Wat is de overeenkomst tussen een adamant, een briljant en een juweel? Het antwoord op deze vraag is dat in het verleden diamant een synoniem was voor deze drie woorden. Kun je daar met één simpele zoekopdracht achterkomen? Jazeker, dat is mogelijk met DiaMaNT.
Door Roland de Bonth (Instituut voor de Nederlandse Taal)
Gisteren heeft het Instituut voor de Nederlandse Taal een nieuwe, derde versie van de internetapplicatie Brieven als Buit uitgebracht. Dit corpus bevat 1033 brieven uit de 17e en 18e eeuw die familieleden, vrienden, bekenden en zakenpartners vanuit het buitenland naar hun vaderland hebben gestuurd of – omgekeerd – die vanuit Nederland naar overzeese gebieden zijn gezonden. Hun bestemming hebben deze brieven nooit bereikt. Tijdens de vier Engels-Nederlandse oorlogen werden ze buitgemaakt door kapers, die hiervoor in een kapersbrief toestemming kregen van hun overheid. Om te kunnen controleren of de kaping op correcte wijze was verlopen nam het High Court of Admiralty de brieven in beslag. Uit de meer dan 40.000 brieven die als gevolg daarvan in de National Archives in Kew (Verenigd Koninkrijk) worden bewaard, werd een selectie gemaakt voor het onderzoeksprogramma Brieven alsBuit/Letters as Loot, dat liep van 1 september 2008 tot 1 september 2013 en geleid werd door prof. dr. Marijke van der Wal.
Trots presenteren de Oldenburgische Landschaft en de gemeente Saterland de website Seeltersk.de. De site bevat nieuws en achtergrondinformatie over het Friese dialect van Saterland, het Seeltersk.
Lelio en Ardelia willen trouwen. Een lid van de rederijkerskamer In liefde bloeyende zet hun geschiedenis in 1629 op de planken. Het verhaal is komisch genoeg voor een klucht, de uitwerking is gevarieerd genoeg voor een blijspel, dus hij noemt zijn toneelstuk Kluchtighe comedie van Ardelia en Flavioos vryagie. Een merkwaardige titel, meer voor de hand zou liggen vryagie van Ardelia en Lelio: Flavio is Lelio’s boezemvriend die hem met raad en daad bijstaat, een essentiële maar niet de hoofdrol. Flavio is ook verliefd, op Silvia, maar haar persoon speelt een nog kleinere rol. Ardeliaen Lelio was dus een betere titel geweest.
Het toneel is in Bologna. Lelio vertelt Flavio dat zijn vader Zenobio het huwelijk met Ardelia dwarsboomt, en hem daarom voor drie jaar naar de Universiteit van Padua stuurt. Omdat Flavio van plan was op dezelfde dag als Lelio te trouwen gooit deze ontwikkeling hun beider glazen in. Flavio bedenkt een plan. Lelio is een gehoorzame zoon, hij laat zich niet gemakkelijk door zijn vriend overreden, maar diens list is te aantrekkelijk om het niet te proberen.
Voor het literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo kunt u al enige jaren gebruik maken van Praten over romanfragmenten. Deze website bevat gratis, kant-en-klaar lesmateriaal bij meer dan twintig moderne romans en is ontwikkeld door en voor docenten, met medewerking van de auteurs en uitgevers.
Zo’n 8.000 Gezellebrieven worden bewaard in het Guido Gezellearchief van de Brugse Openbare Bibliotheek. Vijfhonderd ervan kun je nu ontdekken via Gezelle.be. Samen met een groep enthousiaste vrijwilligers en wetenschappelijke partners zoals de KANTL maakte de bibliotheek een online editie van de briefwisseling tussen Gezelle en de leraars van het Sint-Lodewijkscollege. Naar aanleiding van het project werd Gezelle.be uitgebreid met nieuwe functies die de briefwisseling toegankelijk maken en tot leven brengen. Er loopt ook een briefschijfactie op negentiende-eeuws papier. Het project loopt in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren, het Guido Gezellegenootschap, en de Universiteit Antwerpen.
De IVN en Poetry International presenteren tijdens De Week van het Nederlands Dichters op reis, een online wereldkaart met gedichten van Nederlandse en Vlaamse dichters over plaatsen die ze tijdens buitenlandse reizen bezochten. Dichters als Antoine de Kom, Hester Knibbe, Menno Wigman, Cees Nooteboom en Jelica Novakovic raakten geïnspireerd door steden als Damascus, Bogota, Antwerpen en Berlijn en mythische plekken als Delphi. De gedichten zijn niet alleen via de plattegrond te traceren en te lezen, ze zijn vaak ook te beluisteren, voorgelezen door de dichter zelf. Een virtuele, poëtische wereldreis nu, ter inspiratie voor een daadwerkelijke reis zodra dat weer kan. De Week van het Nederlands duurt nog tot en met 10 oktober, de wereldkaart met gedichten staat op www.dichtersopreis.nu.
