• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Nog wat over de z’n-constructie d’r benoeming als genitief

14 oktober 2018 door Henk Wolf 8 Reacties

Door Henk Wolf

Een paar dagen geleden stond hier een stukje van mij waarin ik beargumenteerde dat we in woordgroepen als ‘Jan z’n fiets’ het stukje ‘Jan z’n’ als één woord moeten beschouwen en dat dat woord in de tweede naamval staat, de genitief. (Het stukje is hier te lezen.)

Niet iedereen was overtuigd. Ik kreeg een aantal reacties en daarin zaten in elk geval twee gerechtvaardige kritiekpunten, die allebei een reactie verdienen. Het ene kritiekpunt is dat het gek is om elementen zoals z’n als naamvalsuitgang te beschouwen, omdat ze ook achter woordgroepen kunnen staan. Het andere kritiekpunt is dat je Jan in ‘Jan z’n fiets’ ook als bepaling bij het bezittelijk voornaamwoord z’n kunt beschouwen.

Punt 1: naamvalsuitgangen op woordgroepen

In m’n stukje schreef ik al dat de uitgang -s, die we traditioneel als genitiefuitgang benoemen, ook achter woordgroepen kan staan. Zo zijn er Nederlandstaligen die woordgroepen kunnen gebruiken als:

  • Pa, ma en de kinderen’s verjaardag

Die zin komt uit de internetgrammatica Taalportaal. In deze zin kan hun ook de genitief-s vervangen. Daarin gaan de beide constructies dus gelijk op. Er is wel verschil bij zinnen met een bijvoeglijke bepaling achter het zelfstandig naamwoord, zoals deze:

  • De kinderen uit de buurt hun fietsen staan vaak niet op slot.

Daarin is de genitief-s in plaats van hun niet mogelijk. Yannick Anné schreef daarom:

In veel gevallen kun je inderdaad stellen dat ‘z’n’ een soort genitiefuitgang geworden is. Alleen ben ik niet helemaal overtuigd van het argument over de woordgroepen. Daar bestaat er nog een duidelijk onderscheid tussen de constructie met ‘-s’ en die met ‘z’n’. De uitgang -s kan immers – althans naar mijn aanvoelen – alleen rechtstreeks aan het zelfstandig naamwoord in de groep (of aan het laatste zelfstandig naamwoord in de reeks) gekoppeld worden. Dus wel “pa, ma en de kinderens verjaardag” maar niet “de kinderen uit de *buurts fiets”. Het gebruik van ‘z’n, haar, hun…’ daarentegen is nog altijd veel losser.

Om misverstanden te voorkomen: ik wil beslist niet beweren dat de oude genitief met -s en de nieuwe met z’n/d’r/hun uitwisselbaar zijn. Ze hebben een verschillende geschiedenis en verschillende gebruikswijzen. Ook tussen talen zijn de combinatiemogelijkheden van de naamval die we genitief noemen niet gelijk.

Maar ik wil Anné er wel van overtuigen dat een woordgroep ook als genitivisch beschouwd kan worden als de uitgang niet direct achter het centrale zelfstandig naamwoord staat, maar na een bijvoeglijke bepaling. Volgens mij kan ik dat doen door voorbeelden te laten zien waarin dat het geval is en die traditioneel als genitief worden benoemd. Het volgende Engelse voorbeeld lijkt me daar geschikt voor:

  • the man with the whistle’s book

En ook de volgende voorbeelden uit wat ouder Duits krijgen de genitief-s achter een bijvoeglijke bepaling:

  • des hertzogen von burguns sun
  • des künigs von frackrichs rath
  • ViceKoenigs zu Neapels Sohn

De Engelse en Duitse voorbeelden komen allemaal uit het boek Attributive Genitivphrasen van Ulrike Demske (2001).

Wat in het Engels en Duits genitief mag heten, mag dat denk ik in het Nederlands ook, daarom zie ik geen reden om op grond van het voorkomen van ‘de kinderen uit de buurt hun fiets’ de benoeming van ‘Jan z’n’ als genitief af te wijzen.

Punt 2: is Jan geen bepaling bij z’n?

Jos Houtsma schreef als reactie op m’n stukje het volgende:

Interessant, maar ik ben niet helemaal overtuigd. Als we de geschiedenis even de geschiedenis laten: hoe zouden moderne taalgebruikers die Jan-zijn-fiets-constructie aanvoelen? Ik zou zeggen: als een uitbreiding en nadere specificatie van het bezittelijk voornaamwoord.

In principe kan Houtsma natuurlijk gelijk hebben. Dan is in ‘Jan z’n fiets’ het stukje ‘Jan z’n’ niet één woord met een genitiefuitgang, maar dan is z’n een bezittelijk voornaamwoord en Jan daarbij een bepaling. Dat zou zelfs een logische tussenstap zijn tussen de fase waarin ‘Jan’ en ‘z’n fiets’ twee zinsdelen waren en de fase waarin ‘Jan z’n fiets’ één zinsdeel is.

