Categorie: Neerlandistiek voor de klas
Een nieuw examen Nederlands
Auteurs Weijts en Huff hebben geen oog voor de docent Nederlands.
Voor de komende generatie wordt Nederlands het spannendste vak
Manifest Nederlands op school : Meer inhoud, meer plezier, beter resultaat
Het schoolvak Nederlands is een belangrijk vak, dat gericht is op de ontwikkeling van taalvaardigheid en geletterdheid. Veel docenten Nederlands geven heel inspirerend en bevlogen les, maar toch is niemand echt helemaal tevreden over het vak. Veel leerlingen vinden Nederlands saai en docenten lijden vaak onder zware werkdruk. Meer algemeen is de kritiek: het programma heeft te weinig inhoud, is niet uitdagend genoeg, en het sluit onvoldoende aan bij de maatschappelijke eisen voor taalvaardigheid en geletterdheid. Dat moet en kan beter.
Reactie Levende Talen op Onderwijs 2032
Reactie op het voorstel Onderwijs 2032
Een nieuw leerboek – maar niet ideaal
Een neerlandicus kan maar beter geen Italiaanse taalgeleerde als vrouw hebben. Het kleinste uitstapje in de historische taalwetenschap wordt ongenadig afgestraft: zoiets als het Latijn hebben wij toch maar mooi niet.
Toch is er inmiddels een redelijk stevige canon van kennis opgebouwd over de geschiedenis van het Nederlands. Een belangrijkste prestatie van de afgelopen decennia is de ontsluiting van het Oudnederlands voorbij Hebban olla uogala. (We wachten met spanning op de studie die NederL-medewerker Michiel de Vaan over dit onderwerp zal publiceren.)
Het werd daarom wel weer eens tijd voor een nieuw handboek over het onderwerp. Dat is nu geschreven door Henk Bloemhoff en Nanne Streekstra; er zijn twee hoofdstukken aan toegevoegd, een over zo’n beetje alle taalvariëteiten uit het zuiden (Brabants, Limburgs, Vlaams en Zeeuws) en een van Arjen Versloot over het Fries.
Het lijkt me bruikbaar voor het doel waarvoor de uitgever het aanprijst – “naslagwerk voor studenten en een handig hulpmiddel voor andere geïnteresseerden” –, maar een ideaal boek is het niet geworden.
Spotify-lijsten voor (en door) neerlandici
Mirella van der Made van de actieve Facebook-groep Leraar Nederlands maakte enkele Spotify-afspeellijsten met Nederlands materiaal, bijvoorbeeld voor gebruik in de les. Het zijn ‘collectieve’ afspeellijsten, hetgeen wil zeggen dat andere Spotify-gebruikers ook materiaal kunnen toevoegen:
Maak het vak Nederlands aantrekkelijker
Het eindexamen spellen
Vandaag vergadert de Tweede Kamer over de eindexamens van dit jaar. Voor het schoolvak Nederlands wordt dat waarschijnlijk een rustig jaar, behalve dat SP-Kamerlid Jasper van Dijk de spelling hoog op de agenda heeft gezet.
De spelling! Eind vorig jaar had staatssecretaris Sander Dekker nog gezegd dat het natuurlijk uitgesloten was dat iemand die slecht spelde dat eindexamen zou halen, maar in de correctie-instructies bleek dat leraren dit jaar voor spelfouten geen punt konden aftrekken.
Dat was dus een fout van Dekker. Strikt genomen heeft hij de Kamer daarmee verkeerd geïnformeerd. Omdat Nederlandse parlementariërs zich wel graag opwinden over de spelling, maar gelukkig niet zoveel dat ze daarvoor een staatssecretaris wegsturen, zal hij wel mogen blijven zitten.
Eindexamen Nederlands: Terug naar de basis!
In “Music As A Language” vertelt superbassist Victor Wooten hoe je het beste leert om muziek te maken. Je moet “jammen met professionals”. Een baby leert taal immers ook door met mensen te communiceren die taalvaardiger zijn en daardoor probeert de baby deze – onbewust – bij te benen. Muziekonderwijs zou volgens Wooten ook zo ingericht moeten worden; je moet meteen met goede muzikanten goede muziek maken. Juist het je klas voor klas voortbewegen in de muziekschool en het gegeven dat je pas naar een volgende groep mag als je een bepaalde test hebt afgelegd werkt contraproductief, vindt hij. Niet alleen ben ik dat met Wooten eens, ik ben ook van mening dat wij juist te vaak ons taalonderwijs ook te veel in deelonderwerpen hebben ingericht.
