Uit de speciale uitgave Alledaagse ergernissen, waarin Eva Gerlach en Sasja Janssen gedichten schreven bij 50 foto’s van alledaagse ergernissen als hagelslag in de boter en een verkeerd opgehangen wc-rol, gemaakt door Bianca Sistermans. Vier van je handdoeken Handdoek over de deur in de tijd die klappert als ik opsta uit je holte in het matras, warmte in mijn … [Lees meer...] overGedicht: Eva Gerlach • Vier van je handdoeken
gedichten
Gedicht: Willem Brandt • Begrafenis in de tropen
Begrafenis in de tropen Het sterven gaat hier snel, nog sneller is men reeds begraven en welhaast vergeten; enige vrienden gaan vol kommernis achter de baar, verhit, gepast verbeten: dat hij onder de palmen dood moest gaan. De oceaan lijkt plotseling veel breder; geschrokken ziet men in de groeve neder en denkt beklemd: ook dit kan hier bestaan. Traag en bezweet … [Lees meer...] overGedicht: Willem Brandt • Begrafenis in de tropen
Gedicht: Willem Brandt • Reisverhaal
Reisverhaal Wij gingen ten anker in het noordwestelijk deel van de Humboldtbaai - een kale heuvel zonder water -; het was januari 1910. Tegen de middag vonden wij een sagomoeras, maar ook een klapperbos en een heldere bergbeek. Een zeer welkom gebied! De rookpluim van de Paketboot werd al vaag aan de horizont. … [Lees meer...] overGedicht: Willem Brandt • Reisverhaal
Gedicht: Willem Thies • Leefden wij als de dieren
Uit: Na het paringsritueel, de nieuwe bundel van Willem Thies. Leefden wij als de dieren Kleurt de zon overdag potgronddonker - laat ons slapengaan. 's Avonds het raspen der krekels, 's nachts het klepperen van de ooglidvleugels der motten tegen een lamp - kunstmaan. Een hagedis gaat schuil achter een luik op het middaguur, schichtflitst en glipt als watervuur. De … [Lees meer...] overGedicht: Willem Thies • Leefden wij als de dieren
Gedicht: Peter Theunynck • Koning Den
Uit Tijdrijder, de nieuwe bundel van Peter Theunynck. Koning Den Op een dag was er voldoende te eten. Toen bouwden we steden langs grote rivieren. De een ging uit werken, de ander leerde bevelen. Er waren regels nodig. Wie ze verzon, voorzag zichzelf van hermelijn. Zo begon het heersen. … [Lees meer...] overGedicht: Peter Theunynck • Koning Den
Gedicht: Arie Gelderblom • Het regent
Het regent het regent en het regent die verhalen hoe de doden geleefd hebben op zulke dagen met de kleur van geen kleur terwijl iedereen zich vaster houdt in het hoofd en niemand iets roods tovert en het regent hoe een natte paraplu aanvoelt met dat vreemde aan hemel en het regent tegen de minuten aan met een berustend drinken en denken hoe de levenden de middag zin … [Lees meer...] overGedicht: Arie Gelderblom • Het regent
Gedicht: J.G. Danser • Melissa
Melissa Dat nu dit eene zacht-herlezen woord Zoo diep mijn zwijgend mijmren kon ontroeren En tot die traag-vervaagde erinnring voeren Als had mijn luisteren haar naam gehoord. Dat was geluk: door angst noch lust gestoord Schreden wij over winters sneeuwen vloeren En spraken samen in een zoet vervoeren Van wat ons in dit leven had bekoord. … [Lees meer...] overGedicht: J.G. Danser • Melissa
Gedicht: Ester Naomi Perquin • Een huwelijksdicht
Een huwelijksdicht Nu zal hij met een pak aan, bloemen erbij en zij in een jurk als een droom, in een warme zaal wat dingen beloven. Aardige dingen want aardige dingen wil iedereen horen, aardige dingen zijn schaars. Zult u altijd denken aan het meisje dat ze was voor ze u zag en u, zult u onthouden hoe hij verloren leek, maar aangenaam verloren? Bent u bereid … [Lees meer...] overGedicht: Ester Naomi Perquin • Een huwelijksdicht
Gedicht: A. Roland Holst • De tusschenkomst
