De geniale eenvoud van de taalkunde

Door Marc van Oostendorp
Hoe komt het dat talen zo eenvoudig zijn? Dat is de op het eerste gezicht verrassende vraag die de taalkundige Hedde Zeijlstra stelt in zijn boek De geniale eenvoud van taal. De vraag is op het eerste gezicht verrassend omdat we niet geneigd zijn aan talen als eenvoudig te denken: als voorbeelden geeft Zeijlstra zelf de twaalf naamvallen van het Baskisch, of de zestien woordgeslachten van het Swahili. Tegelijkertijd moeten die talen wel eenvoudig zijn – ze worden immers door alle kinderen die in de juiste omstandigheden (de Pyreneeën, de buitenwijken van Nairobi) opgroeien moeiteloos geleerd.
Het is die paradox die Zeijlstra probeert op te lossen in dit boek. Hij grijpt daarvoor terug op de inzichten die er de afgelopen decennia vooral de taalkundige school rondom Noam Chomsky (1928) heeft opgeleverd. Nu heeft die school op zijn beurt de naam nogal technisch en ingewikkeld te zijn. Wanhoop niet! Zeijlstra laat in dit boek zien dat niet alleen de taal, maar ook de taalkunde betrekkelijk eenvoudig is.
Lees verder >>
Recente reacties