6 juli 2016, Haarlemmerpoort
Door Marita Mathijsen
Wist u dat u gemiddeld 120 liter water per dag gebruikt – 12 grote emmers, 120 flessen van 1 liter? U, meneer de wethouder, die straks dit beeld gaat onthullen, ziet er nogal fris uit: u gebruikt misschien wat meer – u, mevrouw de kusntenares ziet er ook fris uit, maar misschien bent u nogal milieubewust – en gebruikt u wel wat minder. Maar wij met zijn allen profiteren van de zegening van voortreffelijk duinwater.
Hoe krijgen we dat water? De wethouder heeft al geschetst hoe moeilijk het vroeger was en dat wij het nu zo makkelijk hebben: dank zij Jacob van Lennep.
Hoe het gegaan is, weten we inmiddels: mevrouw Van Lennep zou het duinwater van Heemstede ook wel in Amsterdam willen drinken, en daarop ging Van Lennep nadenken. Hij legde contact met de ingenieur Vaillant die al jaren bezig was met een waterleiding, hij leerde een Engelse ingenieur van de Londense waterleiding kennen en daar kwamen de plannen. Die werden afgeserveerd. Een romanschrijver moest zich maar bij zijn fantasie op schrift houden, maar geen dolle dingen in zijn kop halen. Rijke Amsterdammers die een buitenhuis in de duinen hadden gaven een brochure tegen hem uit: Bedenkingen van eenige bewoners der duinen, over de physieke of finantiële mogelijkheid van eene waterleiding uit dezelve tot en in Amsterdam. Van Lennep had kapitaal nodig om het plan te financieren, maar de grachtengordelkennissen deden niet mee. Van Lennep kende het woord ‘opgeven’ niet, dus ging hij naar Engeland en haalde daar kapitaal. Zijn familie hielp wél: papa David Jacob gaf Mariënduin, zijn zus Antje stond doorgraven op Leijduin toe, zijn neef Johan Frederik gaf terrein Groot Bentveld prijs. Op 11.11.1851 kwam het kroonprinsje Willem naar de plek waar het duinwater uit de grond welde en stak de eerste schop in de grond. Van Lennep hield een toespraak waarin hij de onverschilligheid, kortzichtigheid, benepenheid en kleingeestigheid van zijn medeburgers hekelde. Twee jaar later kreeg Amsterdam de eerste waterleiding van Nederland. Het verhaal gaat dat Van Lennep om de grachtengordel te jennen speciaal het water eerst naar de Jordaan bracht: maar om bij de grachtengordel te komen móest hij wel eerst door de Jordaan…
In 1896 werd de Duinwater Maatschappij overgenomen door de gemeente – en toen waren er mensen die opperden dat er op dat moment een plaquette of borstbeeld voor Van Lennep, de eerste directeur, moest komen. Dat gebeurde niet. Hoe komt het dat er nu, 165 jaar later, wel een standbeeld voor hem is gekomen?
In 2003 werd 150-jarig bestaan van waterleiding gevierd. Ik mocht toen een lezing geven – en ik zei toen dat Jacob van Lennep een standbeeld zou verdienen als schrijver, maar vooral als de man van het Amsterdamse water. Job Cohen, toenmalig burgemeester en Caroline van de Wiel, toenmalig directeur van het Waterleidingbedrijf, smoesden na de lezing: natuurlijk moest Van Lennep een standbeeld krijgen. Gemeente en het Waterbedrijf zouden daarvoor samenwerken. Er kwam een commissie waarin ook ik zitting kreeg, een wedstrijd, Lia van Vugt kreeg de opdracht. Maar er kwamen buurtbezwaren, inspraaksessies, nieuwe ontwerpen, afkeuringen, milieuverordeningen – het plan leek in het slop te raken. En toch is men op het stadhuis en bij het Waternet met de vasthoudendheid die ook Van Lennep kenmerkte doorgegaan. Met name Roy van Gelder, projectmanager van de gemeente, en Marco Cops van Urban Arts Projects moeten hiervoor bedankt worden.
Vorig jaar, toen Hans Goedkoop voor de tv-serie De IJzeren eeuw samen met mij een nep-standbeeld oprichtte voor Van Lennep als waterbrenger in Amsterdam, was het nog maar een uitvergrote foto die we plaatsten op de plek waar 163 jaar geleden het duinwater de stad inspoot. Nu is er een echt monument.
Het is met grote trots dat ik vandaag bij deze onthulling ben: trots dat Van Lennep gekregen heeft wat hij verdient, trots dat ik daaraan heb kunnen bijdragen, en vooral: trots op het Amsterdamse water. Uit allerlei onderzoekingen blijkt het zo ongeveer het beste stadswater ter wereld te zijn. En dat komt zomaar uit de kraan – dank zij Jacob van Lennep.
Deze toespraak verscheen in iets andere vorm ook op Marita Mathijsens weblog over Van Lennep
Laat een reactie achter