• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Ik boei me niet voor de poppetjes

28 september 2018 door Henk Wolf 8 Reacties

Door Henk Wolf

In een reactie op geenstijl.nl van een paar maanden geleden schrijft iemand ‘ik boei me niet voor de poppetjes’. Dan volgt er wat onsmakelijk geweldpraat, maar het gaat me hier ook niet om de inhoud. ‘Ik boei me voor’ is namelijk een constructie waarvan ik het ontstaan verwacht had. Af en toe googelde ik erop, afgelopen woensdag voor het laatst. En de verwachting is nu dus uitgekomen.

Waarom verwachtte ik die constructie? Wel, dat zou passen in een trend die al eeuwen bezig is: de Germaanse talen maken een ontwikkeling door waarbij personen het onderwerp van de zin worden.

Onpersoonlijke zinnen zonder onderwerp

In ouder Nederlands kwamen zinnen voor zonder grammaticaal onderwerp, zogenaamde ‘onpersoonlijke zinnen’. Een voorbeeld is dit bekende Middelnederlandse zinnetje uit het Egidiuslied:

mi lanct na di, gheselle mijn

Letterlijk vertaald is dat ‘mij verlangt naar jou, vriend mijn’. Er komen in de zin alleen maar niet-onderwerpsvormen voor: mij en jou. Een vertaling in modern Nederlands is zoiets als ‘ik verlang naar jou, mijn vriend’.

In modern Nederlands komen zulke onderwerpsloze zinnen niet meer voor. Het Duits heeft er nog wel een paar, bijvoorbeeld:

Mir ist nach Bier.

Dat is letterlijk ‘mij is naar bier’ en betekent ongeveer ‘ik heb zin in bier’.

Onpersoonlijke zinnen met onderwerp

Wat in het Nederlands nog wel bestaat, is een ander zinstype, dat ook wel als ‘onpersoonlik’ wordt aangeduid, en waarin een mens iets meemaakt, maar waarbij die mens niet het onderwerp van de zin is. Die mens is een ander zinsdeel, zoals lijdend of meewerkend voorwerp. Iets anders is het onderwerp, vaak een ding.

Ook die constructies verliezen langzaam terrein: in de Nederlandse omgangstaal wordt al lang niet meer het onpersoonlijke ‘dat dunkt me’ gezegd, maar altijd ‘ik denk dat’, met ik als onderwerp. Ook ‘die schoenen passen me niet’ wordt vaak ‘ik pas die schoenen niet’. ‘Mij mankeert niets’ wordt vandaag de dag vaak ‘ik mankeer niets’.

In dezelfde trend zien we recent dat ‘dat lawaai irriteert me’ verandert in ‘ik irriteer me aan dat lawaai’ (waarbij ‘zich ergeren aan’ waarschijnlijk als voorbeeld heeft gediend).

In de groep van twaalf studenten Fries aan wie ik momenteel syntaxis geef, zijn er nog twee van wie de ouders ferjitte (‘vergeten’) onpersoonlijk gebruiken. Zij kunnen zinnen als de volgende gebruiken:

Dat adres is my fergetten.

Dat is letterlijk ‘dat adres is mij vergeten’ en betekent ‘ik ben/heb dat adres vergeten’. Het Fries loopt daarmee iets trager dan het Nederlands, waar alleen ‘ik ben/heb het adres vergeten’ nog voorkomt.

Verwachting

Ik verwachtte in het licht van die trend dat de constructie ‘dingen boeien iemand (niet)’ een keer zou meegaan en dat die constructie concurrentie zou krijgen van ‘iemand boeit dingen (niet)’, dus met de persoon als onderwerp. En die verwachting is uitgekomen, ook al is er tot nu toe nog maar één vindplaats.

‘Ik spijt me’ komt ook al een paar keer op internet voor. Ik verwacht nu ook een keer ‘ik kan dat niet schelen’ en ‘zij bevalt dat wel’ tegen te zullen komen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: onderwerp, syntaxis, taalgeschiedenis

Lees Interacties

Reacties

  1. Anton zegt

    28 september 2018 om 10:13

    Die aparte constructies zijn oeroud. Kortlandt wijst voor het PIE op deze theorie:

    Holger Pedersen already argued that the subject of a transitive verb was in the genitive [= sigmatic nominative] case if it was animate and in the instrumental case if it was inanimate while the subject of an intransitive verb and the object of a transitive verb were in the absolutive [= asigmatic nominative] case form (1907: 152)

    https://kortlandt.nl/publications/art203e.pdf

    Beantwoorden
  2. Mient Adema zegt

    28 september 2018 om 10:35

    Dat schoenen passen is weliswaar een voorbeeld dat in het verschijnsel past, maar zou ik toch niet makkelijk als zodanig gebruiken. Mijn nichtje is er moeilijk van te overtuigen dat zij haar schoenen wel past, maar dat ze dan niet passen. Daar gaat dat voorbeeld dus niet op vanwege de ambiguïteit. Mijn nichtje denkt dus vooruit, als ons stukje klopt.