Gelukkig kunnen we dat testen. Dat kan allereerst door te kijken of z’n zich wel echt als bezittelijk voornaamwoord gedraagt. Volgens mij is dat niet zo. Ik schrijf het met opzet als z’n en niet als zijn, omdat in elk geval in mijn Nederlands de vorm met een volle ij-klank in deze constructie onmogelijk is:

  • Jan z’n fiets is gestolen. <gewoon>
  • Jan ze fiets is gestolen. <gewoon>
  • Jan zijn fiets is gestolen. <uitgesloten>

Zou z’n een bezittelijk voornaamwoord zijn, dan zou er geen beletsel zijn om de volle vorm zijn te gebruiken. Immers, de volgende zinnen zijn allemaal gewoon in gesproken Nederlands:

  • Z’n fiets is gestolen. <gewoon>
  • Ze fiets is gestolen. <gewoon>
  • Zijn fiets is gestolen. <gewoon>

En ook met een bepaling ervoor kan het bezittelijk voornaamwoord gewoon z’n volle vorm krijgen:

  • Bijna al zijn fietsen zijn gestolen. <gewoon>

We kunnen ook kijken of Jan zich wel als bepaling gedraagt. Zo ja, dan zou je verwachten dat het zich net zo gedraagt als andere bepalingen die aan een bezittelijk voornaamwoord vooraf kunnen gaan, zoals ‘bijna al’ en ‘alle drie’ in de volgende zinnen:

  • Bijna al hun fietsen zijn gestolen.
  • Alle drie hun fietsen zijn gestolen.

In die zin kun je de bepaling en het bezittelijk voornaamwoord niet samen bevragen met het vraagwoord wie/wier/wie z’n. Je moet de bepaling laten staan:

  • A: Bijna al hun fietsen zijn gestolen.
    B: Bijna al wiens fietsen zijn gestolen?
  • A: Alle drie hun fietsen zijn gestolen.
    B: Alle drie wiens fietsen zijn gestolen?

Jan kan, anders dan die bepalingen, niet blijven staan:

  • Jan wiens fiets is gestolen? <uitgesloten>

Je moet ‘Jan z’n’ als geheel bevragen en dat is precies wat je zou doen met het woord Jans in ‘Jans fiets’:

  • Wiens fiets is gestolen. <gewoon>

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: genitief, morfologie, naamval, syntaxis

Lees Interacties

Reacties

  1. Rob Alberts zegt

    14 oktober 2018 om 16:22

    Ik ben blij dat mijn fiets gewoon in mijn eigen schuur staat …..

    Vrolijke groet,

    Beantwoorden
  2. Ton van der Wouden zegt

    14 oktober 2018 om 23:13

    Ik denk wel dat je “z’n” (en ook “d’r” in “me moeder d’r fiets”) als een nieuwe naamvalsuitgang kunt opvatten, maar ik zou die liever benoemen als possessief, dus puur bezittelijk, dan als genitief. In talen met een echte genitief treedt die naamval ook op als complement bij sommige voorzetsels (in het Duits bijvoorbeeld “Wanderung abseits des Skizirkus”) en bij sommige werkwoorden (“Herr Dr. Diedrich hat sich der Stimme enthalten”). In het Nederlands (en in het Engels) heb je geen enkel voorzetsel en geen enkel werkwoord dat de genitief regeert, en een “van”-complement bij een werkwoord kan nooit door een (vermeende) morfologische genitief vervangen worden: “ik houd van Olga” is ok, “ik houd van Olga d’r” is volstrekt ongrammaticaal, “spreek mij niet van het lijden van de jonge Werther” is ok, “”spreek mij niet het lijden van de jonge Werther z’n” is onbegrijpelijk. Zie verder mijn “Nederlandse voorzetsels tussen Duitse en Engelse.” In “Nederlands tussen Duits en Engels. Handelingen van de workshop op 30 september en 1 oktober 2005 aan de Freie Universität Berlin”, red. Matthias Hüning, Ulrike Vogl, Ton van der Wouden, & Arie Verhagen, 183-206. Leiden: SNL, digitaal via http://tonvanderwouden.nl/index_files/papers/berlijntekst02.pdf

    Beantwoorden
  3. Ton van der Wouden zegt

    14 oktober 2018 om 23:15

    te snel verstuurd: “ik houd van Olga d’r” moet zijn “ik houd Olga d’r”

    Beantwoorden
  4. Henk Wolf zegt

    15 oktober 2018 om 01:48

    Dank, Ton. Als grammatica’s woorden op ‘z’n’ etc. als naamvalsvorm gaan behandelen, dan is ‘possessief’ waarschijnlijk een veel handiger term dan ‘genitief’ om de reden die jij noemt. Ik heb in dit stukje voor ‘genitief’ gekozen vanwege het publiek: het is een van de klassieke naamvalsnamen die iedereen van school nog wel kent.

