• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

In geval van twijfel: vraag een frisist!

11 oktober 2019 door Henk Wolf 1 Reactie

Door Henk Wolf

Een bekende vertelde me deze week dat ze had meegedaan aan een psycholinguïstisch onderzoek. De onderzoeker had elektroden op haar hoofd geplakt en daarna moest ze Friese woorden naar het Nederlands vertalen en andersom. Ze wist niet precies wat het doel van het onderzoek was, maar het viel haar wel op dat de onderzoeker niet Friestalig was en misschien niet in de gaten had dat sommige Friese testwoorden in haar dialect niet werden gebruikt of heel erg schrijftalig waren, waardoor ze minder vlot tweetalig zou kunnen lijken dan ze in werkelijkheid was.

Ik ken het onderzoek niet en het is best mogelijk dat de onderzoeker die woorden met opzet had gekozen. In z’n algemeenheid echter is er wel een risico dat onderzoekers die onderzoek doen met behulp van een taal die ze zelf niet beheersen, te makkelijk vertrouwen op het woordenboek. Dat geldt met name voor een taal als het Fries, die veel minder gestandaardiseerd is dan grote staatstalen zoals het Nederlands.

Er zijn wel vaker onderzoekers in die valkuil gestapt. Recent viel het me nog op toen ik een artikel van de Groningse onderzoekers Wencke Veenstra, Mark Huisman en Nick Miller uit 2014 las. Zij hebben onderzoek gedaan naar woordvindingsproblemen bij Friese Alzheimerpatiënten. Ze lieten 26 van zulke patiënten plaatjes beschrijven – in het Fries en in het Nederlands. Volgens de onderzoekers waren de woordvindingsproblemen in het Fries groter dan in het Nederlands. Dat verschil probeerden ze vervolgens te verklaren door aan te nemen dat de patiënten in hun latere leven meer Nederlands hadden gesproken dan Fries waardoor ze sneller op de Nederlandse woorden konden komen.

Dat is theoretisch best mogelijk, maar het is wel in strijd met wat veel andere onderzoekers hebben gevonden, namelijk dat mensen juist het makkelijkst de woorden onthouden die ze al in hun vroegste jeugd hebben opgepikt. Ook was er geen reden om aan te nemen dat de proefpersonen in hun latere leven zoveel meer Nederlands dan Fries hadden gebruikt.

Mogelijk was het helemaal niet nodig om een verklaring te zoeken, want wat de onderzoekers aanzagen voor woordvindingsproblemen, waren dat niet altijd. Ze merkten namelijk op dat de proefpersonen soms in plaats van het door hen verwachte Friese woord een volgens hen Nederlands woord noemden. Helaas staat niet in het artikel om welke woorden het allemaal ging, maar ze noemen wel twee voorbeelden. Zo zouden de proefpersonen als ze een sleutel in het Fries moesten benoemen, vaak het Nederlandse sleutel gebruiken en niet het Friese kaai. En in plaats van het Friese woord kaam zouden ze vaak de Nederlandse vertaling kam noemen.

Wie op het woordenboek vertrouwt, kan heel makkelijk denken dat iedereen die Fries spreekt, kaai en kaam zegt. Alleen is dat een papieren werkelijkheid. Ze zijn er zeker, die Friezen die dat doen, planteit zelfs, maar sleutel is in het gesproken Fries zeker zo gebruikelijk. En Jan Jelles Hof beschrijft in zijn Friesche dialectgeografie uit 1933 al dat het woord kam bezig is het oudere kaam te verdringen.

Wat de onderzoekers aanzagen voor het uit woordvindingsnood overschakelen op het Nederlands, was voor de Friese proefpersonen mogelijk (en zelfs waarschijnlijk) gewoon het gebruik van het Fries uit hun jeugd. Van woordvindingsproblemen zou dan helemaal geen sprake zijn. En waar geen sprake van is, dat behoeft geen verklaring.

Wie onderzoek doet op een taal en daar te weinig van afweet, kan zomaar verkeerde conclusies trekken. Bij het Fries hoeft dat niet, er zijn in Nederland genoeg mensen die daar verstand van hebben en die andere onderzoekers voor interpretatiefouten kunnen behoeden. In geval van twijfel: vraag een frisist! Ze zitten bijvoorbeeld in Leeuwarden op de Fryske Akademy of NHL Stenden Hogeschool, of aan de universiteiten van Groningen en Amsterdam.

Hier besproken:
Wencke Veenstra, Mark Huisman & Nick Miller (2014), Age of acquisition and naming performance in Frisian-Dutch bilingual speakers with dementia. Dementia e Neuropsychologia 8(3), p. 249-259.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Fries, psycholinguïstiek, tweetaligheid

Lees Interacties

Trackbacks

  1. Wittenskippers witte te min fan it Frysk | It Nijs schreef:
    13 oktober 2019 om 21:00

    […] stik is hjir te […]

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Jan Emmens • Pavlov

Overdag in de onrust valt het niet op
maar in windstille nachten,
als niets beweegt, beweegt in mij
nog de onzekerheid, een hond
die huivert in zijn droom.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

’S NACHTS BUITEN

Het slapen bezig horen in het water,
de struiken zien door wimpers van de nacht,
naar de konijnen tussen bomen staren.

Zij kijken met hun rode oog mij aan.
Het onbegrijpelijke slapen door
de slaap heen overwogen op gevaar. 

Bron: Enkele gedichten, 1973

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

4 juni 2025

➔ Lees meer
2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 juni 2025

➔ Lees meer
20 juni 2025: De wereld van Johan de Witt

20 juni 2025: De wereld van Johan de Witt

1 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1978 Jan Bormans
2021 Remco Ekkers
➔ Neerlandicikalender

Media

Get ready with… Heile van Beersel

Get ready with… Heile van Beersel

3 juni 2025 Door Remco Sleiderink Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Martin Bossenbroek

De postkoloniale podcast met Martin Bossenbroek

31 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Taalbeleid in Nederland

Taalbeleid in Nederland

31 mei 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d