Tijd Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi ooknooit te zullen weten wat het is en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouderdan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijktnaar iets in zichzelf, iets ziet daarwat het meekreeg zoals Rembrandt kijkt op de laatste portrettenvan zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaateen verte … [Lees meer...] overGedicht: Rutger Kopland • Tijd
Gedicht
Gedicht: Willem Hessels • De regen viel die dag zo breed
De regen viel die dag zo breed De regen viel die dag zo breeden zwaar, verloren in de halstond ik, bevangen door een leeden als verstard. Er was geschalvan goten en een witte hondsnuffelde aan mijn knie, een misthad ’t uitzicht blauw gesluierd, wondvoelde mijn hart, ik wistniet meer waarom ik hier was, liefstware ik nu weggegaan, vervreemdvan alles, in de regen, diepstverlangen … [Lees meer...] overGedicht: Willem Hessels • De regen viel die dag zo breed
Gedicht: Willem Hessels • Ballade van ’s levens vreemdheid
Ballade van 's levens vreemdheid Het is maar kort dat gij de zon moogt zien,de nachtelijke sterren en de maan,maar kort dat gij moogt trachten of misschieneen zin voor u in hen zal opengaan;doch wat gij aan het einde hebt verstaan,het zijn slechts loze schaduwen die vlien;het is u alles vreemd voorbijgegaan. Er waren donk're ogen van een honden er was liefde in uw kort … [Lees meer...] overGedicht: Willem Hessels • Ballade van ’s levens vreemdheid
Gedicht: Willem Hessels • Dichten
Dichten Dichten is dromen met ogen openen zolang kijken, tot de starre wandtussen de dingen wijkt, en geen afstandmij langer scheidt van gindse bewogen ruisende bomen en de witte zwanenvan wolken die daarboven staan,en in het vochte blauw mijn ziel kan gaanzich wassen als de ronde pure maan, – dichten is dromen met open ogenen bij levende lijve ver zijn weggegaan. Willem … [Lees meer...] overGedicht: Willem Hessels • Dichten
Gedicht: Karel Jonckheere • Heimwee naar moeders woordenschat
Het is de Week van het Nederlands – daarom deze week gedichten over (de Nederlandse) taal. Als laatste een gedicht van Karel Jonckheere. Heimwee naar moeders woordenschat Ach moeder, ik weet zoveel woorden meeren van de muze honderd lepe wettenom ze verbluffend naast elkaar te zettentot schone larie over duister zeer. Maar als ik op een avond bij ruig weerde vangst bijeengaar … [Lees meer...] overGedicht: Karel Jonckheere • Heimwee naar moeders woordenschat
Gedicht: Drs. P • Latijn
Het is de Week van het Nederlands – daarom deze week gedichten over (de Nederlandse) taal. Als vierde een gedicht van Drs. P. Latijn Een uitgesproken mannelijke taalDus degelijk en logisch van structuurSyntactisch echter elegant en smedig Het is dan ook met liefde en met vuurDat ik dit erfgoed koester en verdedigDe eigen taal is als een eigen huis De spelling - ach - werd hier … [Lees meer...] overGedicht: Drs. P • Latijn
Gedicht: Jacobus Bellamy • De hardnekkige onkunde
Het is de Week van het Nederlands – daarom deze week gedichten over (de Nederlandse) taal. Als derde een gedicht van Jacobus Bellamy. De hardnekkige onkunde Gij groote, wijze mannen,Die, in uw schoone schriften,De comma’s en de punctum’s,De stippen en de streepen,Zoo kunstig, weet te plaatsen;o Groote, wijze mannen!Al ben ik juist geen schrijver,Toch weet ik, in een reden,De … [Lees meer...] overGedicht: Jacobus Bellamy • De hardnekkige onkunde
Gedicht: Gabriël Smit • Woorden groeien mee
Het is de Week van het Nederlands – daarom deze week gedichten over (de Nederlandse) taal. Als tweede een gedicht van Gabriël Smit. Woorden groeien mee, met de jarenworden ze zwaarder, ze rakenbemanteld met onderzees gewas,mosselen, een stuk van een wrak,wieren ijl als oud mensenhaar,onrustige planthanden, verraadvan bovenglans, verdronken land,algen dralend boven zwart … [Lees meer...] overGedicht: Gabriël Smit • Woorden groeien mee
Gedicht: Frans Vogel • Orthografische hutspot voor eetlezers
