• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Engelse invloed in het fin de siècle

14 juni 2014 door Marc van Oostendorp Reageer

Door Marc van Oostendorp

“De Nederlandsche cultuur,” schreef Johan Huizinga, “is meer dan eenige andere aan sterken en aanhoudenden invloed van buiten blootgesteld.” Volgens de historicus “bezat zij, meer dan enige andere, door positie, aanleg en historie, het vermogen om vreemde naties te verstaan en hun gaven op te nemen en te verwerken.”

Dat lijkt me inderdaad een van de interessantste kenmerken van de Nederlanden: dat ze tussen Frankrijk, Duitsland en Engeland in liggen. Eigenaardig genoeg wordt er nu juist aan die eigenschap naar mijn indruk betrekkelijk weinig aandacht besteed. Er is lange tijd gedaan alsof de Nederlandse literatuur, bijvoorbeeld, min of meer op zichzelf stond – alsof alle ontwikkelingen zich binnen die literatuur afspelen. De ene generatie ontdekt een nieuwe kijk op de letteren en zet zich daarmee af tegen de andere.

De laatste tijd komt daar verandering in. In haar proefschrift uit 2012 liet Anne van Buul bijvoorbeeld zien hoe sterk de invloed was van de Engelse prerafaëlieten op de Nederlandse letteren en beeldende kunst aan het eind van de negentiende eeuw, zoals op Tachtigers Willem Kloos en Frederik van Eeden, maar ook op latere dichters als P.C. Boutens.

Nostalgie

Haar boek verscheen nu in een mooie handelseditie, met twee kleurenkaternen met afbeeldingen, bij uitgeverij Verloren. Voor mij, eenvoudige lezer, was het een revelatie. Allerlei zaken vielen ineens op hun plaats. Die combinatie van nostalgie en idealisme, verlangen naar kinderlijke naïviteit en pogingen om een utopie op te richten, die kwamen natuurlijk voort uit Frederik van Eedens persoonlijkheid, maar ze waren net zo goed spruiten van een kunstrichting die Engeland begonnen was. En datzelfde gold, eigenaardig genoeg, voor de veel duisterder en elitairder Boutens.

Van Buul laat knap en overtuigend zien hoe die invloeden hebben uitgewerkt: van de eerste vroege receptie van de schilderkunst van de prerafaëlitische broederschap in de Nederlanden tot aan wat zij het ‘naderend herfsttij’ van die invloed noemt aan het eind van de negentiende eeuw. Het tweede deel bevat vijf indrukwekkende casestudies: over Frederik van Eeden, Edward B. Koster, P. C. Boutens, Antoon Derkinderen en Jan Toorop. Van ieder van die kunstenaars gaat ze nauwgezet na hoe de invloed verliep (door rechtstreeks contact met de Engelsen, via andere Nederlandse of Europese kunstenaars of critici) en hoe deze verwerkt werd en uiteindelijk misschien ook weer werd verlaten.

Boerenoorlogen

Een interessant aspect is dat de prerafaëlieten een van de allereerste Engelse kunststromingen waren die in Nederland (en überhaupt in continentaal Europa) serieus genomen werden. Tot die tijd richtte de Nederlandse cultuur zich toch eerder op de Duitse en de Franse. Waarom dit precies veranderde, wordt niet helemaal duidelijk. Van Buul gooit het vooral op het feit dat kunstenaars in de nieuwe Britse vormen een alternatief zagen voor de Franse vormen waarop ze uitgekeken waren, maar ik zou me kunnen voorstellen dat er ook politieke en economische verklaringen zijn: dat Engeland zelf nu eenmaal in de negentiende eeuw een enorme macht werd en alleen al daardoor belangstelling opwekte.

Van Buul wijst er trouwens wél op dat de Boerenoorlogen een rol speelde in de verwijdering die sommige Nederlanders uiteindelijk begonnen te voelen. Sommige prerafaëlieten schreven felle pro-Britse gedichten, die bij de gemiddelde Nederlander – die zich sterk bij de Boeren betrokken voelde – niet goed vielen. En zo zou je denk ik de hele invloedsgeschiedenis kunnen zien: als een onderdeel van de ingewikkelde relatie tussen Nederland en de buren aan de andere kant van de Noordzee.

Maar zulk soort kritiek – waarom is deze of gene factor niet in de beschouwing meegenomen – is natuurlijk altijd een beetje gemakkelijk. De kracht van een studie als In vreemde grond geworteld is juist dat het een heel fijn geslepen lens neemt – die van de sterken en aanhoudenden invloed van buiten. Ik ben door die lens in ieder geval het fin de siècle beter gaan zien.

Anne van Buul. In vreemde grond geworteld. Prerafaëlitisme in de Nederlandse literatuur en beeldende kunst (1855-1910). Hilversum: Verloren, 2014. Bestelinformatie bij de uitgever.
(Het oorspronkelijke proefschrift staat online bij de Rijksuniversiteit Groningen, maar daar ontbreken de afbeeldingen.)

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 19e eeuw, Engels

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

M. Vasalis • Thuiskomst van de kinderen

Als grote bloemen komen zij uit ’t blauwe duister.
Onder de frisheid van de avondlucht
waarmee hun haren en hun wangen
licht zijn omhangen,
zijn zij zo warm.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IN DE UITKIJK

Ik weet de naam van de film niet meer, maar toen na verscheidene ‘acten’ duidelijk werd dat er een baby geboren zou worden op het witte doek, serveerden in de pauze twee ouvreuses aan de zestien, zeventien man publiek beschuit met muisjes. Een gratis attentie op woensdagmiddag in de Uitkijk, omstreeks 1930.

Bron: Barbarber, december 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

16 november 2025: Derde H.H. Ter Balktlezing

16 november 2025: Derde H.H. Ter Balktlezing

21 oktober 2025

➔ Lees meer
14 november 2025: Symposium Koning Willem-Alexanderleerstoel Luik

14 november 2025: Symposium Koning Willem-Alexanderleerstoel Luik

21 oktober 2025

➔ Lees meer
2-4 januari 2026: Gijsbreght van Aemster

2-4 januari 2026: Gijsbreght van Aemster

20 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1887 Leonardus Michels
➔ Neerlandicikalender

Media

Literaire helden in de klas: Hugo Claus (1)

Literaire helden in de klas: Hugo Claus (1)

22 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Docent Nederlands zijn als anderstalige

Docent Nederlands zijn als anderstalige

11 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Openingszitting Colloquium IVN

Openingszitting Colloquium IVN

8 oktober 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d