Bredero in Brussel
Door Ton Harmsen

Als wij een boek cadeau geven kunnen we voorin een opdracht schrijven: ‘Ter Herinnering aan deze mooie dag, Tonny. Je Opa. – 10 October 1955’. In de zeventiende eeuw kocht men het boek apart van de band, en dat bood zelfs de gelegenheid er katernen bij te laten binden met tekst van eigen maaksel. Dergelijke handschriftelijke invoegingen geven het boek een persoonlijke toon. Een dichtbundel waar een jongeman gedichten bij schrijft voor zijn beminde is altijd een feest om te zien.
In Parijs vond ik een dergelijk exemplaar van Bredero’s Groot lied-boeck. Ook in Brussel zag ik een handgeschreven opdracht, in de bundel gedichten en liederen Apollo of ghesangh der Musen. Daar is een manuscript met tien pagina’s poëzie bij ingebonden. Ook hier een vleiende opdracht, in dit geval aan mejoffer Diewertje of Dieweria Cops. Het Parijse handschrift bevat na het gedicht met de opdracht aan Eva Roch een bloemlezing uit bestaande poëzie, in het Brusselse handschrift volgen op de opdracht vier gedichten die de schenker zelf maakte. In beide gevallen illustreert het de zeventiende-eeuwse gewoonte liedboeken en gedichtenbundels cadeau te geven aan een geliefde – het lezen van de gedichten kan Cupido een handje helpen. Eva Roch en Diewertje Cops komen uit de kringen van welgestelde burgers. Een van de zestiende-eeuwse Amsterdamse burgemeesters is Symon Claesz. Cops; of Diewertje familie van hem is weet ik niet. Misschien is zij helemaal geen Amsterdamse: een van de gedichten gaat over een Amsterdamse student die in Leiden op slag verliefd wordt. In plaats van te studeren.
Lees verder >>
Recente reacties