SeptemberBlond lief, de laatste gouden dagenwuiven ten afscheid en wij achten 't niet,de bomen en de struiken dragenhun laatste tooi en in het rietschuilen de vissen en hun tragevinslag verraadt hen niet.Het wordt nu tijd ons te bezinnen;de bossen kleuren dieper bruinen lila herfstasters beginnenhun ijle bloeien in mijn tuin. … [Lees meer...] overGedicht: Koos Schuur • September
Gedicht: Jacob Westerbaen • Zomer. Het fruit is rijp
Zomer. Het fruit is rijpIk kan met moes en fruit mij en mijn vriend gerijven;ik eet, ik geve weg, nog kan er overblijven.De mus, de spreeuw, de kauw en eksters eten mee;maar tegen zulk gespuis houd ik de snaphaan reê.Daar past mijn pulver op en schot van hagelkogels,behalve op een slag van schadelijker vogels,van bestemoeders aard in zulk van snoeperij;die grijp ik levendig, en … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Zomer. Het fruit is rijp
Gedicht: Jacob Westerbaen • Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond
Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond Gij wenst asperges in uw hof,wat beddens zoudt gij wel begeren;uw man sloeg het geheel niet of,des kom ik u wat plant vereren,opdat het daar niet aan en schort.Nu schort het maar aan vuiligheden,maar waar veel hooi gegeten wordtdaar is het immers recht en redendat men daar ook niet weinig k*k,gelijk het niet en placht … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Aan juffrouw A.G. toen ik wat aspergeplanten aan haar zond
Gedicht: Jacob Westerbaen • Vloek tegen de vlooien
Burlesk gedicht over een onrustige nacht. Westerbaen wordt tijdens een verblijf in een herberg geplaagd door vlooien: beestjes die totaal geen oor blijken te hebben voor zijn toch zo redelijke vermaningen... Vloek tegen de vlooienHet is hier wel te wezen:de spijs is uitgelezen,de drank is fris en goed,de wijn in overvloed,meer dan men heeft van node,van witte en van rode;hij, … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Vloek tegen de vlooien
Gedicht: Jacob Westerbaen • Droom
Droom In ’t midden van de nacht geraakte ik aan ’t dromenen zag mijn Rosemond omtrent mijn bedde komen:haar woorden waren zoet, zij was haar wreedheid moe,haar oogjes wierpen mij veel lieve lonkjes toe.’k Verstoute mijn gemoed en ik begon te klagen*de lange eeuwigheid van mijn bedroefde dagen,mijn leven zonder vreugd, mijn eindeloze smarten haar verstaalde ziel in een metalen … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Westerbaen • Droom
Gedicht: Hagar Peeters • De man met de snor
Uit De schrijver is een alleenstaande moeder, de nieuwe bundel van Hagar Peeters. De man met de snor Over M.G. De man met de snoris bekoorlijk en snelis een terror en felis van het vuur de hel is van hitte de stoomis van slapen de droomis van woorden de klankis van afscheid de dank is pommade en drankis van drank de dronkis van woorden de mondis van lippen de kusis van vuur het … [Lees meer...] overGedicht: Hagar Peeters • De man met de snor
Gedicht: Annie MG Schmidt • Herinnering
HerinneringIk heb jou eens ontmoet in achttien-zevenOf achttienhonderd-acht, zoo ongeveer......In elk geval was 't in een vorig levenEn aan je oogen kende ik je weer. We waren toen óók twintig, en ik zag jeIn 't roefje van de schuit naar OverschieJe hebt nu weer precies hetzelfde lachje......Alleen zit je nu naast me, in lijn drie. Je bent wel érg veranderd in die jaren!Je … [Lees meer...] overGedicht: Annie MG Schmidt • Herinnering
Gedicht: H. Marsman • Annie
AnnieHaar lichaam golfde in het bed– de herten traden uit het woudvan berkenzon en beukengoud –en in het deinen van haar schoot,gevangen in het gouden net,verging mijn lichaam in het wedtusschen haar schouders en haar schoot. in 't zachte golven van haar buikverging de ziel en stroomde uitin 't donker, wijnrood golvend dal,en samen, hemel en heelal,waren in snellen wisselvalwij … [Lees meer...] overGedicht: H. Marsman • Annie
