Uit Brabant Melancholiek is 't klinken van de bellen Aan 't haam* van 't paard, dat stapvoets sloft in 't zand, Het opgeschoffeld stof zweeft naar de kant En gansche zwermen vliegen vergezellen Het beest, dat scheukt* en kopschudt van hun kwellen. De kop omlaag, door 't kwastig net omrand, Zo trekt het dier langs 't hooge dorre land De tweewielskar en blijft eentonig … [Lees meer...] overGedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
19e eeuw
Gedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Toen kwam ik in een groote stille stad. De huizen-oogen waren zwart en dom En zonder glans. Zij keken droef en mat ... De lucht was vol van somber klokgebrom. Daar kwam een stoet. Vóóraan een man, die bad; En dan veel mannen, zwart, de ruggen krom, Of 't leed ze allen kromgebogen had Met centnaars* last. Zij weenden stil en stom. En elk van hen had in de droeve … [Lees meer...] overGedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Inwondig leven
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (134) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Over de heldere gedachte Woorden zijn de oogen van de gedachte en doen ons haar inwondig leven kond; zij ontsluiten haar aard en of er grond bestaat diens gebrekkigheid te verachten dan of zij … [Lees meer...] overInwondig leven
Gedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Nietigheid Ach! al des stervlings roem is niet Dan blinkend ijs en ruischend riet. Het ijs versmelt, het rietjen knikt, Als zon of wind het tegen blikt. Waar blijft dan 't schitterschoon kristal? Waar 't oorbehagend pijpgeschal? Eén rukjen luchts, één zonnestraal! Daar ligt des hoogmoeds flonkerpraal. Willem Bilderdijk (1756-1831) Willem … [Lees meer...] overGedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Gedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
De Elyzese velden (fragment uit: De Hollandsche natie) Een zuivre lucht kleedt hier met purperglans de velden, Een zachte rozengeur golft over 't jeugdig land, Met lauwerbossen en gewijde mirth beplant. Hier groeit onsterflijk ooft aan dikgezwollen trossen, Het zilver beekje glijdt door eeuwig groene bossen, Omzoomd met bloemen, die zich spieglen in 't kristal: Een … [Lees meer...] overGedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
O, makkers, ’t pad gaat stijgend
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (133) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Hoe de menschen samengaan in de dagen der jeugd, en waardoor zij scheiden. Opgetogen gingen de jongelingen al wier gedachten in hun oogen welden, eendrachtig, met harten, die niet ontstelden over de … [Lees meer...] overO, makkers, ’t pad gaat stijgend
Gedicht: René de Clercq — België bovenal
• Vandaag Nationale feestdag in België. België bovenal Midden groote landen ligt ons kleine land, als in gouden randen echte diamant. Hooge boomen, blijde stroomen, duin en zee, en berg en dal; werklijkheid der zoetste droomen: België, België bovenal! Over vlas en koren, hoeve en lindetop, schiet een spitse toren scherp ten hemel op: Bijlen, … [Lees meer...] overGedicht: René de Clercq — België bovenal
Plekkend beschenen witte heerlijkheden
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (132) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Schemering is het doodgaan en vertrekkend begeven van dingen die zijn gegleden meê met den dag, en steunde' als vertrouwdheden, en ware' als scheidingen, wegen behekkend. Plekkend beschenen witte … [Lees meer...] overPlekkend beschenen witte heerlijkheden
Het tweede nummer van ‘De Moderne Tijd’