Het is de Week van het Nederlands – daarom deze week gedichten over (de Nederlandse) taal. Als eerste een gedicht van Frans Vogel. Orthografische hutspot voor eetlezers (Boekverkoper tegen klant:'HET GROENE BOEKJEVINDT U BIJ HUMOR.'- Stefan Verwey) Hallo, zal ik het niet wéten dan? Het is:apekool; apenkop; boerenpummel; centenaar;dronkelap (Japans dialectwoord voor … [Lees meer...] overGedicht: Frans Vogel • Orthografische hutspot voor eetlezers
Gedicht: J.H. Leopold • Regen
RegenSchaduwen van wie er gaatingedoken over straat,kleeren, hoofd en voetenhakweggeëffend, grauw en vlakals lei. Tuin en schutting allebei,heesters, perken en jasmijnenopgetild in een verdwijnenen het uitgerafeld padheeft ook zijn stil verlies gehad. Tusschen bleeke huizenmurenhangt de dag van trage uren,evenwicht naar alle zijd;in den stilstand van den tijdlekt het sijpend … [Lees meer...] overGedicht: J.H. Leopold • Regen
Gedicht: J.H. Leopold • Door het versmelten en verkwijnen
Door het versmelten en verkwijnender waterwolken een dun schijnenen splinterend in het verdrietig looverde minderende maan, die achteroververzinken ging en in het verder zakkenhing in den herfst en haakte aan de takken. J.H. Leopold (1865-1925) • • • • • • • • • • • • • • • • • • Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail. … [Lees meer...] overGedicht: J.H. Leopold • Door het versmelten en verkwijnen
Gedicht: René de Clercq • Scheurlucht
Scheurlucht 't Is regenlaf. Het log geluchte staakt'Zijn slentrend traag en onbestemd gekuier,En sloft en sleurt, al lager en al luier,Zijn rouwsleep die den dooden heuvel raakt. Het zijgt en zakt, totdat een zware bui erZich lomp uit lost, er scheur op scheur in maakt,En weggeslingerd als een sleetsche sluierMet honderd tippen in de boomen haakt. Zie! Stuk voor stuk wordt nu … [Lees meer...] overGedicht: René de Clercq • Scheurlucht
Gedicht: P.A. de Génestet • Boutade
Boutade O land van mest en mist, van vuilen, kouden regen,Doorsijperd stukske grond, vol killen dauw en damp,Vol vuns, onpeilbaar slijk en ondoorwaadbre wegen!Vol jicht en parapluies, vol kiespijn en vol kramp O saaie brij-moeras, o erf van overschoenen,Van kikkers, baggerluî, schoenlappers, moddergoôn,Van eenden groot en klein, in allerlei fatsoenen,Ontvang het najaarswee van … [Lees meer...] overGedicht: P.A. de Génestet • Boutade
Gedicht: Hester Knibbe • Park
Park Een gaan en komen is het hier van eenlingen en stellen en al die rustelozesentimenten die horen bij de fauna van een stad. Ben zelf slechts van mijn plek te branden of via ander grof geweld als botweg kappen van mijn stammen van mijn bestemming weg te denken. Ik ken mijn grenzen, afgemeten fleur ik de hoge huizen op die me afstandelijk omsluiten en met de straten flirt ik … [Lees meer...] overGedicht: Hester Knibbe • Park
Gedicht: Koenraad Goudeseune • Nacht van de Poëzie
Afgelopen zaterdag was de 37e Nacht van de poëzie, en Koenraad Goudeseune schreef vlak daarvoor dit gedicht. Nacht van de poëzie Vanavond is er de Nacht van de Poëziedie het goed doet op een podium,in Utrecht, TivoliVredenburg.Maar gisteren stond ik aan een waterbekkenin het bospark in Lokeren. Met de rug van mijn hand streelde ikhet wateroppervlak.Het leek alsof ik met … [Lees meer...] overGedicht: Koenraad Goudeseune • Nacht van de Poëzie
Gedicht: Hélène Swarth • Herfstrood
HerfstroodIn rouwzwart groen een vroolijk vlekje rood:Een blozend dak, een gladiolusvlam,Een rozige appel of een hanekam,Zal dat mij troosten over zomerdood? O tragisch traag laat vallen van den stamScharlaken bladen in de bruine slootDe wilde wingerd, of in gulpen vlootZijn bloed, gelaten najaars-offerlam. Een huivrende angst bevangt me en jaagt mij voort,Grijpt bij de keel me … [Lees meer...] overGedicht: Hélène Swarth • Herfstrood
Gedicht: Garmt Stuiveling • De herfst begint
De herfst begint Reeds dort het groen der volle bladerverventot najaars geel en rood metalen tint;ik proef uit ieder ding: nu gaat de zomer sterven,de herfst begint.... Vruchtbomen in het hof staan zwaar te dragenen bronzen zwelt het ooft in zon en wind;dit is het schone eind van zoveel schoner dagen:de herfst begint. De knoppen worden schaarser, sluiten vaster,een enkele … [Lees meer...] overGedicht: Garmt Stuiveling • De herfst begint