    Beantwoorden
    • Mient Adema zegt

      15 oktober 2018 om 10:02

      Terwijl het toch allemaal nogal specialistisch oogde. 🙂
      Nee, hoe je het noemt lijkt me secundair; het gaat erom dat we het waarom van de taaluiting kunnen traceren en dat is voor het verschijnsel “Jan z’n fiets” wat lastig doordat je je kunt afvragen of dit 2 of 3 woorden zijn en of je dat redekundig of taalkundig beoordeelt. Voorlopig beschouw ik het verschijnsel nog steeds als hulpje bij ons expressievermogen, want met de omschrijving met “van” of de uitgangs-s ben je van het hele probleem af. En het zal wat moeite kosten afwijkingen van het normale in taalwetten te vangen (alhoewel dit soort uitdrukkingen inmiddels de norm lijken te worden). Leuk om te doen, vooral als je leek bent. En om erover te lezen.

      Beantwoorden
  5. Sarah zegt

    15 oktober 2018 om 10:53

    Ik heb me hier al het hoofd over gebroken sinds het vorige stukje, maar ik mis de taalkundige achtergrond om goed aan te voelen wat een naamval nu eigenlijk is. Als VL taalgebruiker kan ik echter wel melden:

    ik gebruik dagelijks de constructie persoon + volle vorm van het bezitteijke naamwoord + object. Oneindig veel vaker dan de afgekorte vorm.

    Ik heb er niet speciaal op gelet, maar ik maak me sterk dat ik echt niet de enige ben, en dat iets als ‘de studenten hun voorkennis’ prima NL is in veler ogen (hopelijk is die oude genitief nog correct vervoegd!).

    Geen idee of dat je theorie meer/minder gewicht geeft wel.

    Beantwoorden
  6. Jos Houtsma zegt

    15 oktober 2018 om 11:47

    Mag ik nog bijdragen:
    “Bijna al Jan zijn fietsen.” “Bijna al wiens fietsen?”

    Beantwoorden
  7. Yannick Anné zegt

    22 oktober 2018 om 16:58

    Bedankt, Henk Wolf, voor de reactie. Constructies zoals het duitse “des hertzogen von burguns sun” waren mij niet bekend, in tegenstelling tot de Engelse constructies die je aanhaalt. Zij bieden inderdaad parallellen voor de hypothese dat de ‘z’n’-constructie een genitiefconstructie (of possessiefconstructie, what’s in a name) geworden is. Je zou het Hoogduitse voorbeeld immers makkelijk als “de hertog van Bourgondië z’n zoon” kunnen vertalen.

    Ik heb intussen het boek van Ulrike Demske (Merkmale und Relationen – De Gruyter: Berlin-New York, 2001; bedankt voor de tip) er even bij genomen, en op blz. 246 (waar het voorbeeld dat je aanhaalt, vandaan komt) schrijft ze: “Eine charakteristische Eigenschaft des pränominalen Genitivs im Gegenwartsenglischen ist dabei die Position des s-Suffixes: Anders als ein Flexionssuffix erscheint das Suffix nicht kopf- sondern phrasenfinal.” ‘Phrasenfinal’ lijkt mij inderdaad een goede term om de ‘hun’ in een geval zoals “de kinderen uit de buurt hun fiets” te beschrijven.

    Zoals ook zij doet, zou ik misschien niet ontkennen dat de ‘z’n’-constructie een soort genitief- of possessiefconstructie is (of een ‘pränominales Genitiv’, zoals zij het noemt), maar – en dit is wel belangrijk – de vraag is of je die ‘z’n’ (‘d’r’, ‘hun’…) als een uitgang kunt beschouwen. De eind-s daarentegen is wel degelijk een echte uitgang, die alleen ‘kopffinal’ voorkomt. Misschien is het spijkers op laag water zoeken, maar een verschil is er wel degelijk.

    De discussie gaat uiteindelijk over de vraag of je een ‘phrasenfinal’ geval zoals de Engelse eind-s nog als een naamval beschouwt of niet. Daarover zijn al boeken vol geschreven, en ik heb er ook geen overtuigde mening over, maar ik wilde het toch even aanhalen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Het Spaansch en ’t Fransch

Maar weg met u, ô spraak van bastertklanken,
Waarin hyeen en valsche schakals janken;
Verloochnares van afkomst en geslacht,
Gevormd voor spot die met de waarheid lacht

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IN DROOM

In een bladstille droom
hoorde ik kreunen op de weg.
Mijn vader sprong op
uit zijn stoel bij het raam –
wij waakten die nacht –,
snelde de tuin door, ik ook.

Het licht van de maan
omrandde met scherpe glanzen
boomstronken, een wagenschot,
de struiken, ieder blad.
Ik zelf lag daar in het donker
in de regen languit op het pad.

Bron: Tirade, november-december 1959

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

16 mei 2025

➔ Lees meer
26 mei 2025: Nederlands Centraal

26 mei 2025: Nederlands Centraal

7 mei 2025

➔ Lees meer
9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

7 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1891 Jef Leenen
sterfdag
1940 Jacob Hiegentlich
1947 Jacobus Heinsius
2022 Thijs Pollmann
➔ Neerlandicikalender

Media

Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

12 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d