• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Etymologie: kruisbes

27 oktober 2016 door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

kruisbesDoor Michiel de Vaan

kruisbes zn. ‘ribes uva-crispa’

Vroegmiddelnederlands croselbusg ‘doornstruik, ramnus’ (1240, Limburg), croesel haghe ‘haag van doornstruiken’ (1281, Limburg), Mnl. crosle (1300-1400), crocel (ca. 1440) ‘doornstruik’, stekebeyeren (1350-1400), krakebesiën ‘kruisbessen’ (1407-08); Vnnl. cnoessele ‘kruisbes’, cnoesselboom (1552), knoeselen ‘kruisbessen’ (1608), croesbesien (1608), Kroes-besie, kroesel-besi(e), kroes-baeye, kruys-besie (1599), cruijsbesseboomtjes (1654).

De variantenrijkdom in moderne dialecten is enorm. De indeling en verklaring die hieronder volgen zijn gebaseerd op Goossens 2002. In veel gebieden begint het woord met steek-, steke- (bijv. Vlaanderen, Gelderland, Noord-Limburg, Nederrijn, grote delen van het Nederduits), wat ons hier niet zal bezighouden. In de meeste andere regio’s is een stam kr_s de basis van het woord. De klinker is daarbij in veel gevallen een WGm. *ū, *u, *au of *eo, maar ook *a en *ō komen voor. In veel gevallen is er een suffix -el, en het geheel kan dan een samenstelling met ‘bes’ vormen, soms ook met ‘doorn’. In sommige dialectgebieden is kr_s_l gedissimileerd tot kn_s_l, in andere is een extra n verschenen voor de s, dus kr_ns_l. Daarnaast kan de s tot sk uitgebreid zijn, dus kr_sk_l. Het woord is in de meeste gevallen vrouwelijk.

Klinkervariatie in de dialecten: met WGm. *au in Limburgs kroosjel, kroeësjel f., Ripuarisch krooschel f., Zwitsers chroosle, Oost-Ripuarisch krun(t)sel; met WGm. *eo in Betuws kriesel, krissel, Overijssels kriesebes, Westfaals kriesbeer; met WGm. *ū in Noordoost-Nl. krüü(s)bees, –bere, -bei, Noord-Hollands kruisbei, Fries krúsbei (dit laatste kan uit het Hollands stammen), Zwitsers chru(u)sle, chrüüseli; met WGm. *ō in Brabants knoesel, knoezel, Brabants-Limburgs kroezel, Ripuarisch knuschel, Brabants kronzel, West-Limburgs kroensel, Maastrichts krónsel. Het Franse groseille gaat terug op Oudfrans grosele, dat al vroeg in de Middeleeuwen ontleend is aan Westgermaans *krōsele, dus aan de vorm die in de Brabants-Limburgs-Ripuarische dialecten voortbestaat. De vormen zonder l-suffix zijn pas vanaf ca. 1600 geattesteerd en zijn ook in de dialecten in de minderheid tegenover vormen met l; dat zou erop kunnen wijzen dat we voor de etymologie alleen van *kr_s_l moeten uitgaan en niet van *kr_s.

Etymologisch hebben *kraus- en *krūs- de grootste verspreiding, en zet het suffix een vrouwelijk zn. op *-lō- voort. De wisseling tussen *kraus- en *krūs- komt ook voor in de woordfamilie van kroes ‘gekruld, door elkaar’, Duits kraus (Mnl. cruus, Mnd. krūs, Mhd. krūs ‘gekruld’, Ohd. krūsa f. ‘voormaag’) uit *krūs-, waarbij waarschijnlijk kroos ‘waterplant; klokhuis’ met *kraus- hoort (Mnl. croos, Mnd. krōs ‘(eetbare) ingewanden’), en krul uit *krulla- uit ouder *kruzla-. Daarmee is ‘kruisbes’ al eerder verbonden, waarbij men dacht aan de beharing op de kruisbes. Dat laatste moet waarschijnlijk verworpen worden omdat de oudste betekenis algemener is dan ‘kruisbes’, en omdat het woord in het Frans ook op de aalbes kan slaan. Hoewel struiken om allerlei redenen vernoemd kunnen zijn (bladeren, bessen, habitat, groeivorm, kleur, doornen, enz.), en we dus een beetje in het duister tasten, stel ik voor om gezien de verbinding met ‘kroos’, ‘kroes’, ‘krul’ te denken aan de ‘trossen’ waarin de (rode) bessen groeien (maar was dat bij de oudste vorm van de plant ook zo?), of aan de ondoordringbaarheid van het gewas (vanwege de doornen). Dat krul ook een l-suffix had is dan misschien niet toevallig, we kunnen *kruzlá– naast *krṓslō– reconstrueren. De klinkervariant *krōs- moet in navolging van een ander woord zijn ontstaan, maar welk?

Literatuur:

  • Jan Goossens. 2002. Over kruisbessen, knoeselen, kasperten en consoorten. En ook een beetje over het Franse groseille. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 74, 51–68.
  • Klaas Heeroma. 1959. Taalatlas van Oost-Nederland en aangrenzende gebieden, kaart 29: Kruisbes.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Addenda EWN, etymologie

Lees Interacties

Reacties

  1. Olivier van Renswoude zegt

    27 oktober 2016 om 18:11

    Gezien hun substantie is er misschien (geheel of deels) sprake van oude klankwoorden die vooral beginnen met /kn/ en /kr/, in de trant van Drents knaster, knars, knors enz. ‘kraakbeen’, Nederlands knarsen, Duits krosen ‘knarsen’, knistern ‘id.’, gewestelijk Duits Krüsch ‘zemelen’, Noors knase ‘verbrijzelen’, krase ‘fijnknijpen’, Engels crash, crush (< Oudfrans cruissir, croissir), Frans ecráser ‘fijnknijpen, fijnstampen’ enz.

    Beantwoorden
  2. Joop van Diepen zegt

    27 oktober 2016 om 22:03

    Hier in Westfriesland wordt deze bes klapbes genoemd.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Jonathan Griffioen • Abnormale kinderen

Ja, Rutger Kopland is blauw.
M. Vasalis is blauwer,
veel blauwer, rode grond met blauwe
bergen. Kopland is grijzer, ik zag nooit
grijzer blauw.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

PEINTURE

Bij het schilderen van een appeltje sneed hij zich in de vinger

Bron: Barbarber, maart 1968

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

21 juni 2025: J.H. Leopold-lezing

21 juni 2025: J.H. Leopold-lezing

19 mei 2025

➔ Lees meer
10 juni 2025: Lezingenmiddag Indische Letteren

10 juni 2025: Lezingenmiddag Indische Letteren

19 mei 2025

➔ Lees meer
23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

16 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1838 Henri Moltzer
sterfdag
1986 Willem Pée
➔ Neerlandicikalender

Media

Van Hogwarts naar Zweinstein

Van Hogwarts naar Zweinstein

20 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d