• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

In memoriam Johan Mönnink (Enschede, 20 december 1933 – Leiden, 12 november 2020)

9 december 2020 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Ad Foolen
(in samenspraak met Jan Noordegraaf en Simone Mönnink)

Johan (J.B.M.) Mönnink was van 1973 tot 1998, 25 jaar in totaal, wetenschappelijk medewerker bij de Vakgroep (later Afdeling) Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Leiden, aanvankelijk op het gebied van de taalbeheersing, maar later vooral de pragmatiek en sociolinguïstiek.

Ik heb hem begin jaren 70 leren kennen, toen we allebei Algemene Taalwetenschap in Nijmegen studeerden. Hij was wel een stuk ouder dan de studenten die net als ik rechtstreeks na een kandidaats Nederlands naar ATW waren gegaan, onder wie mijn jaargenoten Harrie Mazeland, Titus Ensink en Joep Jaspers. Johan hoorde bij de studenten die op basis van MO-diploma’s al een aantal jaren leraar Nederlands waren geweest (Johan in Hengelo, Echt en Arnhem) en alsnog een doctoraal wilden behalen. Ad Haans en Jaap Hoogteijling waren in die tijd ook medestudenten met MO-achtergrond. Deze oudere studenten waren ons qua degelijke neerlandistische vakkennis veruit de baas. Maar we deelden het enthousiasme voor alle nieuwe ontwikkelingen in de taalwetenschap die toen juist op stoom kwamen, niet op de laatste plaats in Nijmegen: Psycholinguïstiek, sociolinguïstiek en pragmatiek.

Johan was dus een ‘late roeping’ in de taalkunde. Zijn eindexamen gymnasium A had hij al in 1952 behaald. Net als Dick Springorum (1941-2020) was Johan na de middelbare school naar het kleinseminarie en vervolgens grootseminarie gegaan. Beiden kozen echter op een gegeven moment een andere levenskoers richting neerlandistiek en taalkunde, meer specifiek het onderzoek van taalgebruik in interactie. Aat Angevaare (1920-2010), tijdens onze studietijd docent Algemene Taalwetenschap in Nijmegen, had een soortgelijke achtergrond, hij was kapelaan geweest, en ook hij had gekozen voor pragmatiek en sociale taalkunde. Helemaal toevallig lijken me deze biografische overeenkomsten niet.

Johan studeerde in 1972 af en kreeg in 1973 zijn aanstelling in Leiden. Van 1974 tot 1983 was hij ook docent aan de Haagse Leergangen voor de avondopleiding Nederlands MO-A, een bijbaan die indertijd veel universitaire docenten hadden, en die voor Johan gezien zijn voorgeschiedenis voor de hand lag. In 1976 studeerde hij nog een semester in Düsseldorf, waar Dieter Wunderlich, Konrad Ehlich en Jochen Rehbein in die tijd een sterke onderzoeksgroep op het gebied van de pragmatiek en conversatieanalyse vormden (ook Harrie Mazeland en Jan ten Thije, Utrecht, hebben daar inspiratie opgedaan). In de jaren 80 publiceerde Johan een reeks artikelen die in 1988 uitmondden in zijn Nijmeegse proefschrift, met Remmert Kraak als promotor: De organisatie van gesprekken. Een pragmatische studie van minimale interaktieve taalvormen. Zijn bijdrage aan de bundel voor Paardekooper over herhalingen in gesprekken (Mönnink 1992) was een vervolg op deze studie. Na zijn pensionering heeft Johan nog een aantal jaren een eigen taalbedrijfje gehad, met de toepasselijke naam Context, speciaal gericht op studenten uit andere vakgebieden die hun taalbeheersing wilden verbeteren. Daarmee keerde hij in zekere zin terug naar zijn werkzame beginjaren als leraar Nederlands.

Ik wil hier nog wat nader ingaan op Johans proefschrift, dat naar mijn mening onvoldoende opgemerkt gebleven is. De empirische basis voor deze studie was een corpus van een kleine veertig gesprekken, in totaal zo’n drie uur, zorgvuldig getranscribeerd. Het onderzoek richtte zich met name op minimale vormen als nou, ja, hm, o ja, etc. maar ook pauzes van verschillende lengte werden in het onderzoek betrokken en op hun interactieve functie geanalyseerd. De analyses lieten zien dat zowel spreker als hoorder elkaar voortdurend zulke signalen geven, en dat dus “het proces van de betekenistoekenning gezamenlijk voltrokken wordt en dat de minimale middelen van de spraak hieraan wezenlijk bijdragen” (p. 2). Daarbij is het niet zo dat de hoorder pas reageert als de spreker uitgesproken is: “De ontvanger komt (…) naar voren als de deelnemer aan de uitwisseling die al hardop luisterend essentieel bijdraagt aan het proces van de flexibele, gedeeltelijk onbepaalde betekenistoekenning” (p. 123). Angevaare (1980: 16) verwoordde deze visie zo: “Spreken is (…) intersubjektief handelen, dat wil zeggen: de interpretatie van de toegesprokene is wezenlijk betrokken in de konstitutie van de door de spreker verrichte aktiviteit.”