Gedicht: Vrouwkje Tuinman • Wat ik mocht
Uit Lijfrente, een bundel die Vrouwkje Tuinman schreef na de dood van haar echtgenoot, dichter F. Starik. Wat ik mocht: Televisie kijken met mijn hoofd op een kussen op je borstTegen je praten met de wc-deur openHaren uit je neus trekkenJe haar knippen (drie keer)Een steenpuist openmaken en op jouw aanwijzing steeds harder knijpenJou in geval van enorm goed humeur in een … [Lees meer...] overGedicht: Vrouwkje Tuinman • Wat ik mocht
Gedicht: J. Winkler Prins • Wenken
WenkenWitte wolkjes, met doorgloeide randenBoven zee,Wenken als een zacht paar blanke handen:Kom toch mee! Blauwe plekken, in de blaadrenbogenVan 't prieëel,Wenken als een zacht paar vriendlijke oogen:Min haar veel! Reuzenletters, in de kristallijnenSchaatsenbaan,Wenken als een beeldspraak door haar lijnen:Wil toch gaan! Yzelpluimen, die aan takken klemmenStijf van … [Lees meer...] overGedicht: J. Winkler Prins • Wenken
Gedicht: Paul Hermans • Teylers Museum
Uit Verlatingen, de nieuwe bundel van Paul Hermans Teylers Museum Blauwwierkalk. Oogheuvels.Kamschelpen. Boormossel.Tweekleppig weekdier.Parelmoernootjes. Zeeroud veertje. Vleugelvinger.Fluithazen. Lichtmolentje.Klankmenger. Pluimontlading.Tijdsduurvonk. Tongpijp.Toermalijntangen. Sonometer.Klankbodem. Lantaarnplaatjes.Klipzout. Koolspitslamp.Booglamp. Dochterklok.Gelede … [Lees meer...] overGedicht: Paul Hermans • Teylers Museum
Gedicht: Koos Schuur • September
SeptemberBlond lief, de laatste gouden dagenwuiven ten afscheid en wij achten 't niet,de bomen en de struiken dragenhun laatste tooi en in het rietschuilen de vissen en hun tragevinslag verraadt hen niet.Het wordt nu tijd ons te bezinnen;de bossen kleuren dieper bruinen lila herfstasters beginnenhun ijle bloeien in mijn tuin. … [Lees meer...] overGedicht: Koos Schuur • September
Gedicht: Jacob Westerbaen • Zomer. Het fruit is rijp
Zomer. Het fruit is rijpIk kan met moes en fruit mij en mijn vriend gerijven;ik eet, ik geve weg, nog kan er overblijven.De mus, de spreeuw, de kauw en eksters eten mee;maar tegen zulk gespuis houd ik de snaphaan reê.Daar past mijn pulver op en schot van hagelkogels,behalve op een slag van schadelijker vogels,van bestemoeders aard in zulk van snoeperij;die grijp ik levendig, en … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Zomer. Het fruit is rijp
Gedicht: Jacob Westerbaen • Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond
Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond Gij wenst asperges in uw hof,wat beddens zoudt gij wel begeren;uw man sloeg het geheel niet of,des kom ik u wat plant vereren,opdat het daar niet aan en schort.Nu schort het maar aan vuiligheden,maar waar veel hooi gegeten wordtdaar is het immers recht en redendat men daar ook niet weinig k*k,gelijk het niet en placht … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond
Gedicht: Jacob Westerbaen • Vloek tegen de vlooien
Burlesk gedicht over een onrustige nacht. Westerbaen wordt tijdens een verblijf in een herberg geplaagd door vlooien: beestjes die totaal geen oor blijken te hebben voor zijn toch zo redelijke vermaningen... Vloek tegen de vlooienHet is hier wel te wezen:de spijs is uitgelezen,de drank is fris en goed,de wijn in overvloed,meer dan men heeft van node,van witte en van rode;hij, … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Vloek tegen de vlooien
Gedicht: Jacob Westerbaen • Droom
Droom In ’t midden van de nacht geraakte ik aan ’t dromenen zag mijn Rosemond omtrent mijn bedde komen:haar woorden waren zoet, zij was haar wreedheid moe,haar oogjes wierpen mij veel lieve lonkjes toe.’k Verstoute mijn gemoed en ik begon te klagen*de lange eeuwigheid van mijn bedroefde dagen,mijn leven zonder vreugd, mijn eindeloze smarten haar verstaalde ziel in een metalen … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Droom