De tusschenkomst Bij mijn tafel, toen de kamer donker werd, kwamen uit de voortijden twee gedaanten staan, en zij wezen op een kristal, roepende mij bij namen van wind en licht: de dood rees als een maan in mij. Maar ruischend kwam een derde en wees naar de rand wolken, die in het gouden westerraam lagen gedoofd: ik zag, en weedom om de puinen van de volken zonk in … [Lees meer...] overGedicht: A. Roland Holst • De tusschenkomst
Gedicht: A. Roland Holst • Hooge deernis
Hooge deernis Deernis vervult in den nacht hen, die ontstegen zijn naar de toppen der aarde en peinzend neerzien over dit schaduwenrijk; wrevel noch weerzin kunnen zij langer meer voelen voor de bedrukten in de ravijnen waar de holle wegen zijn van de neerslachtigen, allen die klagend ontvielen aan de vervoeringen die ook hen eenmaal verrukten. Deernis over het wee … [Lees meer...] overGedicht: A. Roland Holst • Hooge deernis
Gedicht: Jan Lauwereyns • waarom slapen we
Uit: Zus, de nieuwe bundel van Jan Lauwereyns. waarom slapen we het nut van slaap en poëzie blijft vluchtig snuiven is niet gelijk aan ademen een alternatieve lyriek stelt voor baltische winden rijmen met zout op onze lippen een zacht inlands gefluister een zacht inlands gefluister … [Lees meer...] overGedicht: Jan Lauwereyns • waarom slapen we
Gedicht: Max Temmerman — Tuinfeest
Uit Huishoudkunde, de nieuwe bundel van Max Temmerman. Tuinfeest De zon is een klankschaal van warmte. Een dahlia van verlangen, stroperig als een droom. Rijk willen we worden. Nog rijker dan we al zijn. We bewegen ons voort in slow motion. ons zelfvertrouwen is onuitputtelijk. Dagenlang leven we ruim boven onze stand. Loom. Lood. Geloof. Een hittegolf houdt het … [Lees meer...] overGedicht: Max Temmerman — Tuinfeest
Gedicht: Emmanuel Rosseels • Blonde Nina
Blonde Nina Blonde Nina, Wreede meisje, Waerom immer, Slaet ge uw blikken Onverschillig Op my neder, Wen myn harte Om uw weêrmin Angstig zucht? … [Lees meer...] overGedicht: Emmanuel Rosseels • Blonde Nina
Gedicht: Astrid Lampe • De taiga
De taiga IV ik sta zonder houvast het huis is leeg leeg en ruim een ruim: ik sta zo houd je vijanden zwijg me dood ik ben een maritieme grootmacht de schotwond een as tattoo genetische markers Astrid Lampe (1955) uit: De taiga zwijntjes (2015) ----------------------------------- Astrid … [Lees meer...] overGedicht: Astrid Lampe • De taiga
Gedicht: Bertus Aafjes • Regen
Regen Mijn lief in de grijze morgen stak paradijselijk af tegen het kamergraf en de gordijnen vol zorgen. Ik beet in haar zachte mond; toen bloeide zij langzaam open aan glanzige ogen en mond, doch sliep weer, bijna terstond. en nu is het weer de regen die herbegint zijn macht over mijn hart te nemen. Bertus Aafjes (1914-1993) uit: Het gevecht met de muze … [Lees meer...] overGedicht: Bertus Aafjes • Regen
Gedicht: Henriette Roland Holst • Over de zwakheid van het verenkelde
Over de zwakheid van het verenkelde Als een zeevaarder die denkt te bewijzen plantend zijn vlag in 't zand het recht van macht over 't onnooz'le volk waar zijne reizen hem tot hun onheil hebben heengebracht - zoo doet hij, die zijn machtwoord luid laat rijzen, boven den wil van een geheel geslacht, vergetend dat gezamenlijke wijzen alleen, de schoonheid paren aan de … [Lees meer...] overGedicht: Henriette Roland Holst • Over de zwakheid van het verenkelde
Gedicht: K. Schippers • Naar Dublin
Naar Dublin voor Philip Mechanicus Eén keer van Amsterdam naar Dublin gevlogen. Later schreef ik: Boven de Noordzee en de Engelse kust keek ik naar beneden en ik zag de landkaart uit de Bos Atlas: het woord Noordzee een beetje scheef gedrukt in het water en de namen van de kuststeden ook in de zee omdat er op het land geen plaats meer was. … [Lees meer...] overGedicht: K. Schippers • Naar Dublin
