• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Dat vinnik niet

5 maart 2013 door Marc van Oostendorp 8 Reacties

Door Marc van Oostendorp

“Knap gevonden van prof. Paardekooper,” meldde Liesbeth Koenen gisteren op Twitter:

vinnuniet: bij vinden = menen kan d of t weggelaten als je praat.
Bij vinden = gezocht hebben niet.

 Ze had die observatie al in 1988 genoemd in een recensie van Paardekooper z’n ABN Uitspraakgids; zowel de recensie als het boek staan inmiddels gelukkig online.

Wij van Neder-L laten geen gelegenheid voorbijgaan om het werk van de inmiddels 92-jarige roemruchte taalgeleerde P.C. Paardekooper aan te prijzen. Wij vinden ‘knap gezien’ opgaan voor bijna iedere zin die Prof. Paardekooper in zijn lange leven schreef over de structuur van de Nederlandse taal. Dus dook ik meteen op deze kwestie.
Ook de taalkundige Rik Smits deed trouwens nog een duit in het zakje, met een tegenvoorbeeld tegen Paardekoopers bewering:

vijjenergesmeer, tegewoordig!

Het voorbeeld laat zien dat er geen absoluut verschil is tussen de twee betekenissen van vinden op dit punt. De eerste vraag die we moeten stellen is daarom: waarom verdwijnt die d hier eigenlijk?

In de eerste plaats hebben d en t natuurlijk toch al de neiging om te verdwijnen vooral aan het eind van een woord (nie, ech wel, da’s goe). In dit geval komt daar nog een extra reden bij: verbogen werkwoorden en het bijbehorende onderwerp hebben de neiging om in elkaar te versmelten.

Die neiging verklaart allerlei eigenaardigheden in de uitspraak: dat mensen keb zeggen voor ‘ik heb’ bijvoorbeeld, of tis voor ‘het is’. Of dat je in heeftie (‘heeft hij’) niet weet waar de grens tussen de twee ‘woorden’ precies moet liggen. Of dat in Zuid-Hollandse dialecten ‘gaan we’ aaneengesmolten is tot game. (Ton Goeman heeft ooit een overzichtsartikel geschreven over dit laatste verschijnsel, dat hij ‘Paardekooper z’n vaste aansluiting’ noemt. Dat artikel staat ook al online.)

Andere talen hebben de neiging om werkwoord en voornaamwoord zo ver doorgevoerd, dat je het onderwerp in vrijwel geen enkele zin nog uitdrukt. In het Italiaans zeg je voor ‘ik praat’ parlo: io parlo met een apart voornaamwoord io zeg je alleen als er speciale nadruk is. Wanneer we het Nederlands zijn gang laten gaan, zal het over een paar honderd jaar ook zo’n staat hebben bereikt. (Maar we laten het Nederlands zijn gang niet gaan en er zijn ook allerlei tegenkrachten.)

Zoals al blijkt uit de manier waarop vinnuniet geschreven wordt, is het verdwijnen van die d misschien ook zo’n verschijnsel van versmelting.

Dat kan dan ook meteen het verschil tussen de twee betekenissen van vinden verklaren. In de betekenis ‘resultaat van zoeken’ hebben we een wat ‘echter’ werkwoord met een duidelijke eigen en harde betekenis. De ándere betekenis (‘van mening zijn’) is wat zwakker, wat kleurlozer: De echte betekenis van ik vind jou leuk komt van de andere drie woorden in de zin.

Nu blijkt versmelting altijd wat makkelijker te gaan bij werkwoorden met een wat zwakkere eigen betekenis: veel mensen zeggen makkelijker keb en tis dan koor (voor ‘ik hoor’) of tinfecteert. De vorm wat hebbie? (wat heb je) is dialectologisch veel wijder verbreid dan wat zeggie? (de laatste is beperkt tot de onmiddellijke omgeving van Rotterdam, de eerste komt in bijna heel Holland en Utrecht voor). ‘Dan zal ik (dat doen)’ wordt makkelijker tot dan zak dan ‘dan val ik’ tot dan vak.

Dat er uitzonderingen zijn, is wel een beetje vervelend, maar het voorbeeld van Smits klinkt ook wel als een soort vaste uitdrukking en daarin kan kennelijk uitzonderlijkerwijs toch nog worden samengesmolten.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: fonologie, morfologie, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Matn zegt

    5 maart 2013 om 08:23

    Det vortloatn van de d veend iej ook in t Oost-Tweants en meardere Duutse variaantn van t Neersassies. Kinder = kinner, aander = anner, oonder = onner en teelder = teller. Of vieleu hebt dr juust ne d inplakt, woer't den eerst nit heurdn.

    Beantwoorden
  2. Jan Stroop zegt

    5 maart 2013 om 10:01

    In 't Westbrabants bestaat dat onderscheid niet:
    ik fin er niks aan.
    ik kan m'n sleutels nie finnen. Gevonnen!
    Ook: opwinnen/opgewonnen, vastbinnen/vastgebonnen.

