• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Naar de zolder geschopte talen

30 september 2019 door Henk Wolf 2 Reacties

Door Henk Wolf

Er verdwijnen tegenwoordig meer talen dan dat er nieuwe bij komen. Taaldood is op wereldschaal een veelvoorkomend verschijnsel. Nou merken we van die daadwerkelijke dood heel weinig. Op een gegeven moment wordt het laatste woord in een taal uitgesproken en dat hebben dan weinig mensen in de gaten.

Wat we veel beter kunnen zien is het stervensproces dat aan die dood voorafgaat. Dat kan allerlei vormen aannemen, van kort en radicaal doordat alle sprekers worden gedood, tot langzaam en onopvallend, waarbij een taal simpelweg steeds minder wordt gebruikt.

Bij veel westerse minderheidstalen zien we soms een mogelijk onverwachte vorm van sterven. De bekende taalkundige Joshua Fishman heeft dat proces eens omschreven als het “naar zolder schoppen” (kick upstairs) van een taal. Op zolder voltrekt zich dan het stervensproces. Die zolder is een metafoor voor wat in de taalkunde de “hoge functies” van taal worden genoemd. Dat zijn allerlei functies die met enig aanzien worden geassocieerd, bijvoorbeeld het gebruik op verkeersborden, tijdens toespraken en in de kunst.

Fishman noemt het Iers als zo’n taal die naar de zolder is geschopt. Met uitzondering van een paar kleine gebiedjes is in heel Ierland het Engels de huis-tuin-en-keukentaal. Het Iers is voor de overweldigende meerderheid van de Ieren een taal die ze op school leren, op een verkeersbord tegenkomen en in gezongen of geacteerde vorm vanaf een podium beluisteren. Natuurlijk zijn er allerlei bewegingen bezig met het afremmen en omkeren van het stervensproces van het Iers, maar puur als beschrijving van de werkelijkheid voldoet die zoldermetafoor naar mijn idee vrij goed.

Het Noord-Fries zit in grote delen van de Duitse Kreis Noord-Friesland in een vergelijkbare situatie. Wie zoals ik vaak op uitnodiging van academici, kunstenaars en taalbewegers in Noord-Friesland komt, kan licht de indruk krijgen dat het Noord-Fries springlevend is. Wij zien de verkeersborden in die taal, lezen de wetten waarin die een officiële status krijgt, adviseren overheden over het gebruik ervan, wonen concerten van Noord-Friese bands bij en komen op alle schoolniveaus in lessen en colleges waarin de taal een rol speelt. Maar in de meeste dorpen moet je urenlang bij de deur van de supermarkt staan wachten voor je mensen langs hoort lopen die de taal onderling gebruiken om over koetjes, kalfjes of boodschappenmandjes te praten.

De regionale talen (streektalen, minderheidstalen, dialecten – welke term u maar verkiest) in Nederland zijn in de afgelopen decennia herontdekt als zangtaal, vermoedelijk niet in de laatste plaats door festivals als Liet en het Drèents Liedtiesfestival. Het is natuurlijk hartstikke mooi dat mensen in die talen gaan zingen, ze in de openbaarheid brengen, laten horen dat ze nog bestaan, dat ze geschikt zijn voor kunstuitingen als muziek. Ik juich dat van harte toe. En ik kan met de wetenschap in de hand zeggen dat zulk gebruik het sterven van zo’n taal misschien uitstelt. Zogenaamde vitaliteitsmodellen van talen, die een indicatie van de levenskracht van een taal geven, geven namelijk aan dat talen baat hebben bij gebruik in de kunst. Onlogisch is dat ook niet: jongeren spreken liever de taal van een populaire zanger dan een taal die ze alleen van hun opa en oma horen.

Maar. Er is een maar. Ik kom vrij vaak jonge mensen tegen die zingen in een regionale taal. Soms Fries, soms Stellingwerfs, soms Drents, soms Gronings. Dat doe ze met hart en ziel, ze zitten in een stimulerende omgeving, ze maken hun streektaal weer hip, ze zeggen vaak dat die taal hun regionale identiteit uitdrukt. Alleen spreken ze haar niet.

