Verdediging van Japke-d.
Door Marc van Oostendorp
Het is moeilijk om Nederlandse taalschrijvers te vinden die niet af en toe uithalen naar Japke-d. Bouma, de journaliste bij NRC die al enkele jaren furore maakt met haar kritiek op kantoortaal. Peter-Arno Coppen heeft eens een column tegen haar geschreven, Jan Stroop verwijst wat vermoeid naar haar in een lezing (‘weer een column over taalergernissen’), Milfje sneert af en toe naar haar, en onlangs heeft zelfs de beminnelijke taaljournalist Gaston Dorren een blog over haar geschreven, waarin hij uitlegt waarom hij in zijn boek Babel de uitdrukking ‘de taalvrijheid naar de japkedee’ helpen, introduceert.
Een van de sympathieke kanten van de Nederlandse taalcultuur is dat er betrekkelijk weinig gemopperd wordt. Wie in een goede krant of maandblad over taal wil schrijven, moet liever niet te veel klagen over ‘taalverloedering’ en de hopeloosheid van de jeugd. Hoe verheugder je reageert op iedere taalverandering, des te beter je kansen een taalcolumn te krijgen. Dat is fijn, want de meeste zurigheid leidt tot niets: altijd gemopper over altijd hetzelfde. Maar de andere kant ervan is dus dat iedere klacht gemeden moet worden als een cappuccino bij een Italiaans diner.
Dorren legt geloof ik goed uit wat de bezwaren van de antimopperaars tegen Bouma zijn:
Lees verder >>
Recente reacties