    De d blijft in woorden als: (kiend)/kienders, vlienders, miender, hazewienden, blienden (='luiken'), allemaal woorden met een ie en geen ww.

    Extraatje: In 'vin ta mar 's' (= vind dat maar eens), moet de t (van 'dat') wel veroorzaakt zijn door een t (uit onderliggende d).

    Beantwoorden
  3. Marc van Oostendorp zegt

    5 maart 2013 om 10:07

    Hoe weet je dat die t in vin ta mar 's inderdaad 'uit onderliggende d' komt? Kan het niet een imperatief- of 2e persoons-uitgang zijn?

    Beantwoorden
  4. Jan Stroop zegt

    5 maart 2013 om 10:44

    Je hebt gelijk, denk ik, gelet op:
    givd ier (uit: geeft ier)
    gif ta mar aan Piete (uit: geeft dat, td > t)
    dus ook: vin ta (uit: vint da)

    Beantwoorden
  5. Anoniem zegt

    5 maart 2013 om 11:36

    Hier in Zuid-Holland zeg ik gewoon 'dfink nie', dus nog korter dan 'dat vinnik nie'

    Beantwoorden
  6. Andre Engels zegt

    5 maart 2013 om 11:38

    Ik denk niet dat 'wanneer we het Nederlands zijn gang laten gaan' het in een richting gaat waar persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp zeldzaam worden. In talen waar dit ver is doorgevoerd, zoals het Italiaans, worden persoon en getal volledig aangegeven door het werkwoord: (io) parlo, (tu) parli, (lui/lei) parla, (noi) parliamo, (voi) parlate, (loro) parlano. Het Nederlands heeft hiervoor geen 6, maar slechts 3 vormen, dus het persoonlijk voornaamwoord geeft veel meer extra informatie.

    Beantwoorden
  7. plaatsman zegt

    6 maart 2013 om 21:11

    Het Italiaans is inderdaad niet zo'n gelukkig voorbeeld, de informatie die daar door de uitgangen van de persoonsvormen gegeven wordt, ligt in het Nederlands toch vooral in de voornaamwoorden. Ooit had het onze taal ook duidelijke uitgangen, maar nadat we het Nederlands een paar eeuwen z'n gang hebben laten gaan zijn die verstomd of vereenvoudigd, waardoor we nu niet om "ik", "jij" en "jullie" heen kunnen.

    Aardiger is een vergelijking met het Frans, waar de voornaamwoorden ook zijn versmolten met hun persoonsvormen, zelfs in de schrijftaal: j'habite, j'arrive. Als je daar nadruk wilt leggen ("ík kom"), dan gebruik je een extra voornaamwoord: "moi, j'arrive…". Zoiets zou het Nederlands natuurlijk best ook kunnen ontwikkelen, sommige dialecten hebben die stam al vroeg gemaakt. In grote delen van Vlaanderen zijn dubbele voornaamwoorden al eeuwen in gebruik, zodat je er frasen als "ik kom ekik" en "wa zegde gij" (< wat zegt ge gij) kunt beluisteren.

    Beantwoorden
  8. Grytolle zegt

    10 april 2013 om 14:05

    Ja, een -d dus: "vin danders iet anders"

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Richter Roegholt • Tweekantigheid

Je weet niet meer hoe het nu verder gaat,
of zij wel ooit doorzichtig bij je was,
hoe zij de bakens, en wanneer, verzet.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

AVOND EN MORGEN IN NOVEMBER

Geen wolk, geen borden in een rek,
geen witte marmeren koninginnen:
een grijze nacht en wind en helderheid,
geen mist, geen licht. –
Des ochtends zon
boven de duinen, laag, rood, rond,
een non, een borst, een duif, een gouden ring,
een kap, een kalken nul op ruiten,
woorden, wellust, meid.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

10 november 2025: Biografie op de bühne

10 november 2025: Biografie op de bühne

29 oktober 2025

➔ Lees meer
8 november 2025: Symposium ‘Polemiek en politiek rondom het tijdschrift Forum’

8 november 2025: Symposium ‘Polemiek en politiek rondom het tijdschrift Forum’

28 oktober 2025

➔ Lees meer
25 november 2025: Eerste bijeenkomst NLNU 25-26

25 november 2025: Eerste bijeenkomst NLNU 25-26

27 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1935 Willem van Toorn
1961 Jan Blommaert
➔ Neerlandicikalender

Media

Wat taal verraadt – met Freek Van de Velde

Wat taal verraadt – met Freek Van de Velde

3 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Charlotte Van den Broeck op de 42ste Nacht van de Poëzie

Charlotte Van den Broeck op de 42ste Nacht van de Poëzie

2 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Verschil Letterlijk en Figuurlijk

Verschil Letterlijk en Figuurlijk

1 november 2025 Door Arnoud Kuijpers 5 Reacties

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d