• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Onbekommerdheidsblauw

20 juli 2014 door Gert de Jager 12 Reacties

door Gert de Jager
 
 
Ik weet niet zoveel. In ieder geval niet genoeg om dit gedicht direct te begrijpen:
 

   (lied van het W. Müllerbos)

Door het W. Müllerbos te S.
liep ik een zomerdag.
De zon scheen op mijn mosbegroeide pad
en het was ritselragfijntjilpen stil.

Hoe makkelijk voorstelbaar was het daar
lopend in het W. Müllerbos te S.
niet in het W. Müllerbos te S.
maar in het midden van het F. Kuipersbinnen
– daar waar
als een octopus met vangarmen aders o.a. aorta
onverpoosd het hart pulseert –
leukocytklein,
Alice-gewijs in spirillenland verzeild geraakt te zijn.
 

Het is van Frans Kuipers, komt uit zijn bundel Wolkenherdersliederen uit 2009 en staat vandaag op de poëziekalender van Van Oorschot. Ik ken één bundel van Kuipers – het dit jaar verschenen Molwerk dat in de NRC juichend werd besproken door Guus Middag. Een sympathieke dichter, die Kuipers. Het bleek ook bij een optreden in het Amsterdamse poëziecentrum Perdu waar hij Molwerkintegraal voorlas. Perdu, normaliter een bolwerk van maatschappijbetrokken avantgardisme op conceptuele grondslag, werd even integraal ingepakt door Kuipers’ charmante neologismen, zijn zuidelijke g en een consequent naïeve blik aangaande de zaken des levens. Wandelen over de Vughterheide, beseffen wat daar gebeurd is en toch oog blijven houden voor ‘het onbekommerdheidsblauw van de hemel’. Zoiets.
 
Ik weet niet zoveel, maar wat weet ik wel? Dat ik niet hoef te weten waar dat W. Müllerbos precies ligt bijvoorbeeld. Het wordt vier keer genoemd, waarvan drie keer in combinatie met een locatie S. en het valt vast makkelijk te googlen. Als ik dat zou doen, zou ik een nadrukkelijk signaal van een dichter niet serieus nemen: die wil blijkbaar alleen maar een concreet bos oproepen. We lopen met hem mee en dankzij een initiaal wordt het ons eigen concrete bos – zoals dat hoort te gaan bij het lezen. We zien wat de ‘ik’ ziet: een bos, zonlicht, mos op een pad. De concreetheid culmineert in het neologisme van de vierde regel: even hebben we de illusie dat we, zo precies als maar kan, horen wat de ‘ik’ hoort. 
 
Een lezer heeft zijn arsenaal aan eigen ervaringen en stelt zich een W. Müllerbos te S. voor. Andermans bos wordt zijn eigen bos, andermans buiten wordt zijn eigen buiten, andermans binnen wordt zijn eigen binnen. Bijna letterlijk dalen we af in het hart van F. Kuipers – in deze regels doet het gedicht denken aan sciencefictionfilms waarin iemand op speurtocht gaat door het menselijk lichaam. Het zijn vaak kinderen die dat doen, geloof ik – mijn genre is het niet helemaal. Ik zie de naam van Alice staan – een verwijzing die ik begrijp. Alice en de octopus: twee vergelijkingen uit werelden die met een bos of een pulserend hart weinig te maken hebben en blijkbaar nodig zijn om iets te verhelderen.
 
En dan raakt de dichter, die zijn bos tot een bos van mij wist om te vormen en hard op weg was om dat te doen met onze respectievelijke binnensten, mij kwijt. Er leek zich een transformatie te voltrekken – niet alleen de alledaagse mystiek van het lezen, maar iets wat verder ging. In het gedicht werd een buitenwereld een beeld van een raadselachtige binnenwereld waarin de ik-figuur gewoon rondliep en de lezer die ik ben, maakte de transformatie mee. Maar leukocyten en spirillen – ik heb geen idee wat het zijn. ‘Makkelijk voorstelbaar’ blijkbaar voor het lyrisch subject – niet voor mij. Leukocyten zullen inderdaad klein zijn en spirillen zullen een vorm hebben waarover je je als een Alice kunt verwonderen. Maar dat een lezer naar Wikipedia wordt gestuurd, lijkt me onvermijdelijk. 
 
