Deugd & Ondeugd. Morele scherpslijperij in de zeventiende-eeuwse Nederlanden
Jan Steen, In Weelde Siet Toe (of: ‘De omgekeerde wereld’)
Deugd en ondeugd waren alomtegenwoordig in de zeventiende eeuw. Morele lessen zaten verpakt in de literatuur van Jacob Cats, in Bredero’s toneel, in Arnout van Overbeke’s moppen, in de beelden van Artus Quellinus en in de schilderijen van Jan Steen. Normen over zedelijk gedrag werden ook vrolijk rondgebazuind in schuine liedjes en stuiverromans, in vertrouwelijke brieven, roddel en achterklap. Katholieke priesters uit het zuiden ontketenden een nieuw zedelijkheidsoffensief doormiddel van donderpreken, biecht en catechese, terwijl predikanten in het noorden hun schaapjes vanuit de kerkenraad op koers probeerden te houden. Daarbij werd het doel lang niet altijd bereikt. Deugd en ondeugd waren eveneens belangrijk thema’s in de ordonnanties van stad en staat, in de reglementen van ambachten, gilden en schutterijen, en in humanistisch geïnspireerde etiquetteboekjes. Doormiddel van exemplae uit de Klassieke Oudheid of de meer recente vaderlandse geschiedenis probeerden biografen hun lezers een spiegel met voorbeelden van deugdzaam gedrag voor te houden. Datzelfde gold voor de vele reisbeschrijvingen over allerlei uithoeken des werelds, waarin het gedrag van Indianen, Oosterlingen, Arabieren en andere vreemde volkeren soms als navolgenswaardig, maar vaker als het tegenbeeld van beschaafd en keurig gedrag geportretteerd werd. Lees verder >>
Neerlandistiek
Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992 (voorheen: Neder-L)
ISSN 0929-6514
Recente reacties