Gedicht: Herman de Coninck • Herfst is de tijd van vermoeden, niet van weten
Herman De Coninck maakte een groot aantal (vrije) vertalingen van gedichten van Edna St. Vincent Millay (1892-1950). ‘Herfst is de tijd van vermoeden’ is er daar een van. Herfst is de tijd van vermoeden, niet van weten.Van tasten, niet van grijpen. Van eerst met mijn duimhet waas wegvagen van een purperen pruimen van voelen en van dàn pas eten. Herfst is rustig doende, niet als … [Lees meer...] overGedicht: Herman de Coninck • Herfst is de tijd van vermoeden, niet van weten
Gedicht: Jaap Fischer • Het ei
Het ei (♫) Ik kocht een ei, de melkboer zei:'t Komt zo onder de kip vandaan,Ik ben nog te laat van huis gegaanOm het mee te kunnen nemen.Hier heeft U een jong levenVoor zestien cent of meer,En namens de ouders: smakelijk eten, meneer. Het lag nog warm te leven in mijn hand.Ik mikte reeds zorgvuldig op de harde hete randVan de pan en ik kon de geur al ruikenVan dit al te vroeg … [Lees meer...] overGedicht: Jaap Fischer • Het ei
Gedicht: S. Bonn • Het kipje
Het kipjeHet witte kipjeop 't zwarte wegjehet witte kipjemet kroontje rood. Het witte kipjemet pootjes, geele,dat liep daar inde zon te spelen,de wei was groeneen blinkende de sloothet witte kipjemet kroontje rood. … [Lees meer...] overGedicht: S. Bonn • Het kipje
Gedicht: Nachoem M. Wijnberg • Afscheidswedstrijd
Uit Afscheidswedstrijd, de nieuwe bundel van Nachoem M. Wijnberg (met enkel gedichten die over voetbal gaan, maar op een andere manier dan in de meeste voetbalgedichten). Afscheidswedstrijd Je kwam enkel om dag te zeggen aan wie je eerder gesproken hebt,zie je die dan ergens? Of je wilde een afscheidswedstrijd spelen,terwijl een dertienjarige in het publiek het beter zou doen … [Lees meer...] overGedicht: Nachoem M. Wijnberg • Afscheidswedstrijd
Gedicht: Gert de Jager • Geen woordgrens of niets
Uit Schitterende, labiele knooppunten, de nieuwe bundel van Gert de Jager. De bundel is als pdf gratis verkrijgbaar bij Gaia Chapbooks (via winkelwagentje). Geen woordgrens of niets Onverhoeds het weidse in steden waar de wateren zich openen,of de wouden met hun open plekken en opeens een heuvelrug, zo kaalen zo leeg en het land, de verhoudingen tussen alles. Mijn breintje dat … [Lees meer...] overGedicht: Gert de Jager • Geen woordgrens of niets
Gedicht: J.J.L. ten Kate • Naar buiten (fragment)
Naar buiten (September 1842) Gekerkerd in de Stad, verwelkte ik in haar muren,Gelijk een bloesem tussen steen:In nachten zonder slaap, in doorgebeuzelde uren,In rook, rumoer en ijdelheen!De Stad! dor kerkhof, waar zich levenden begravenIn 't graf der Luiheid, Lust of Smart,Voor eigen driften zich verneedrend tot haar slaven,Of wonden slaande in eigen hart;De Stad! onstuimig … [Lees meer...] overGedicht: J.J.L. ten Kate • Naar buiten (fragment)
Gedicht: Fred Portegies Zwart • Raam
Raam Meer dan 't gebeurde telt wat kon gebeurenen niet gebeurd nog steeds gebeuren kan.Je loopt een huis langs en herkent daarvande grammofoonmuziek, de braadvleesgeuren. Is dit jouw huis - of woont een andere manmet vrouw en kinderen binnen deze muren?Vitrage voor de vensters, dicht de deur engeen pad waarlangs je achterom kunt gaan. Halfweg knarst in de hoogte een … [Lees meer...] overGedicht: Fred Portegies Zwart • Raam
Gedicht: Gertrude Starink • het was om jou dat ik de zin begon
het was om jou dat ik de zin begonen elke letter is aan jou gewijdde namen die je aannam in die tijdheb ik gebeiteld om de lotuslamp de hinde ligt te smeken in het kampdat haar de adem afgesneden wordtmijn wapens ben ik kwijt mijn haar is kortik wil alleen zijn als ik haar bevrijd … [Lees meer...] overGedicht: Gertrude Starink • het was om jou dat ik de zin begon
Gedicht: Gertrude Starink • ik zag de oude beker staan