Het geldt in ieder geval voor deze lezer. Met mijn Wikipediakennis zal ik het gedicht herlezen. Ik ben abrupt uit een lezersparadijs geschopt. Mijn aanvankelijke intuïtieve vervoering zal ik proberen op te roepen als een acteur.

 
Leukocytenen spirillen op Wikipedia; het W. Müllerbos te S. is op het hele internet niet te vinden.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: letterkunde, poëzie

Lees Interacties

Reacties

  1. Marc van Oostendorp zegt

    20 juli 2014 om 17:45

    Ik meen dan weer te weten dat Wilhelm Müller de Winterreise heeft geschreven, die beroemd geworden zijn doordat Schubert (S.?) er een liederencyclus van heeft gemaakt. Zoals de titel al aangeeft, gaat ook dit over een tocht, die je geloof ik ook als symbolisch voor een afdalen in het binnenste kunt zien. De tocht geschiedt uiteraard niet "op een zomerdag".

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    20 juli 2014 om 17:48

    Wikipedia: http://de.wikipedia.org/wiki/Winterreise

    Beantwoorden
  3. Gert de Jager zegt

    21 juli 2014 om 10:23

    Er staat toch echt 'een zomerdag'. Als Kuipers inderdaad naar de Winterreis verwijst, wat me zeer aannemelijk lijkt, is zijn lopen misschien ook geen gewoon lopen meer. In de richting van de een overgankelijk werkwoord: midden in de winterreis liep ik mij een zomerdag.

    Beantwoorden
  4. Gert de Jager zegt

    21 juli 2014 om 16:18

    Een eerdere versie van het gedicht:

    DOOR HET WIM-BEUNINGERBOS te S.
    liep ik een zomerdag.
    De zon scheen op mijn mosbegroeide pad
    en het was ritselragfijntjilpen stil.

    Hoe gemakkelijk
    was het zich voor te stellen daar
    niet in het Wim Beuningerbos te S.
    maar in het midden
    van het Frans-Kuipersbinnen,
    daar waar,
    octopus met vangarmen aders o.a. aorta,
    onverpoosd het hart pulseert,
    iets zich voortspoedend leucocyte-kleins,
    een Alice-gewijs in het spirillenrijk
    verzeild geraakte te zijn.

    In 2008 verschenen in Het liegend konijn en te vinden via dbnl. Wim Beuning was een beeldend kunstenaar die van grillige vormen hield.

    Met dank aan Jan Buijsse die me op deze versie wees.

    Beantwoorden
  5. Marc van Oostendorp zegt

    22 juli 2014 om 12:39

    Juist! De vraag is dan dus wel: waar ligt S.?

    Beantwoorden
  6. Gert de Jager zegt

    22 juli 2014 om 14:58

    Het is nog maar de vraag of dat de vraag is. Zou Kuipers ons raadseltjes willen opgeven?

    Overigens denk ik in dit soort gevallen altijd aan Sittard.

    Beantwoorden
  7. DirkJan zegt

    23 juli 2014 om 15:53

    Het gedicht is voor mij te enigmatisch om er ook maar iets zinnigs over te zeggen. Wel heb ik even gegoogeld op Wim Beuning. Geboren in Amsterdam, maar mogelijk de langste tijd in Den Haag / Leidschendam gewoond en gewerkt. En toen dacht ik aan S. voor Scheveningen. Ik vond direct op internet een paar tekeningen die Wim Beuning aan de Scheveningse kust heeft gemaakt. Maar Scheveningen is niet een aparte stad of dorp, maar een wijk van Den Haag. Maar het heeft weer wel een bos; Het Scheveningse bos. Tot zover deze constateringen.

    En bij het lezen van zo'n soort gedicht vraag ik me weer af in hoeverre je als lezer over buiten-tekstuele en encyclopedische kennis moet beschikken, of ook de biografie van de dichter moet kennen: Frans Kuipers voert
    zichzelf op onder eigen naam. Het zal wel een bedoeling hebben …

    Maar wie echt wil weten waar het over gaat en waar een en ander naar verwijst: Ik zou zeggen, mail de dichter en vraag het hem.

    Beantwoorden
  8. Marc van Oostendorp zegt

    24 juli 2014 om 11:51

    Met de vraag of Frans Kuipers ons raadseltjes wil opgeven heeft het niet zoveel te maken. Los van wat de maker wil of niet wil, kun je je altijd afvragen waarom door 'S.' staat, en niet 'T.', of 'Sittard'. Alles kan altijd bevraagd worden, het lijkt me de enige manier om iets meer licht te laten schijnen in de duisternis die ons allerwege omringt.