Het schoolvak Nederlands bestaat sowieso bij uitstek al uit deelonderwerpen. Dat betekent dat wij in een SE (schoolexamen) havo of vwo taalkundige en letterkundige onderwerpen toetsen. Een beetje SE bestaat dus uit literatuurtoetsen, het verwerken van boeken, poëzie-analyses maken, stijlfiguren, beeldspraak en argumentaties toepassen en onderscheiden, een mondeling betoog houden en een fatsoenlijk stuk schrijven. Het CSE (centraal schriftelijk examen) toetst dan vervolgens weer wat anders: een soort leesvaardigheid die inhoudt dat men een aantal trucs toepast. De kritiek op deze vorm van examineren houdt aan en ik zie nog geen weerlegging ervan. Om analoog te blijven met het muziekonderwijs, lijkt het alsof wij bij Nederlands tijdens schooltijd examineren op gitaar spelen, piano spelen, drummen, zingen en blokfluiten, waarna we in de examenzaal ineens de leerlingen toetsen op paardrijden. Natuurlijk is Nederlands meer dan leesvaardigheid!
Een taal is meer dan alleen leesvaardigheid
Lees verder >>
Zit dat centrale examen Nederlands niet stilaan potdicht?
Al enkele jaren kijk ik met verwonderde blik naar hoe de eindexamens in Nederland worden aangepakt. Terwijl er in Vlaanderen enkel een schoolexamen is voor elk vak, waarbij de leerkracht zelf kiest op welke manier de vragen worden geformuleerd (eventueel in overleg met vakcollega’s), worden in Nederland zowel centrale examens als schoolexamens georganiseerd op het einde van het secundair onderwijs. De eindscore van de leerling wordt dan bepaald door het gemiddelde van beide scores te nemen. Vroeger kwam het er dan vaak op neer dat slechtere prestaties op het centrale examen gecompenseerd werden met het ‘makkelijkere’ schoolexamen, maar nu er een regel bestaat dat die scores op schoolniveau gemiddeld gezien maar een half punt van elkaar mogen verschillen, is ook die compensatiekans grotendeels van de baan. Goed scoren op het centrale examen is daardoor nog belangrijker geworden voor leerlingen. Vanmorgen heb ik me ook even aan zo’n centraal eindexamen gewaagd: ik heb me door het vwo-examen Nederlands van afgelopen maandag geworsteld (wat doet een mens anders op z’n vrije dag?). Dat bleek niet alleen tijdrovender te zijn dan ik had verwacht, maar het was ook verre van een gemakkelijke opdracht: achteraf klikte ik met licht trillende vingers het correctievoorschrift aan. Als neerlandicus, lesgever én onderzoeker Nederlandse Taalkunde aan een Vlaamse universiteit zou ik zo’n vwo-examentje in een wip moeten kunnen invullen, zou je denken, vooral omdat het op Neder-L al als “niet zo moeilijk – misschien zelfs iets té eenvoudig” werd omschreven, maar dat viel me toch even tegen.
Een falend taalbeleid en het examen Nederlands
De eindexamens zijn gisteren begonnen: een stressvolle periode voor middelbare scholieren, maar ook voor leraren (en trainers) zoals ik. Niet alleen omdat er een berg werk nagekeken moeten worden, maar vooral omdat het werk stikt van de fouten. Dit jaar worden er, in het hernieuwde eindexamen Nederlands voor havo en vwo, niet langer punten afgetrokken voor spel- en taalfouten. Voor mijn leerlingen bleek dit de laatste weken helaas een vrijbrief om helemaal niet meer op spelling te letten: van de 39 vwo-leerlingen die ik naar hun eindexamen heb begeleid, wist slechts een enkeling een foutloze tekst te schrijven. De meesten wisten eigenlijk wel hoe het moest, maar vonden het simpelweg niet nodig, met ‘Maar mevrouw, u weet toch wat ik bedoel?’, als veelvoorkomend argument. Daar moet verandering in komen. Hogescholen en universiteiten klagen al jaren steen en been over het lage taalniveau, en terecht. Wat mij betreft ligt de verantwoordelijkheid voor een goede taalvaardigheid in de eerste plaats bij het onderwijs, en dan met name bij het taalbeleid in het onderwijs, en daarna pas bij de leerlingen zelf.
