• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Grenstalen

6 mei 2014 door Karin Eggink Reageer


Door Leonie Cornips
De website van het WK-wielrennen in 2012 vermeldt dat Limburg meer kilometers grens met België en Duitsland gemeen heeft dan met de rest van Nederland. De provincie grenst over een lengte van 212 kilometer aan Duitsland en over een lengte van 139 kilometer aan België.
Connie Palmen schetst hoe zij als kind in Limburg tussen allerlei talen en dialecten opgroeide: ‘Voor mijn tiende kende ik andere nationaliteiten beter dan de Nederlandse. Ingeklemd tussen tweetalige Belgen, Duitsers, andere Limburgers en dagelijks ondergedompeld in het Latijn van de kerk, was Nederlands de zoveelste taal, een die ik op school moest leren spreken. Wat ik als kind niet zag begreep ik later, dat ik omringd was door vreemde klanken, door het geroezemoes van het betoverende, onbegrijpelijke Latijn van mijn ochtenden, het Vlaams en Frans van het land aan de ene kant en het Duits van het land aan de andere kant, met de verschillende dorpsdialecten boven en onder me.’
Lonne Snijkers heeft voor haar masterscriptie onderzoek gedaan naar welke talen we in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland in het zuiden van Limburg gebruiken. Is de landsgrens een taalgrens geworden waardoor we met het spreken van dialect stoppen als we de grens oversteken? Is Duits nog steeds een vertrouwde taal?

 

In een bakkerij in Herzogenrath volgt Lonne Nederlandse grootouders met hun kleinkind. Ze spreken onderling dialect maar spreken vloeiend Duits met de bakkerijmedewerkster. In een schoenenwinkel in Ubach-Palenberg spreken twee meisjes van ongeveer 15 jaar oud onderling Nederlands. Ze spreken een verkoper aan in het Duits maar dit Duits is zeker niet vloeiend. Ze gebruiken veel handgebaren en de verkoper probeert door vragen te stellen te achterhalen wat de meisjes wensen. In een drogisterij in Ubach-Palenberg interviewt Lonne een moeder en haar dochter. De moeder zegt automatisch Duits te spreken in een Duitse winkel. Maar haar dochter vertelt dat ze laatst met haar vriendinnen ook in deze winkel was en dat ze niet konden vinden wat ze zochten. Ze wisten echter niet hoe ze naar het product in het Duits moesten vragen en deden dat in het Nederlands. In een supermarkt in Herzogenrath vertellen een meisje en een jongen van ongeveer twintig jaar oud dat zij hier vaker boodschappen doen. Ze zijn niet zo goed in Duits maar aan de kassa lukt het nog wel. Ze spreken echter Nederlands als iemand hen iets in het Duits vraagt.
Lonne’s observaties laten verschuivingen zien die leeftijdsgebonden zijn. Onze leeftijd voorspelt onze kennis van het Duits. Voor Limburgers ruim boven de dertig jaar is Duits spreken vanzelfsprekend maar voor Limburgers onder de dertig is het maar een moeizame onderneming. Jongere Limburgers geven aan dat hun Duitse taalvaardigheid gering is. De huidige Limburgse jeugd gedraagt zich dus meer en meer als Nederlanders voor wie de landsgrens – ook al wonen ze er bijna bovenop – een taalgrens is geworden. Voor diezelfde jeugd zijn ook de provinciegrenzen reële taalgrenzen. Zij adresseren niemand over de grens in het dialect. Het dialect is dus geen voertaal voor buiten de provincie terwijl het dialect bij oudere Limburgers  wel de grens gewoon oversteekt.
Voor ouderen is de Duits-Nederlandse politieke grens nauwelijks een taalgrens omdat zij het Duits vloeiend spreken en hun dialect in Duitsland met verkopers spreken. Ik denk nu ook aan de recente VPRO-documentaire Het Uur van de Wolf over Belfeld Blues waarin Arno Adams beweert geen buitenlandse talen te spreken. ‘Ja,’ zegt hij ‘ik spreek natuurlijk Duits maar Belfeld is bijna Duitsland.’ Deze uitspraak gaat niet meer op.
Tussen de jeugd van Connie Palmen en de jongeren van nu is de talige wereld dus dramatisch verschoven. Het Latijn is uit de ochtenden verdwenen, het dialect hoort alleen nog thuis in Limburg, het Nederlands is vertrouwd maar het Duits een vreemdeling. Ik neem aan dat inmiddels ook het Frans een grote onbekende is. En dat voor een provincie die zo langgerekt ingeklemd in Europa ligt.
L. Snijkers. 2014. Grensoverschrijdende communicatie in Zuid-Limburg. Masterscriptie Universiteit Utrecht & Meertens Instituut.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: columns Leonie Cornips, dialecten, Limburgs, taalgrens, taalkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Richter Roegholt • Tweekantigheid

Je weet niet meer hoe het nu verder gaat,
of zij wel ooit doorzichtig bij je was,
hoe zij de bakens, en wanneer, verzet.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

AVOND EN MORGEN IN NOVEMBER

Geen wolk, geen borden in een rek,
geen witte marmeren koninginnen:
een grijze nacht en wind en helderheid,
geen mist, geen licht. –
Des ochtends zon
boven de duinen, laag, rood, rond,
een non, een borst, een duif, een gouden ring,
een kap, een kalken nul op ruiten,
woorden, wellust, meid.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

10 november 2025: Biografie op de bühne

10 november 2025: Biografie op de bühne

29 oktober 2025

➔ Lees meer
8 november 2025: Symposium ‘Polemiek en politiek rondom het tijdschrift Forum’

8 november 2025: Symposium ‘Polemiek en politiek rondom het tijdschrift Forum’

28 oktober 2025

➔ Lees meer
25 november 2025: Eerste bijeenkomst NLNU 25-26

25 november 2025: Eerste bijeenkomst NLNU 25-26

27 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1935 Willem van Toorn
1961 Jan Blommaert
➔ Neerlandicikalender

Media

Wat taal verraadt – met Freek Van de Velde

Wat taal verraadt – met Freek Van de Velde

3 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Charlotte Van den Broeck op de 42ste Nacht van de Poëzie

Charlotte Van den Broeck op de 42ste Nacht van de Poëzie

2 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Verschil Letterlijk en Figuurlijk

Verschil Letterlijk en Figuurlijk

1 november 2025 Door Arnoud Kuijpers 5 Reacties

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d