    Beantwoorden
  9. Taalprof zegt

    24 juli 2014 om 13:22

    De formulering 'te S.' -en dan vooral met die afkorting- heeft natuurlijk ook iets formeels. In spreektaal zeg je dat niet zo snel, dan heb je het over 'in Sittard' of 'bij Scheveningen.' Daarmee heeft die vorm op zichzelf al een betekenis, nog los van waar die S voor staat. Iets proces-verbaalachtigs, zou ik zeggen, alsof het een objectieve rapportage betreft.

    Het gebruik van de afkorting is dus volgens mij niet zozeer het weglaten van informatie, maar het toevoegen van betekenis.

    Beantwoorden
  10. Gert de Jager zegt

    24 juli 2014 om 13:27

    Moet dat altijd: meer licht?

    Interessanter lijkt het me om je af te vragen hoe zo'n door Kuipers ongetwijfeld buitengewoon bewust tot een initiaal beperkte localiteitsaanduiding zou kunnen werken bij de lezer. Daarop heb ik hierboven antwoord op proberen te geven.

    Ik moet trouwens denken aan Bomans die samen met andere leden van een genootschap de plaatsen C, D en E in de Camera Obscura trachtte te localiseren. Een atlas, reistijden: ze kwamen er niet uit.

    Beantwoorden
  11. Marc van Oostendorp zegt

    24 juli 2014 om 15:38

    Ja, dat moet altijd: meer licht. Totdat alle zaken definitief zijn opgehelderd.

    Ook een onderzoek 'hoe iets zou kunnen werken bij de lezer' lijkt me daartoe een legitieme methode, maar de vraag is nu WAAROM is die initiaal S en niet C, D of E. Hoe dan ook hoeft het scheppen van licht natuurlijk niet te betekenen dat we de plaats op Google Maps kunnen aantreffen, dat is een karikatuur. Er kunnen allerlei andere dingen aan de orde zijn.

    Het feit dat eerdere onderzoeken op niets zijn uitgelopen zou ons niet moeten mogen ontmoedigen. Er komt een dag dat deze kwestie tot op de bodem zal zijn uitgezocht!

    Beantwoorden
  12. DirkJan zegt

    24 juli 2014 om 19:42

    Een van Harry Mulisch zijn literaire lijfspreuken was 'Je moet het raadsel niet verkleinen, maar vergroten.' Vroeger kon ik dat waarderen, maar later ben ik toch wat pragmatischer naar teksten en betekenissen gaan kijken. Ik kan de duiding van het gedicht redelijk volgen, maar voor mij eist het dan zoveel extra kennis dat de dichter bij mij zijn mogelijke doel voorbijschiet. Het werkt tegen. Maar misschien is dat dan weer juist zijn bedoeling.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Fred Portegies Zwart • Atlas

Bestaan vangt aan met woorden ademhalen
opdat wat om ons heen is wordt verstaan.
Wat is en schijnt laat zich pas gadeslaan
als chaos wordt ontbonden door vertalen.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OKT. ’59

Een borstelige zee, schuim, regen slaat het schuine raam. [lees meer]

Bron: Tirade, juli-augustus 1961

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

21 november 2025: Tekstselectie in het Nederlandse literatuuronderwijs

21 november 2025: Tekstselectie in het Nederlandse literatuuronderwijs

8 oktober 2025

➔ Lees meer
21 januari – 8 april 2025: Postacademische cursus Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde

21 januari – 8 april 2025: Postacademische cursus Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde

7 oktober 2025

➔ Lees meer
28 november 2025: Symposium Werkgroep Bilderdijk

28 november 2025: Symposium Werkgroep Bilderdijk

5 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1988 Cebus de Bruin
2007 Hugo Verdaasdonk
➔ Neerlandicikalender

Media

Openingszitting Colloquium IVN

Openingszitting Colloquium IVN

8 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Wanneer is iets literatuur?

Wanneer is iets literatuur?

2 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek 4 Reacties

➔ Lees meer
Webinar: vertaaltools en AI inzetten in een meertalige klas

Webinar: vertaaltools en AI inzetten in een meertalige klas

30 september 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d