Op maandag 7 september is, voor iedereen beschikbaar, de tweede digitale uitgave van de Twentse Taalbank online gekomen als PDF-bestand. Dit betreft de volledige transcriptie van het rijmstuk To Hooupe Kallinge Manges den Swarten Meyster Onde sinen Knegt (1672) van Justus Nipetang, met een Engelse vertaling en een inleiding door Chris Canter.
Twee maande gelede het ek ’n pleidooi vir die oprig van ’n aanlyn nagraadse studiegroep vir Afrikaans en Nederlands gelewer. Ek is opgewonde om aan te kondig dat die Samespraakwebblad op 1 September geloods is. Remona Voges het die ontwerp van die webblad behartig.
Gruuts prizzenteert de Limbörgse Academie häöre nuie website limburgs.org. D’n dreitaolege website gief ’n euverziech vaan eus activiteite, projekte en taolprodukte. Dees höbbe veer tot noe touw iereambtelek kinne oontwikkele veur ’t Limbörgs.
Zoals ik in mijn vorige column schreef: in De wanhébbelyke liefde (1678) krijgt Hendrik te horen dat zijn meisje met zijn vader gaat trouwen en dat haar moeder op hem verliefd is. Hij is helemáál van zijn stuk als Agniet, de nicht van zijn meisje, hem aanraadt op de avances van zijn beoogde schoonmoeder in te gaan. Maar dat is een valstrik:
[…] men zal niet toelaaten, dat een vader ’t kind Van zyn zoons vrouw trouwt; men is niet ontzind, Of dol in dit land, om dat te dulden: én veel minder Dat een moeder haar schoonzoons zoon trouwt. De wanhébbelyke liefde, vs. 387-390
En inderdaad, als de trouwplannen van het meisje met zijn vader en tegelijk die van de jongen met haar moeder bekend worden zijn de poppen aan het dansen: Lucia wordt de vrouw van Joost en daardoor de stiefmoeder van haar vrijer, die haar vader wordt, zodat zij ook zijn stiefdochter zal zijn. In spiegelbeeld gelden precies dezelfde complicaties voor Hendrik. Wie bedenkt zoiets? Deze duizelingwekkende constructie geeft meteen aanleiding tot heftige ruzie, die door Hendriks neef bezworen wordt:
De toespraak die Arnon Grunberg op 4 mei hield in de Nieuwe Kerk in Amsterdam tijdens de Nationale Dodenherdenking kon op veel lof rekenen. Hij werd alom geprezen, misschien wel juist doordat hij in zijn toespraak benadrukte dat herdenken méér zou moeten zijn dan een uitgehold ritueel: het zou ‘een verlangen naar kennis’ in zich moeten dragen.
Die Virtuele Instituut vir Afrikaans (VivA) stel op 21 Mei 2020 Taalportaal en Taalonderrigportaal bekend.
Hierdie geleentheid sal op Donderdagoggend 21 Mei vanaf 10:00 – 11:00 aanlyn plaasvind.
Die gasspreker tydens hierdie geleentheid is dr Theuns Eloff van die Trust vir Afrikaanse Onderwys (TAO), en ná sy spreekbeurt sal ’n kort paneelbespreking plaasvind waar die belangrikheid en rol van digitale onderrig en digitale hulpmiddels in ’n moderne era aan bod sal kom.
de blauwe lijn is de grens tussen het Nederlandse Frankisch en het Duitse Frankisch
Door Peter-Alexander Kerkhof
Het is onder taalkundigen een goed bewaard geheim dat er van het Oudnederlands best veel bekend is. Het Oudnederlands Woordenboek bevat vele duizenden woordingangen en je zou het niet graag op je tenen krijgen. Op deze website kunt u kennismaken met de rijkdom van het Oudnederlands. U kunt er zien (en horen) wat er allemaal van het Oudnederlands bewaard is gebleven en waarom de Oudnederlandse taal een belangrijk stuk van ons culturele erfgoed is.
Blijheid en feestvreugde overspoelden het land na 5 mei 1945. Ook de Nederlandse schrijvers haalden opgelucht adem. Maar niet allemaal – en over die andere verhalen gaat het in de nieuwe online tentoonstelling De achterkant van de bevrijding – Literair leven na de oorlog. Vanaf nu op Literatuurmuseum.nl, gewoon vanuit huis te bezoeken.
Voor alle leerlingen in het havo/vwo én in het vmbo, maakte leraar Nederlands Arnoud Kuijpers een site waarin wordt uitgelegd wat precies de regels zijn over wanneer iemand wel of niet geslaagd is, nu het Centraal Examen is komen te vervallen: Benikgeslaagd.com
We hadden het vandaag eigenlijk feestelijk willen openen aan het Meertens Instituut, maar dat doen we nog wel een keer. Ondertussen willen we deze fraaie site niet gesloten houden: Middelnederlands.nl. – een naslagwerk vooral voor de dialectvariatie in de dertiende, de veertiende en de vijftiende eeuw – gedocumenteerd in de vorm van honderden kaarten die aangeven hoe woorden in officiële documenten gespeld werden.
