Door Michiel de Vaan vermout zn. ‘alcoholische drank’ Nnl. vermouth (1853, Surinaamse courant), zelden gespeld als vermout (1909). Ontleend aan Frans vermouth (1798), dat zelf in de 18e eeuw als dranknaam aan Duits Wermut ‘weermoed; weermoedwijn’ ontleend is, hetzelfde woord als Nl. weermoed. De vermouth is dus een terugontlening van een Germaans woord via het … [Lees meer...] overEtymologie: vermouth, weermoed
etymologie
Addenda EWN: stechelen
Door Michiel de Vaan stechelen ww. ‘redetwisten, kijven’ In de moderne schrijftaal komen de spellingen stechelen en steggelen voor ‘redetwisten, vitten, kijven’ beide voor. De meeste oude attestaties noemen het woord expliciet een dialectwoord c.q. staan in dialectteksten, en vertonen een breed betekenisspectrum, o.a. ‘twisten; valsspelen, spieken; knoeien; mokken’. Zo vinden … [Lees meer...] overAddenda EWN: stechelen
O, makkers, ’t pad gaat stijgend
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (133) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Hoe de menschen samengaan in de dagen der jeugd, en waardoor zij scheiden. Opgetogen gingen de jongelingen al wier gedachten in hun oogen welden, eendrachtig, met harten, die niet ontstelden over de … [Lees meer...] overO, makkers, ’t pad gaat stijgend
Etymologie: spinde, spint
Door Michiel de Vaan spinde zn. ‘provisiekast’ Vroegmiddelnederlands spinde ‘provisiekast’ (1293, Oost-Vlaanderen). Mnl. spinde, spijnde, spende v. ‘provisiekast, voorraadkamer’. Nnl. spynde (1518), spende (1548) ‘uitdeling’, spende, spinde ‘provisiekast, -kamer’ (1599), spijnthiens ‘spindjes’ (1535), spint (1773). In dialecten: Vlaams spinde, Denderstreek spinne, spenne, … [Lees meer...] overEtymologie: spinde, spint
Etymologie: worstelen
Door Michiel de Vaan worstelen ww. ‘vechten’ Vroegmiddelnederlands worstelen (1240, Limburg, Vlaanderen), werstelen (1320–40, Vlaanderen/Holland/Brabant), warstelen (1348, Vla.), wrastelen (1469–80, Hol.), wraestelen (1481, Hol.), widerworstelen ‘tegenspartelen’, ontworstelen/ontwrastelen (1340–60), tegenwrasselen ‘tegenspartelen’ (1477). Nieuwnl. worstelen (1526), … [Lees meer...] overEtymologie: worstelen
tragisch / triest
Verwarwoordenboek Vervolg (33) Door Jan Renkema In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek. Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld … [Lees meer...] overtragisch / triest
Etymologie: wankel
Door Michiel de Vaan wankel bn. ‘niet vast, zwenkend’ wankelen ww. ‘onvast gaan’ Oudnederlands uuankilheide ‘onstandvastigheid’ (901–1000); Middelnederlands wankel ‘onstandvastig’ (1285), ‘zwak, onbetrouwbaar, onzeker’ (1373), wankelen ww. ‘wankelen; onvast staan, twijfelen’ en ‘doen wankelen’ (1240), wankelheit zn. (1401–1410), wankelmoet ‘onstandvastigheid’ (ca. 1400); … [Lees meer...] overEtymologie: wankel
Etymologie: vierschaar
Door Michiel de Vaan vierschaar zn. ‘rechtbank’ Oudnederlands in Latijnse context: virscarnam (1125, acc.), virscarnen (1153, nom.), virscarna (1193) ‘rechtbank’. Vroegmiddelnederlands vierscharne (1254), vierscaerne (1294), vierscaren (1277), vierscarre (1278), vierscaer (1356) ‘rechtbank’, ‘gebied waarin een vierschaar jurisdictie heeft’. Het woord wordt in een groot … [Lees meer...] overEtymologie: vierschaar
Etymologie: vroed
Door Michiel de Vaan vroed bn. ‘verstandig’ Vroegmiddelnl. vroet, vroede (1212–1223, als toenaam), vrut (1240) ‘wijs, verstandig’, Nieuwnl. vroet (1503), vroede. Tot de afleidingen behoren o.a. Mnl. vroeden (1240) ‘verstand hebben; tot inzicht brengen’; Mnl. bevroeden ‘meedelen; begrijpen’ (1265-1270), Nnl. bevroeden ‘inlichten; begrijpen’ (bevroeden 1509, bevroeyen 1555, … [Lees meer...] overEtymologie: vroed
Etymologie: vlijt
Door Michiel de Vaan vlijt zn. ‘ijver’ Oudnederlands fliz ‘aandrang, vlijt’, flizech bn. ‘ijverig’, flizlicher bw. ‘ijveriger’, flizan ww. ‘ijveren’, pret. fleiz (ca. 1100; de tekst waarin deze vormen voorkomen bevat Hoogduitse kenmerken, zoals hier de z). Middelnl. flit m. (1200, Servaasfr.), vliit (1270–1290) ‘ijver, inzet’, ook ‘spoed, haast’; vliteleke bw. (1284, … [Lees meer...] overEtymologie: vlijt
De Bakker of de Baets?