Eind mei verscheen de eerste aflevering van De Moderne Tijd, het tijdschrift van Werkgroep De Moderne Tijd (voorheen Werkgroep Negentiende Eeuw). Hierin kwam duidelijk tot uitdrukking hoezeer het onderzoeksgebied uitgebreid was tot het bredere tijdvak waar nu ook de late achttiende en vroege twintigste eeuw onder vallen. Nu is het tweede nummer alweer van de persen gerold. … [Lees meer...] overHet tweede nummer van ‘De Moderne Tijd’
Twistgezangen van Vleesch en Visch: oplichterij
Door Marita Mathijsen Oplichterij in de literatuur: het gebeurde al vóór Ossian. Ook Van Lennep deed eraan mee. De Rijmkroniek van Klaas Kolijn, zogenaamd uit de twaalfde eeuw maar in werkelijkheid in de zeventiende eeuw geproduceerd, is er een bekend Nederlands voorbeeld van. Iedereen tuinde indertijd in het bestaan van het Oera Linda Boek dat in 1872 werd uitgegeven als een … [Lees meer...] overTwistgezangen van Vleesch en Visch: oplichterij
Lezing Peter Altena: ‘Het Oosten’ op Delpher, 2 juli 2017
Het Nijmeegse weekblad Het Oosten, dat van 1871 tot 1960 verscheen, is door de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief in Den Haag compleet gedigitaliseerd. Iedereen kan deze unieke historische bron nu gratis doorbladeren op de website www.delpher.nl. Het Oosten werd opgericht door Johannes van ’t Lindenhout, de stichter van de Weesinrichting Neerbosch. In de … [Lees meer...] overLezing Peter Altena: ‘Het Oosten’ op Delpher, 2 juli 2017
Gedicht: Jan van Droogenbroeck – Twee ghazelen
• GHAZELE beteekent eigenlik lofgedicht , en is eene oorspronkelik Perzische vorm door Rückert en Platen bij den Duitscheren ingevoerd. Tweede ghazele. Wijn! breng hier! Wijn, o Schenker! dat hemelsche goed, breng hier! Die vloeiende vlammen, dien vlammenden vloed, breng hier! Wijn, die het hert verheugt en den geest verrukt, Die alle wee vergeten, belachen doet, … [Lees meer...] overGedicht: Jan van Droogenbroeck – Twee ghazelen
Gedicht: Eliza Laurillard – Een vers dat als een nachtkaars uitgaat
• Warmweergedicht bij uitstek. . Een vers dat als een nachtkaars uitgaat In een dilligence zaten Negen menschen bij elkaar; 't Was een dag van groote hitte, En de lucht was drukkend zwaar. Alles wat die menschen zeiden, Kwam zoowat op 't zelfde neer: Niemand hunner sprak tenminste Anders dan van 't heete weer. … [Lees meer...] overGedicht: Eliza Laurillard – Een vers dat als een nachtkaars uitgaat
Gedicht: Frederik van Eeden – Ster-licht Gewelf! – Uitspansel eindeloos!
Ster-licht Gewelf! - Uitspansel eindeloos! Waereld van Liefde! - Ruimten zonder Naam! Hoe kan dit woonen in zóó klein lichaam, In een eng huis, zóó wankelend en broos? Hoe vat één Ziel, leevend zóó korte poos, In zich de Ziel van àl wat leeft, te saam, Dat zij durft noemen 't Weezen en den Naam Des één'gen Gods, die àl is en àltoos? … [Lees meer...] overGedicht: Frederik van Eeden – Ster-licht Gewelf! – Uitspansel eindeloos!
Gedicht: Frederik van Eeden – Ellen (fragment)
Ellen, eerste zang (fragment) Waarom hebt Gij den Dood zoo lief, mijn Lief? Wel ben ik niet afgunstig, maar toch schijnt Mijn leevend hart m'Uw leevend schoon meer waard Dan Hij, die zwijgend en verteerend mint, Uw stem niet wil en niet Uw oogenlicht, Maar 't arme lijf alleen, dat het geheel Vergaan moet voor zijn koude liefdevlam. - Hij zal Uw schoon niet sparen, … [Lees meer...] overGedicht: Frederik van Eeden – Ellen (fragment)
De eerste aflevering van ‘De Moderne Tijd’ is verschenen!
De Werkgroep De Negentiende Eeuw heeft in 2017 haar activiteiten uitgebreid tot het bredere tijdvak waar ook de late achttiende en vroege twintigste eeuw onder vallen, en haar naam veranderd in De Moderne Tijd. De Werkgroep publiceert het tijdschrift De Moderne Tijd, waarvan deze week het eerste nummer is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen van gevestigde en … [Lees meer...] overDe eerste aflevering van ‘De Moderne Tijd’ is verschenen!
