De Multatulileescursus (43)
Door Marc van Oostendorp
– Een van de aardige ontdekkingen in de brieven uit 1872 is het plezier dat Multatuli als vakman bleek te beleven.
– Ja, hij had zich nog maar net tot beroepsschrijver uitgeroepen of hij leek het schrijverschap al zowaar leuk te vinden.
– Belangrijker was misschien wel dat hij zo’n goede én aardige uitgever had gevonden, G.L. Funke. Voor het eerst was er iemand bezig met iets van Multatuli’s werk te maken, en meteen wordt de schrijver een en al professional: uitgebreide beschouwingen over wat er allemaal gecorrigeerd moet worden…
– … Ja, of het probleem hoe je al die noten bij de Ideën eigenlijk moet zetten: onderaan de pagina in een kleiner font? Aan het eind van ieder Idee?…
Ik vrees, ik vrees, dat de noten altyd leelyk staan zullen. Ik zag dit reeds in by ’t schryven, maar wist geen andere manier. Achter in den bundel is nog onsmakelyker.
– … een probleem dat uitgevers nog lang zou plagen, en pas zou worden opgelost door de komst van hypertekst.
– Een ander grappig voorbeeld is dat hij denkt dat de Ideën geïllustreerd moeten worden. Hij geeft daar aan zijn uitgever een aantal voorbeelden van.
– Maar dat zijn nu niet bepaald inspirerende voorbeelden:
Lees verder >>
Recente reacties