Een Oudnederlandse beroepsnaam in Oudfranse vermomming Door Peter Alexander Kerkhof Namen zijn eigenaardige dingen binnen de etymologie. Ze zijn van nature erg conservatief en hebben daarom het wonderbaarlijke vermogen om een oude uitspraak van een woord te bewaren terwijl de rest van de taal verder evolueert (zie Stroop 1984). Maar er is nog een reden waarom het behoudende … [Lees meer...] overDe Bakker of de Baets?
Etymologie: verguizen
Door Michiel de Vaan verguizen ww. ‘beschimpen’ Middelnederlands vergusen (1440–1460) ‘te schande maken’, Nnl. verguysen ‘bespotten; met hoon overladen’ (1572), guyse (zetten) ‘spottend gebaar naar iemand maken’ (1588). Verwante vormen: Middelnederduits gusen ‘schrik aanjagen, tot zwijgen brengen’, Westfaals dial. vergüset ‘gestoord’, Ripuarisch verguuzen, verjuuzen … [Lees meer...] overEtymologie: verguizen
Etymologie: vergetel
Door Michiel de Vaan vergetel bn. ‘vergeetachtig’ Middelnederlands vergetel ‘vergeetachtig’ (1284), Nnl. verghetel ‘vergeetachtig’, ook ‘vergetend’ (1588). In de schrijftaal nog maar zelden na 1700. Afleiding: onverghetel ‘niet te vergeten’ (1350-1450). Het bn. -getel komt met een ander voorvoegsel al voor in het Oudnederlandse zn. afgetali v. ‘vergeetachtigheid’ … [Lees meer...] overEtymologie: vergetel
Etymologie: Klaas Vaak
Door Michiel de Vaan vaak zn. ‘slaap’ Oudnederlands Vak, gebruikt als bijnaam: Simon cognomento Vak (1130–1161). Middelnl. vaek m. ‘slaperigheid, slaap’ (1240), Nnl. vaeck (1540), vaak (1612). Tot ca. 1700 in de Noordnl. literatuur in gebruik voor ‘slaap’, bijv. in de vaak verdrijven, de vaak uit de ogen wrijven. In de standaardtaal nog in de uitdrukking praetjes voor de … [Lees meer...] overEtymologie: Klaas Vaak
Etymologie: smaldeel
Door Michiel de Vaan smaldeel zn. ‘onderdeel’ Nnl. smaldeel (1700). Afgeleid uit het werkwoord Mnl. smaldeelen ‘in kleine delen splitsen, onderverdelen’ (1301–25), smaeldelen (1362), Nnl. smaldeelen. Daarvan ook het bw. smaldeelich ‘betreffende wiskundige breuken’ (De Dene, 1561) en zn. Mnl. sma(e)ldelinge ‘splitsing, omslag’ (1409-1412), Nnl. smaldelinge … [Lees meer...] overEtymologie: smaldeel
Zeeuwse feestdronk
Door Jan Bethlehem Gaarne voldoet de redactie aan het verzoek tot plaatsing van den navolgenden onlangs te Middelburg, op eenen groten maaltijd, met genoegen gehoorden Toast: kielen, wielen, rand om ’t land De aloude toast van onze vadren, Heel kort, naïf en vol verstand, Die op hun feesten werd gedronken Was: Kielen, Wielen, Rand om ’t Land! Thans is die spreuk … [Lees meer...] overZeeuwse feestdronk
Etymologie: schreef
Door Michiel de Vaan schreef zn. ‘streep’ Mnl. screve v./m. ‘spleet, snede, opening’ (1351), ook ‘streep, lijn’, vandaar ‘grenslijn’ en ‘maat voor vloeistoffen of hout’ (1345: 23 screven houts); Nnl. screve, schreve (1510), schreef (1620) ‘streep, grenslijn, perk; reet, kier; inhoudsmaat’. Vandaar overdrachtelijk in boven screven, buter screven ‘boven mate, uitermate’ … [Lees meer...] overEtymologie: schreef
Stageplaats Etymologiebank, Meertens Instituut
Het Meertens Instituut host de zeer populaire Etymologiebank, die meer dan 4 miljoen unieke bezoekers per jaar trekt. Wij willen de inhoud van de Etymologiebank uitbreiden met oude of nieuw geschreven etymologische artikelen en woordenboeken. Voor de toevoeging van materiaal zoeken we stagiairs of vrijwilligers. … [Lees meer...] overStageplaats Etymologiebank, Meertens Instituut
