijknamen als Stuurboord en Koolwitje, zonder achtervoegsel, zijn me bespaard gebleven, maar mijn ouders hebben jaren aan de Wegedoorn gewoond, en mijn moeder daarna nog aan een ‘weg’ genoemd naar een bedrijf en een ‘baan’ genoemd naar een historisch beroep. Straatnaamtechnisch zijn we een familie Doorsnee.

Dat is een van de vele aardige dingen van Dings’ boek: het laat je een frisse blik werpen op je eigen verleden, je eigen stad en eigenlijk elke verzameling adressen. Natuurlijk wéten we dat Kerkstraten en Vondelstraten, Kennedylanen en Beatrixpleinen gangbaar zijn, en we snappen ook wel waarom. Maar Dings weet van het onderwerp een soort terloopse cultuurhistorie te maken. Om niet te zeggen: een inburgeringscursus in eigen land, want hij laat zien hoe de straatnaamgeving tal van grote verschijnselen in het klein weerspiegelt: de geleidelijke formalisering en bureaucratisering van het bestuur; de natievorming, met behulp van beroemde dode landgenoten; regionale verschillen, nationale trends en internationale invloeden; de waarden van onze samenleving en de waarde van het lokale onroerend goed. Dat alles soepel en lichtvoetig verwoord, doorspekt met goede anekdotes en hier en daar voorzien van een ironische noot.

Dings’ belangstelling en liefde voor taal (hij schreef eerder Weg om legging, over merkwaardig spatiegebruik) uit zich niet alleen in zijn stijl, maar ook in passages waarin de taal zelf centraal staat: uitspraak, spelling, etymologie – zelfs lijstjes van isogrammen, palindromen, panvocalische namen en meer van dat Opperlands ontbreken niet.

Nederland mag dan ruim een kwart miljoen straatnamen tellen, een onuitputtelijk onderwerp om over te schrijven vormen ze niet, zou je denken. Maar Dings vindt bewonderenswaardig veel invalshoeken. Een willekeurige greep uit de vragen die hij beantwoordt: Welke mensen worden pas na hun dood vernoemd, welke al bij leven? Waarom zijn Zeisstraat en Pastoor Visserstraat ongelukkige namen? Hoe zijn de straten van het Nederlandse Monopolyspel gekozen? Waarom heeft Hilversum wel een Betje Wolfflaan, maar geen Aagje Dekenlaan? En is de weg naar Kralingen echt zo oud?

Het boek laat weinig te mopperen over. Goed, als titel was wel iets beters te bedenken geweest. De zaak komt wat traag op gang – hoofdstuk 1 is denk ik het minst meeslepend. De formulering ‘de straatnaam is vernoemd naar’, die meermalen voorkomt, klinkt me vreemd in de oren. En ik had wel wat informatie over tweetalige straatnaamborden willen lezen, maar die stond vermoedelijk niet in de ‘Basisadministraties Adressen en Gebouwen’, Dings’ allerbelangrijkste bron.

Maar ach, veel belangrijker is dat Over straatnamen met name mijn verwachtingen een heel eind overtroffen heeft. Het is niet ‘wel aardig’, zoals ik voorzag; het is echt heel leuk. En waar ik vreesde dat het voorspelbaar zou zijn – ik loop tenslotte al een halve eeuw door Nederlandse straten, en ik ben zo iemand die naambordjes leest – vertoont het juist de glanzende keerzijde van de medaille der voorspelbaarheid: herkenbaarheid.

Over straatnamen met name. Waarom onze straten heten zoals ze heten. Door René Dings. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. € 17,50. ISBN 9789038803524.

Deze recensie verscheen eerder op het weblog van Gaston Dorren.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: straatnamen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

J.A. Dèr Mouw • Ik werd al aardig knap

Ik werd al aardig knap, want ‘k leerde fransch.
Blij was ‘k! Als je dat kende, ja, dan was je
Een eind op streek, begreep ik, want dan las je
Verne in ’t oorspronk’lijke en Aimard’s romans.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

Bloemen voor de honger,

de donkerste, de blauwe,
van as, van grijs graniet,
zwart ijs,
een kamer zonder raam,
een telraam zonder kralen,
een kamer zonder mens,
gegeten knaagt de tijd
voorbij,
de tanden uit de kam,
de grafkrans leeggeschranst,
een steen.

Bron: uit de reeks ‘Slaapwandelen’; Vrij Nederland, 22 december 1962

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

28 november 2025: De Sint-Nikolaasavond

28 november 2025: De Sint-Nikolaasavond

10 oktober 2025

➔ Lees meer
21 november 2025: Tekstselectie in het Nederlandse literatuuronderwijs

21 november 2025: Tekstselectie in het Nederlandse literatuuronderwijs

8 oktober 2025

➔ Lees meer
21 januari – 8 april 2026: Postacademische cursus Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde

21 januari – 8 april 2026: Postacademische cursus Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde

7 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1884 Maximilianus van Moerdijk
sterfdag
1956 Ludovic Grootaers
➔ Neerlandicikalender

Media

Docent Nederlands zijn als andertalige

Docent Nederlands zijn als andertalige

11 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Openingszitting Colloquium IVN

Openingszitting Colloquium IVN

8 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Wanneer is iets literatuur?

Wanneer is iets literatuur?

2 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek 4 Reacties

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d