Door Marc van Oostendorp
Wat is een literaire traditie? Het is misschien wel het grootste dat je kunt maken van taal. Je kunt klanken aan elkaar rijgen tot woorden, woorden tot zinnen, zinnen tot alinea’s, alinea’s tot boeken en boeken tot oeuvres. Tot daar lukt het allemaal in ieder geval een enkeling nog wel in haar eentje. Maar de mensheid heeft bedacht dat je die oeuvres ook nog kunt integreren in grote gehelen.
Nu is natuurlijk niet iedere schrijver ermee bezig om een fraaie steen te bouwen die precies aansluit op de reeds bestaande traditie en waar anderen mee verder kunnen. Sterker nog, aan de gemiddelde literaire traditie ligt minder planning ten grondslag dan aan de zinnen van een dronkelap. En toch zijn ze het grootste, mooiste bouwwerk dat we hebben.
Het boek European Literary History dat door een groot aantal literatuurwetenschappers is geschreven onder hoofdredactie van Maarten de Poucq en Sophie Levie, biedt een overzicht over een van de grootste literaire tradities die de mensheid heeft gebouwd: de Europese. Het boek is tegelijkertijd meeslepend en heel degelijk. Het bevat geen methodologische buitenissigheden, de literatuurgeschiedenis wordt primair gezien als iets dat je kunt lezen, niet bijvoorbeeld als het product van steeds veranderende productieverhoudingen. Het boek is bedoeld als studieboek, geloof ik, maar ik heb het ook zonder relevante studie met smaak gelezen.
Spaanse invloed
Ieder hoofdstuk is gebaseerd op een exemplarische tekst uit een bepaald genre in een bepaalde periode. Vaak zijn dat onmiskenbare klassiekers uit de canon: de Odyssee, Ars poetica van Horatius, de Commedia van Dante. Een enkele keer, vooral in de latere hoofdstukken, zijn er ook verrassingen. Voor het toneel in de vroegmoderne tijd wordt er expres niet gekozen voor Shakespeare omdat deze achteraf wel ons beeld van de hele vroegmoderne theatercultuur is gaan domineren, maar in de tijd zelf vrij atypisch was.
In plaats daarvan kiezen de auteurs van dit hoofdstuk, Nina Geerdink en Yolanda Rodríguez Pérez, voor Palamedes van Vondel, een stuk dat veel duidelijker gebruikt kan worden om bijvoorbeeld iets te vertellen over de Spaanse invloed op het theater in die tijd.
Te hoog gegrepen
Het is een aardig idee om steeds twee auteurs aan elkaar te koppelen die zo te zien specialisten zijn in telkens andere ‘nationale’ literaturen. De studie van zo’n nationale literatuur is natuurlijk gerechtvaardigd, boeken die in dezelfde taal geschreven zijn horen nu eenmaal meer bij elkaar, bijvoorbeeld omdat ze gemakkelijker bij dezelfde lezers terecht komen. Tegelijkertijd is het een verfrissende ontwikkeling dat al die nationale literaturen ook gezien worden voor wat ze ook zijn: deelstromen in een groter bouwwerk. Schrijvers in alle Europese landen hebben altijd ook schrijvers uit andere Europese landen gelezen.
Het Europa is wel wat gegroeid of verschoven sinds Homerus, maar de literatuurgeschiedenis is gewoon meegegroeid. Iedere Eureopaan die van taal houdt, zou eigenlijk European Literary History moeten lezen. En als dat wat te hoog gegrepen is, in ieder geval iedere lezer van Neerlandistiek.
Maarten de Poucq & Sophie Levie. European Literary History. An Introduction. London: Routledge, 2018. Bestelinformatie bij de uitgever.
Anton zegt
Een boeiende aanvulling op de vraag naar de invloed van het Spaanse op het Nederlandse vindt men hier:
https://www.de-zeventiende-eeuw.nl/articles/10.18352/dze.10088/