Lees verder >>
Vwo-eindexamen 2015: een samenraapsel is rommelig
Misschien komt het doordat ik de afgelopen jaren gewend ben aan de gedachtekronkels van de examenmakers; maar ik vond het vwo-eindexamen van vanmiddag <hier> van dit jaar niet zo slecht en trouwens ook niet zo moeilijk – misschien zelfs iets té eenvoudig.
Ik hoop in ieder geval dat de eerstejaars van na de zomer wel iets meer kunnen behappen dan een blog van Govert Schilling over zijn tripje naar de Zuidpool
Maar enfin. De kwaliteit van de vragen lijkt me een stuk verbeterd in vergelijking met een paar jaar geleden. Zulke evidente voorbeelden van meerkeuzevragen waar alle antwoorden goed kunnen worden gerekend of juist fout, heb ik niet gevonden. Het lijkt mij dat je als intelligente vwo’er de toets niet alleen goed moet kunnen doen, maar dat je zelfs bij een voldoende hebt laten zien dat je de voorgeschotelde teksten begrepen hebt.
Al blijven er rare dingen.
Lees verder >>
Schoolvak Nederlands: geen trucjes, maar meesterschap
Argumenteren volgens het College voor Examens
Door Marc van Oostendorp
“Heeft het College voor Examens”, luidde een Kamervraag van het Pvda-Kamerlid Jadnansing, “in 2014 opnieuw een gesprek gevoerd met hoogleraren taalkunde inzake de inhoud van het examen Nederlands en de nieuwe kritiek daarop?”
Het antwoord op die vraag luidt natuurlijk: nee, dat heeft het College voor Examens – de instelling die verantwoordelijk is voor de eindexamens in Nederland – niet gedaan. Het College houdt niet van discussie, dat was precies waar de ‘nieuwe kritiek’ uit de Kamervraag over ging. In een blog hier op Neder-L, waarnaar Jadnanansing verwees, vatte ik het als volgt samen:
“Hoe kan zo’n belangrijke instelling in Nederland het zich permitteren om eindexamens slordig samen te stellen (teksten slordig te redigeren, vragen slordig te formuleren, in een van de Havo-teksten is in ieder geval volgens sommigen een spelfout blijven staan) en vervolgens alle kritiek van de collega’s af te wimpelen?”
Inmiddels heeft het ministerie geantwoord, en het antwoord is duidelijk door het College ingefluisterd. Het antwoord is vooral pikant wanneer je beseft dat een belangrijk doel bij de eindexamens op het havo en het vwo het opsporen van drogredenen is:
Weblog, clubgevoel en onrust.
Door Marc van Oostendorp
Goed nieuws, gisteren: de Tweede Kamer heeft bepaald dat de eindexamens voortaan niet meer alleen beoordeeld moeten worden door het College voor Examens, dat de controle achteraf tot nu toe deed terwijl het zelf ook vooraf verantwoordelijk was voor die examens. Daar komt nu dus als het goed is een einde aan. Hopelijk gaat dat de kwaliteit van de examens verbeteren.
Een van de aanleidingen die de motie van Kamerlid Tanja Jadnanansing noemt, is de ‘commotie’ die vorig jaar is ontstaan ‘rond bepaalde examens’. Hoewel er vorig jaar ineens van alles borrelde op een groot aantal plaatsen, is die commotie minstens voor een deel hier, op Neder-L ontstaan. (Zo dacht in ieder geval het Colleges voor Examens erover toen ze mij en enkele andere onruststokers vorig jaar op het matje riepen en daar woedende dingen begon te schreeuwen over die onrust.)
Toch weer problemen bij het eindexamen Nederlands
Door Marc van Oostendorp
Ergens, hoog in een ivoren toren, zit het College voor Examens, de instelling die in Nederland verantwoordelijk is voor de centrale eindexamens. Wie het waagt om kritiek op die instelling te hebben, wordt arrogant en met minachting toegesproken. De zogeheten vakdeskundigen van die commissie weten alles beter, en zien neer op hun collega’s en op de schrijvers van de stukken over wie ze vragen stellen.
Ik dacht: ik ga me dit jaar niet met het eindexamen Nederlands bemoeien. Dat eindexamen deugt volgens mij en een groot aantal hoogleraren Nederlands om een aantal redenen niet – het toetst vooral hoe goed je eindexamen Nederlands kunt doen, en daarbij komt nauwelijks enige kennis kijken die je buiten de muren van het eindexamenlokaal kunt gebruiken –, maar volgend jaar komt er een nieuw eindexamen. Dat wachten we maar even af. Dacht ik.
Lees verder >>
Twintig jaar examens Nederlands (en nog steeds niet tevreden)