Corona maakt de pennen los van dichtend Nederland en Vlaanderen. Gedichten over quarantaine, hamsteren, angst en er voor elkaar zijn. Op de website Coronagedicht.nl zijn ze verzameld. Een site die van waarde is in vreemde tijden. Het eerste gedicht werd geplaatst op 18 maart. Binnen een week zijn er al meer dan 200 gedichten ingestuurd door zo’n 150 dichters.
In 2016 meldden we hier dat het Woordenboek van Overijssel online ging, en dat het via twee verschillende webadressen te raadplegen was. Helaas is dat sinds een aantal maanden niet meer zo. De website Onderzoekoverijssel.nl, waarop het woordenboek een prominente plaats innam op de Homepage, met zoekhulp, spellinguitleg en meer, is opgegaan in de website MijnStadMijnDorp, “waardoor alle informatie en collecties nu op één plek te vinden zijn”, aldus de redactie. Helaas is de vindbaarheid van het online woordenboek daarmee ernstig bemoeilijkt, en is het zelfs niet meer te googlen. Dat moet uiteraard anders en beter, maar daar willen we de redactie nu even niet mee lastig vallen.
Eind vorig jaar heb ik een e-mail gestuurd naar de Russische Staatsbibliotheek in Sint Petersburg, waar dit boek bewaard wordt, en aan de conservator gevraagd of men zo goed zou willen zijn dit unieke exemplaar van deze laat-middeleeuwse best- en longseller online te zetten, zodat de hij opgenomen kan worden in de Lijst van gedigitaliseerde Middelnederlandse handschriften en drukken in binnen- en buitenlandse bibliotheken. Al weer een jaar of wat geleden kwam ik min of meer bij toeval deze druk op het spoor en vond ik Menno Anbeek, die zijn master-scriptie over deze twee legendarische gebroeders schreef, bereid om in mijn plaats naar Sint Petersburg te reizen en daar dit boek in handen en in ogenschouw te nemen, alsook digitale opnamen te bestellen, zodat ik een editie van deze roman kon bezorgen.
Het is de droom van iedere onderzoeker: spectaculair materiaal vinden dat nog door niemand bekeken is. Wat de zeventiende-eeuwse Nederlandse letterkunde aangaat is dat niet eens zo moeilijk, maar als je een hele stapel toneelstukken vindt die nergens beschreven zijn is dat toch een groot feest.
Onlangs verscheen in de Koninklijke Bibliotheek Brussel, op de Kunstberg, de jongste aflevering van In monte artium. Dat tijdschrift, een schat aan artikelen over het rijke bezit van de Bibliothèque Royale de Bruxelles, is te koop bij Uitgeverij Brepols en in de winkel van de KBB, en bovendien stelt Brepols het via het internet in pdf-vorm aan iedereen kosteloos beschikbaar. Het veelzijdige jongste nummer staat vol met lezenswaardige artikelen; Michiel Verweij bespreekt vijftiende-eeuwse privécollecties die in de KB-Brussel terecht zijn gekomen, vanuit de vraag of zij nog laat-middeleeuws of reeds vroeg-humanistisch zijn. Voor neerlandici bijzonder relevant is de beschouwing van Johanna Ferket en Bram Caers over de toneelmanuscripten in de KB-Brussel. Ferket (Universiteit Antwerpen) is specialist op het gebied van toneelliteratuur, zij publiceerde onder andere over maatschappijkritiek in zeventiende-eeuwse kluchten. Caers (Universiteit Leiden) is codicoloog, hij doet onderzoek naar zestiende-eeuwse manuscripten over politieke gebeurtenissen.
Wie Neerlandistiek per mail volgt, treft in zijn inbox elke ochtend een dagoverzicht met alle artikelen van de vorige dag aan. Dit overzicht opent steevast met een gedicht, geplaatst door Raymond Noë. Bij zijn keuze laat hij zich doorgaans leiden door de actualiteit of de tijd van het jaar. Zo plaatste hij op 2 januari het gedicht ‘Ik wens U een jaar’ van Guido Gezelle. Althans, aan deze Vlaamse dichter werd het gedicht op diverse internetsites toegeschreven. In reacties op die post twijfelden enkele lezers openlijk aan deze toeschrijving. Vooral het gebruik van de woorden creativiteit en alfabet deed hen de wenkbrauwen fronsen. Inmiddels wordt op Neerlandistiek bij het gedicht vermeld dat de schrijver anoniem is.
Vragenlijstenbank Meertens Instituut maakt het mogelijk dat te achterhalen
(Persbericht Meertens Instituut)
Vanaf 1931 zijn door het Dialectenbureau, de voorloper van het Meertens Instituut, vragenlijsten rondgestuurd naar informanten verspreid over Nederland en later ook Vlaanderen. Het doel was de variatie in de Nederlandse taal en cultuur in kaart te brengen. De informanten moesten antwoorden geven op vragen als: “Hoe noemt men de doeken waarin de zuigelingen gewikkeld worden?”, of: “Hechtte men er belang aan of de eerste persoon die men met nieuwjaar ontmoette een man of een vrouw was?” Vragenlijsten en verzamelde antwoorden zijn nu voor iedereen toegankelijk via de Vragenlijstenbank.
Recente reacties