ik zag de oude beker staan en dronkwant ik had dorst ik dacht er niet bij naen waar ik stond draaiden de dingen omen alles wat hiervoor kwam kwam hiernaen alles wat hierna kwam kwam hiervooren alles kwam en ging en draaide door tollend wierp ik de beker op de grond … [Lees meer...] overGedicht: Gertrude Starink • ik zag de oude beker staan
Gedicht: Gertrude Starink • hij noodde mij aan tafel
hij noodde mij aan tafel in de schaallag vlees dat ik nog nooit gegeten hadop hoogverraad stel ik de hoogste strafde zwarte vogels kwamen er op afze aten pratend uit mijn hand een taaldie ik gekend had maar vergeten was gelaarsde lansknecht lang loodrechten aan de lans een bleke steen gestokenbedelkoning meesterknechtedelsteen schedelbeen woord gebroken de laatste keer dat ik … [Lees meer...] overGedicht: Gertrude Starink • hij noodde mij aan tafel
Gedicht: Jo Landheer • Weer zie ik u …
Weer zie ik u ... Weer zie ik u, zoals wij samen gingen,Dien middag na den regen, toen bewaasdeSluiers nog om de doffe beuken hingen,Naar 't dampig weiland waar de paarden graasden. Blaren nog lekkende van verse droppenHield gij behoedzaam in uw tengre handen,Gij streelde zacht de speelse paarde-koppen.En alzijds om u stil de wijde landen. Toen straalde opeens de zon op gras en … [Lees meer...] overGedicht: Jo Landheer • Weer zie ik u …
Gedicht: Hans Andreus • Liedje
Liedje Alle roekoemeisjesvan vanavondalle toedoemeisjesvan vannachtwat zeggen we daar nu wel van? Niets.We laten ze maar zittenmaar zitten maar liggen maar slapenmaar dromen van jajaja. Hans Andreus (1926-1977)uit: Muziek voor kijkdieren (1951) Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail. … [Lees meer...] overGedicht: Hans Andreus • Liedje
Gedicht: Joke van Leeuwen • Een land beginnen
Uit Hee daar mijn twee voeten, een nieuwe bundel versjes van Joke van Leeuwen. Een land beginnen Laat ik eens een land beginnenzei een man op donderdagen hij ging een winkel binnenkocht een blauw-met-gele vlagen met stokken en met touwheeft hij toen (om een gebouwom een schuur en om een pleinen een braakliggend terreinmet wat schapen en wat bokken)om zijn land een grens … [Lees meer...] overGedicht: Joke van Leeuwen • Een land beginnen
Gedicht: Carel Vosmaer • ’t Raapt al kogels
Nieuwe titels in de DBNL (van o.a. Carel Vosmaer). ’t Raapt al kogelsDe vorsten spelen 't hooge spel,’t Volkerenmoordende, roovende spel. Waar ’t kamp gekozen is, wordt alWat oogst beloofdeGroen weggemaaid;’t Hinderlaagbiedende struikgewas,En 't breed gekruinde hout geveld;Bloemrijke villaas en nijvere hoeven geslecht;En vóor den oorlogIs reeds het schoone land … [Lees meer...] overGedicht: Carel Vosmaer • ’t Raapt al kogels
Gedicht: Theo van Baaren • Mozart
Mozart moet je in september spelenin het voorgevoel van herfst en winter.Het is nog warm en zonnig in de tuin,nog vol van bloemen die insecten lokken,maar de nachten zijn allang gaan lengen.En het eerste blad begint te kleuren,al staat de kamperfoelie (tweede bloei)nog bedwelmend in de haag te geuren. … [Lees meer...] overGedicht: Theo van Baaren • Mozart
Gedicht: N.E.M. Pareau • Graftuil voor Staring
Graftuil voor Staring Nog schuilen Wildenborchs* klimopberankte murenten einde van de zware beukenlommerkloofen roemen bosch en beek in stroph' en tegenstropheden meester, die én spade én veder kon besturen. Hier plantte, zwoegensmoê in stille avondurenhij 't laat zijn grijzend hoofd omwindend lauwerloof;hier, waar de stormwind eens het droge zand verstoof,schiep hij een … [Lees meer...] overGedicht: N.E.M. Pareau • Graftuil voor Staring
Gedicht: A.C.W. Staring • Een Gelders lied
Een Gelders lied Ik ben uit Gelders bloed!Geen vleitoon klinkt mij zoet;Mijn volksspraak, luttel rond,Geeft nog de klank terug,Uit onzer vaadren mond. Bij de eiken, aan de topEens heuvels, wies ik op.In heiden zonder baan,Leerde ik, ter jacht geschort,Mijn eerste treden gaan. … [Lees meer...] overGedicht: A.C.W. Staring • Een Gelders lied