Een ander punt dat Johan bij herhaling in zijn werk benadrukt, is dat aarzelingen, pauzes, valse starts, herhalingen etc. in zijn benadering niet als storende performanceverschijnselen voor de dag komen maar als zowel voor de spreker als voor de hoorder functionele elementen, die wezenlijk bijdragen aan de ‘participatory sense-making’ (Foolen 2019), en derhalve een volwaardige plaats verdienen in taalkundig onderzoek.

Dat Johan de minimale interactieve vormen niet strikt tot verbale signalen beperkt zag, blijkt o.a. in zijn bijdrage aan de bundel Paardekooper (Mönnink 1992: 228): “Samen met reacties als hoofdbeweging, een bepaalde mimiek, een lach hebben deze signalen de functies van terugkoppeling.” Zowel hier als in zijn proefschrift verwijst Johan meermaals naar het werk van Starkey Duncan (1935-2007), die in de jaren 70 vanuit de psychologie deze interactieve signalen bestudeerd heeft (zie bv. Duncan en Fiske 1977). Je zou kunnen zeggen dat Johan dit onderzoeksgebied vanuit de taalkunde verkend heeft en het belang ervan voor de pragmatiek duidelijk heeft gemaakt.

Deze lijn van onderzoek wordt momenteel o.a. voortgezet in het project Elementary particles of conversation, dat Mark Dingemanse en zijn team momenteel uitvoert. Empirisch en theoretisch verder ontwikkeld uiteraard, maar ook hier is de visie leidend dat minimale vormen (verbale en nonverbale) voor de taalkunde geen randverschijnselen zouden moeten zijn: “The language sciences need approaches that can deal just as well with the fluid, hybrid, and liminal aspects of language in interaction as they can deal with its better studied systematic, structural, and compositional aspects” (Dingemanse 2020). Zoals ik heb proberen duidelijk te maken, werd Johan in zijn onderzoek gedreven door dezelfde overtuiging.


Angevaare, Aat (1980). Interaktionele sociolinguïstiek. In: G. Geerts & A. Hagen (red.), Sociolinguïstische studies 1. Groningen: Wolters-Noordhoff, 15-30.

Dingemanse, Mark (2020). Between sound and speech: Liminal signs in interaction. Research in language and social interaction 53(1), 188-196.

Duncan Jr., Starkey en Donald Fiske (1977). Face-to-face interaction. Research, methods and theory. Hillsdale, NJ: Erlbaum.

Foolen, Ad (2019). Quo vadis pragmatics? From adaptation to participatory sense-making. Journal of Pragmatics 145, 39-46.

Mönnink, Johan (1988). De organisatie van gesprekken. Een pragmatische studie van minimale interaktieve taalvormen. Proefschrift Nijmegen.

Mönnink, Johan (1992). Functies van herhalingen in gesprekken. In H. Bennis & J.W. de Vries (red.), De binnenbouw van het Nederlands. Een bundel artikelen voor Piet Paardekooper. Dordrecht: ICG Publications, 227-235.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Jonathan Griffioen • Abnormale kinderen

Ja, Rutger Kopland is blauw.
M. Vasalis is blauwer,
veel blauwer, rode grond met blauwe
bergen. Kopland is grijzer, ik zag nooit
grijzer blauw.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

PEINTURE

Bij het schilderen van een appeltje sneed hij zich in de vinger

Bron: Barbarber, maart 1968

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

21 juni 2025: J.H. Leopold-lezing

21 juni 2025: J.H. Leopold-lezing

19 mei 2025

➔ Lees meer
10 juni 2025: Lezingenmiddag Indische Letteren

10 juni 2025: Lezingenmiddag Indische Letteren

19 mei 2025

➔ Lees meer
23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

16 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1838 Henri Moltzer
sterfdag
1986 Willem Pée
➔ Neerlandicikalender

Media

Van Hogwarts naar Zweinstein

Van Hogwarts naar Zweinstein

20 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d