Gedicht: Miriam Van hee • Reeën
Reeën ik vroeg of je nog van me hield en je zweeg lange tijd tot je 'kijk', zei, 'beneden' daar stonden in langzaam en laaghangend licht twee reeën een ogenblik stil, toen vluchtten zij snel en gewichtloos het struikgewas in hier en daar werden bladeren geel dat was wat je daarna zou zeggen 'september, de herfst komt er aan' Miriam Van hee (1952) uit: De … [Lees meer...] overGedicht: Miriam Van hee • Reeën
Gedicht: Maria Barnas • Het precieze kind
Het precieze kind Onder het projectiescherm dat iets groter dan 1:1 een meisje laat zien dat pianospeelt zit een meisje dat kleiner dan 1:1 precies pianospeelt. Het gladde zwarte haar met een liniaal op de rug gesneden. Ze kan niet spelen en lachen tegelijkertijd. Kan iemand het nauwgezette kind naar huis brengen? Onder haar jurk komt een rode geplooide … [Lees meer...] overGedicht: Maria Barnas • Het precieze kind
Gedicht: Jan Meulenbelt • De bleke man
De bleke man Ik ben een bleke man met bril, Die nog met alles moet beginnen. Al ben ik van gezonde zinnen, Mijn vrouw kus ik te kalm, te stil. Al heb ik geest, 'k kan niets verzinnen, 't Vers dat ik schrijf komt niet van binnen. Ik ben een bleke man met bril. Soms weet men mij voor iets te winnen, Soms weet ik wat men van mij wil: Maar juist als 'k van emotie … [Lees meer...] overGedicht: Jan Meulenbelt • De bleke man
Gedicht: Jan Meulenbelt • Brief aan een vriend
Brief aan een vriend Je wilt dus weten, beste, hoe 't mij gaat. Welnu, er is geen mens die 'k zou benijden en geen ellende die 'k niet weet te mijden en toch vind ik het leven desolaat. Ik ben vandaag de dag tot beetre tijden weer in zo'n eindeloze doorgangsstaat waarin geen plaats is voor geluk of haat en niets te hopen is en niets te lijden. 'k Bericht je niets … [Lees meer...] overGedicht: Jan Meulenbelt • Brief aan een vriend
Gedicht: Edwin Fagel • belijdenis
Uit het extatische landschap in, de nieuwe bundel van Edwin Fagel. belijdenis dat ik je aanspreek betekent moet betekenen dat ik in Je geloof dat ik geloof dat ik eh Je ogen ken ik zeg ik ik ken Je lach … [Lees meer...] overGedicht: Edwin Fagel • belijdenis
Gedicht: Tony de Ridder • Twee menschen door den nevel
Twee menschen door den nevel Ik zag twee menschen door den nevel schrijden, Zij gingen, arme' en handen dicht ineen, Ik zag, dat wat hen werkelijk hield gescheiden, Hen schijnbaar innig te vereenen scheen. Die menschen waren als twee boomen, eenzaam Die winter-witte mist heel stil omgeeft. - Dit hebben ziele' en ijle boom gemeenzaam, Dat eendre grijze nevel hen … [Lees meer...] overGedicht: Tony de Ridder • Twee menschen door den nevel
Gedicht: Clara Eggink • Voorgevoel
Voorgevoel Als jij er niet meer wezen zal Zullen mijn handen roerloos rusten En voor mij liggen, slap en smal, Ontzet, ontdaan van alle lusten, Daar jij er niet meer wezen zal. Als jij er niet meer wezen zal Zullen mijn ogen stuurloos staren En doven in der leden val Ternauwernood een beeld bewaren, Daar jij er niet meer wezen zal. … [Lees meer...] overGedicht: Clara Eggink • Voorgevoel
Gedicht: Max de Jong • Een nacht
Een nacht De stegen van de stad zijn leeg en tochtig de luchten hel van koersende kometen. De wanden van een gracht begroeid en vochtig: door schimmelvegetaties aangevreten. Een zwaan begeeft zich klam en achterdochtig het donker in en maakt breed uitgemeten een tocht langs keldermuren, steil en bochtig. Ik lig er boven in mijn bed te zweten en weet me bij die ik … [Lees meer...] overGedicht: Max de Jong • Een nacht