In Duitsland zie ik precies hetzelfde: vlotte jongens en meisjes, die zingen in het Nederduits of Noord-Fries, maar die de in die taal gestelde vraag van een presentator of journalist beantwoorden in de landstaal. Ik neem het ze niet kwalijk, ik hoop dat ze de stap naar het praten durven zetten en ben hoe dan ook blij dat ze als zangtaal voor die kleine, regionale taal hebben gekozen. Maar ik ben bang dat hun keuze om wel te zingen en niet te praten in “hun” taal laat zien dat die regionale taal op zolder zit en daar wacht op het onvermijdelijke.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: minderheidstalen, taalverlies

Lees Interacties

Reacties

  1. Marc van Oostendorp zegt

    30 september 2019 om 21:56

    Het verschijnsel dat minderheidstaalzangers liever geen minderheidstaal spreken, zag je (precies!) twintig jaar geleden al bij Twarres, die de eerste landelijke hit scoorden in het Fries. Ook Mirjam Timmer vond het duidelijk ongemakkelijk om Fries te spreken. Ik heb er tien jaar geleden hier over geschreven.

    Beantwoorden
  2. Henk Wolf zegt

    30 september 2019 om 23:29

    Twarres is een sprekend Fries voorbeeld. Het duo is eerst in Friesland en daarna in Nederland doorgebroken, nadat het met ‘Wêr bisto?’ de publieksprijs van Liet had gewonnen. Mirjam Timmer geeft ook nu nog antwoord in het Nederlands als ze voor de Friese radio wordt geïnterviewd (wat uiteraard haar goed recht is).

    Ik heb de grote taalenquete ‘Taal yn Fryslân op ‘e nij besjoen’ uit 1995 er nog even bij gepakt. Daarin kreeg een representatieve steekproef van de inwoners van Friesland de vraag hoe zij vonden dat de (talige) toekomst van Friesland eruit moest zien. Vrijwel niemand koos voor een eentalig Friesland, 44% koos voor een tweetalig Friesland met het Nederlands als belangrijkste taal, 49% voor een tweetalig Friesland met het Fries als belangrijkste taal en 7% voor het hier genoemde scenario in de bewoordingen ‘De (Friese) taal bewaren voor de cultuur, in boeken en toneel’. Het zou me niet verbazen als dat percentage bij de inwoners van de Stellingwerven, Drenthe en Groningen nog veel hoger zou liggen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Minneklacht

‘k Benij elk oog dat u aanschouwen mag;
Het linnen dat uw leden mag genaken;
‘k Benij de lucht en ’t schijnsel van den dag,
Dat weemlen mag of blozen op uw kaken.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

JUNIOCHTEND

De dag breekt aan,
het licht is aarzelend en koel,
een koe komt als op grijs papier te staan,
uit bomen trekt het donker, ritselend met groen.

Torens herinneren zich hun groei,
stenen de hand die hen in mortel legde.

Het waait, men hoort de belboei. Dijk
droomt, glanzend veld droogt in de zon.
Halmen buigen zich bloot.
 

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

4 juni 2025

➔ Lees meer
2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 juni 2025

➔ Lees meer
20 juni 2025: De wereld van Johan de Witt

20 juni 2025: De wereld van Johan de Witt

1 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1945 Hugo Verdaasdonk
sterfdag
2021 Peter Müller (A.L. Snijders)
➔ Neerlandicikalender

Media

Dutch Studies Sheffield Student Symposium 2025

Dutch Studies Sheffield Student Symposium 2025

7 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
New York Times over Yael van der Wouden

New York Times over Yael van der Wouden

5 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Podcast: Leve(n) lezen met Barbara Stok

Podcast: Leve(n) lezen met Barbara Stok

5 juni 2025 Door Redactie Jong Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d