Etymologie: rul
Door Michiel de Vaan rul bn. ‘korrelig’ Nnl. rul ‘los, fijkorrelig’ bn. in de rulle aarde (1622, Bredero), het rulle zand (1814), ‘los’ in Laetst zagh ik een aerdigh baesje / Dorre blaedtjes rul op een / Houden ‘laatst zag ik een aardig baasje dorre blaadjes los op elkaar houden’ (J. Beets, 1668). MoWFri. rul maar ouder ook rol (1869). Niet buiten het (Noord-)Nederlands … [Lees meer...] overEtymologie: rul
Etymologie: rataplan
Door Michiel de Vaan rataplan zn. ‘rommel’ Nnl. rataplan ‘rombom’, nabootsing van het geluid van een trommel. Het vroegst aangetroffen in Rataplan, of de jonge Trommelslager, titel van een uit het Frans vertaald blijspel (1825). Daarna bekend geraakt door het rataplan(-koor) uit Meyerbeers opera Les Huguenots (1836), in Nederlandse krantenrecensies vanaf de jaren 1850. Van … [Lees meer...] overEtymologie: rataplan
Pompernikkel: aard, voorkomen en herkomst
Door Renaat Gaspar Een van de vreemdste woorden in het Nederlands is Pompernikkel, ‘Westfaals roggebrood’. Het is een internationaal woord: uit het Duits Pumpernickel is het onveranderd uitgewaaierd naar het Frans, het Portugees, het Italiaans, het Engels en naar de Scandinavische talen. Zelfs naar het Arabisch: bumbir-nikil. In het Nederlands heeft een klinkerverandering … [Lees meer...] overPompernikkel: aard, voorkomen en herkomst
Etymologie: pruilen
Door Michiel de Vaan pruilen ww. ‘de lippen tuiten van teleurstelling’ Middelnederlands pruulstu ‘pruil jij’ (ende alsment di bidt, so pruulstu ‘rogata non cantas’; Hol. 1464–1485), hi pruult ‘hij pruilt’ (Hol., 1430–1450), pruylen ‘mopperen’ (1477). Nieuwnl. pruylen ‘mopperen, treuren’ (1552–1554), pruilen (1615) ‘mopperen, boos zijn, dreinen, treuren’. In dialecten: … [Lees meer...] overEtymologie: pruilen
7 april 2017: Kiliaanlezing
De Kiliaanstichting nodigt u uit tot het bijwonen van de Kiliaanlezing 2017: MaartenJan Hoekstra (TU Delft) Ontwerpen aan de stad in woorden De lezing wordt gevolgd door een borrel. Gelieve zich op te geven bij: Nicoline van der Sijs (post@nicolinevdsijs.nl) Tijd: Vrijdag 7 april 2017 16.00 uur Plaats: Meertens Instituut (k. 2.18) Oudezijds Achterburgwal … [Lees meer...] over7 april 2017: Kiliaanlezing
Etymologie: woerd
Door Michiel de Vaan woerd, waard zn. ‘mannetjeseend’ Als oudste attestatie wordt Mnl. woerde mv. (1380, Kameraarsrekeningen Utrecht) aangezien. Maar dat het hier daadwerkelijk om ‘woerden’ en niet om ‘woorden’ gaat lijkt me, gezien de context, heel onzeker; de brontekst zou opnieuw bestudeerd moeten worden. Nnl. woert, mv. woerden (1520–1530, Noord-Holland), woorde (1567, … [Lees meer...] overEtymologie: woerd
Rediscovery of heathen temples in the Netherlands; the case of Old Dutch ‘harag’
By Peter Alexander Kerkhof Etymologies live long lives, whether they turn out to be false or not. In Old Germanic studies it is common practice to cite earlier etymological suggestions going back as far as the nineteenth century. In most cases where Old Germanic etymology is involved, this is not a big problem because a lot of the earlier scholarship has been replaced by … [Lees meer...] overRediscovery of heathen temples in the Netherlands; the case of Old Dutch ‘harag’