Gedicht: Guido Gezelle – Boodschap van de vogels
Boodschap van de vogels (fragment) Zanggebroeders uit het woud, met uw talen duizendvoud: Gij, die kwinkt en gij, die kwedelt, gij, die schuifelt en die vedelt, gij, die neuriet, gij die tiert, gij, die piept en tiereliert, gij, die wistelt en die teutert, gij, die knotert en die kneutert, gij, die wispelt en die fluit, gij, die tjiept en tureluit, … [Lees meer...] overGedicht: Guido Gezelle – Boodschap van de vogels
Gedicht: Multatuli – Lied van Saïdjah
Lied van Saïdjah Ik weet niet waar ik sterven zal. Ik heb de grote zee gezien aan de Zuidkust, toen ik daar was met mijn vader om zout te maken. Als ik sterf op de zee, en men werpt mijn lichaam in het diepe water, zullen er haaien komen. Ze zullen rondzwemmen om mijn lijk, en vragen: ‘wie van ons zal het lichaam verslinden, dat daar daalt in het water?’ Ik zal ‘t niet … [Lees meer...] overGedicht: Multatuli – Lied van Saïdjah
Unieke bron over het Katwijks uit 1879 aan het licht gebracht
Door Thijs Porck Tijdens onderzoek naar de laat-negentiende eeuwse correspondentie tussen de Leidse hoogleraar P. J. Cosijn en diens student G. J. P. J. Bolland stuitte ik in de Leidse Universiteitsbibliotheek op een brief met een groot aantal observaties over het Katwijks. De Groningse Bolland werkte van 1877 tot 1879 als schoolmeester in Katwijk aan Zee en stuurde zijn … [Lees meer...] overUnieke bron over het Katwijks uit 1879 aan het licht gebracht
Een stijve hark en een gangmaker
Door Marita Mathijsen In 2000, het jaar waarin ‘de negentiende eeuw’ niet meer ‘de vorige eeuw’ was, liep Geert Mak in zijn eentje de tocht na die Jacob van Lennep in 1823 samen met Dirk van Hogendorp door Nederland maakte. Van Lennep hield een dagboek van die tocht bij en dat hebben Mak en ik in 2000 opnieuw uitgeven. Er werd een televisieserie in tien delen van gemaakt: De … [Lees meer...] overEen stijve hark en een gangmaker
Gedicht: Willem Kloos – Sonnet en scheldsonnet
Vandaag verschijnen bij Vantilt de heruitgave van Willem Kloos’ vermaarde bundel Verzen, met daarin ook de beruchte scheldsonnetten, én de biografie Willem Kloos [1859-1938] van Peter Janzen en Frans Oerlemans (waarin onder meer wordt geopperd dat Kloos een borderliner was). Zooals daar ginds, aan stille blauwe lucht, Zilveren-zacht, de half-ontloken maan Bloeit als een … [Lees meer...] overGedicht: Willem Kloos – Sonnet en scheldsonnet
Gedicht: Henriette Roland Holst – Over rustigende vastheid die ik vond
Over rustigende vastheid die ik vond De mensen zijn in twijfel gevangen 't gezicht van een god heeft de tijd gebleekt, nu kom ik ze vertroosten met gezangen van wat nooit wisselt en in niets ontbreekt. Ik kan bemoediging zijn voor de bangen, de klare stem die altijd rustig spreekt, omdat mijn hart dat geen angstvallig hangen aan wolken kent, ziet wat door wolken … [Lees meer...] overGedicht: Henriette Roland Holst – Over rustigende vastheid die ik vond
Zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum!
Door Marc van Oostendorp Beethoven is ontegenzeggenlijk een groot componist, die prachtige muziek heeft geschreven. Maar wanneer luistert een mens ooit naar die muziek? Wanneer heb je voor het laatst de maneschijnsonate opgezet om ernaar te luisteren? Wanneer zat je voor het laatst in een zaal waar ze de Negende speelden? Beethoven is zo klassiek dat het onmogelijk om ernaar … [Lees meer...] overZwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum!
Gedicht: Piet Paaltjens – Immortelle XXV
'Immortelle XXV' was in 1993 een van de tien favoriete gedichten van Anna Enquist. Immortelle XXV Hoor ik op Sempre een waldhoorn, Of ook wel een Turkse trom, Dan moet ik zo bitter wenen; En - ik weet zelf niet waarom. Vraagt een der werkende leden: 'Hoe kan een Turkse trom Of een waldhoorn u zo roeren?' - Dan weet ik zelf niet waarom. … [Lees meer...] overGedicht: Piet Paaltjens – Immortelle XXV
Wijlend in de spiegel-rust van dieper meren
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (119) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Ons verheugend over de geneugten van het deelwoord zaten wij gebogen over de vliedende verzen van Karel van de Woestijne. Je kunt je zinnen er zo veel compacter mee maken – waarom gebruiken we op Twitter … [Lees meer...] overWijlend in de spiegel-rust van dieper meren