    Beantwoorden
  3. Anton zegt

    28 september 2018 om 10:40

    Ik ben wel benieuwd naar de weerlegging van de volgende theorie:

    Gesteld dat men ook in de tijden van het PIE kon worden getroffen door een lekke band dan is de volgende historisch-syntactische ontwikkeling te overwegen:

    (1) Ik heb de band lek (oostelijk Nederlands)

    komt van

    (2) Mij [belanghebbend object] is de band [onderwerp] lek

    komt via herinterpretatie van

    (3) Mij [onderwerp] is de band [object] lek

    Beantwoorden
    • Erik Bouwknegt zegt

      29 september 2018 om 01:49

      Je zou verwachten dat ‘Ik heb de band lek’ vroeger eerder algemeen was en in een groot deel van het taalgebied is verdwenen. Immers de voltooide tijden in het Nederlands zijn ook uit een degelijke constructie ontstaan, de voltooide deelwoorden waren in ouder Germaans (en Proto-Indo_Europees) immers nog puur bijvoeglijke naamwoorden.
      ‘Ik heb de band geplakt’ eerst in de betekenis van ‘Ik heb de geplakte band’, ik heb de band, die geplakt is’.

      De voltooide tijd met hebben + voltooid deelwoord is een vrij recente (d.w.z. na het jaar 0) constructie die zich vanuit het kerngebied van het SAE (Standard Average European, de naam voor een aantal typische kenmerken van Europese talen) naar buiten heeft verspreid. In dat kerngebied (Nederlands, Frans, Duits, Italiaans) hebben alle talen een werkwoord ‘hebben’. In de perifere SAE-talen die in plaats van een hebben-werkwoord bezit uitdrukken via de constructie ‘aan X is’ (Ik heb een boek => Aan mij is een boek) is de voltooid-deelwoordconstructie dan ook op die manier gevormd.

      Voorbeelden uit The Changing Languages of Europe (Bernd Heine en Tania Kuteva):
      West-Oekraïens dialect: U nas pole vyorano = Aan ons akker geploegd = We hebben de akker geploegd.
      Gesproken Russisch: U nego vse prigotovleno = Aan hem alles voorbereid = Hij heeft alles voorbereid.
      Iers: Tá an litir scríofa agam = Is de brief geschreven aan-mij = Ik heb de brief geschreven.

      Beantwoorden
      • Anton zegt

        5 oktober 2018 om 02:08

        paragraaf [A|B|C] :

        A. OGm [ik heb de band gelekt] (adj. volt. deelw.) is dan misschien de juistere oorspronkelijke vorm

        B. hier spelen twee zaken:
        B1 – het laat ontstaan in SAE van een perfectum (voltooide tijd) met hebben + voltooid deelwoord
        B2 – de laat in SAE ontstane bezitsrelatie agent + hebben + object tegenover de oudere vorm (aan, datief) agent + object

        Maar in C worden de samengestelde perifere voorbeelden naar ons – in principe – ambiguë B1-systeem toe vertaald.

        Het voorbeeld uit het Iers doet b.v. een fors beroep op de logica. Werkwoord voorop, geen probleem. Maar dan. Is het niet

        Tá an litir scríofa agam == “[Dit] is de brief die ik schreef”?

        Ieren e.a. weten het zelf niet, vgl. John Hewson, Tense and Aspect in Indo-European Languages: Theory, Typology, Diachrony, p. 174
        https://books.google.nl/books?id=3RNtlfnRfgEC&pg=PA174&lpg=PA174&dq=Tá+an+litir+scríofa+agam&source=bl&ots=sdljJZ-f-F&sig=gATZfygD21I_N2y_O3p9tXstYPI&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwiCpIeY_u3dAhVHPFAKHXKmA0oQ6AEwAnoECAIQAQ#v=onepage&q=Tá%20an%20litir%20scríofa%20agam

        Nog veel meer + interessants bij A. Danylenko, The East-Slavic ‘Have’: between the be- and have-patterning?
        src-h.slav.hokudai.ac.jp/pdf_seminar/20090619Danylenko.pdf

        Beantwoorden
  4. DirkJan zegt

    28 september 2018 om 18:14

    Ik kan de gesignaleerde trend niet goed plaatsen, maar het dunkt me dat de uitdrukking ‘Ik boei me niet voor poppetjes’, niet meer en niet minder een voor de hand liggende variatie is op ;’Ik interesseer me niet voor poppetjes’.

    Beantwoorden
    • DirkJan zegt

      28 september 2018 om 19:55

      En nu realiseer ik me dat de schrijver de gevonden nieuwe uitdrukking interpreteert als een variatie op ‘Het boeit me niet …’ en nu met ik voorop. Maar dan vind ik mijn verklaring plausibeler.

      Beantwoorden
  5. Erik Bouwknegt zegt

    29 september 2018 om 01:52

    Mijn opa gebruikte het werkwoord lusten nog op deze manier (Dat lust me wel).

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Anouk Smies • Ik ben geen natuurlijk persoon

Elk antwoord dat niet uit het hart komt
heet geleende kennis en vervalt
Ik draag alleen bij
aan de wereld die ik verlang

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

Als in de verte de zee zich verliefd toont,
heldere golven steeds nemen elkaar,
denk ik vol spijt aan het plein waar mijn lief woont:
zeeheldenbuurt waar geen viking meer vaart.

Bron: datering: 1948-1955; postuum gepubliceerd, in Tijdrovertje, 1992

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26 mei 2025: promotie Viorica Van der Roest

26 mei 2025: promotie Viorica Van der Roest

22 mei 2025

➔ Lees meer
25 mei & 21 juni 2025: Leidse Zang voor Kerk en Kroeg

25 mei & 21 juni 2025: Leidse Zang voor Kerk en Kroeg

21 mei 2025

➔ Lees meer
21 juni 2025: J.H. Leopold-lezing

21 juni 2025: J.H. Leopold-lezing

19 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1920 Sonja Witstein
sterfdag
1997 Herman de Coninck
➔ Neerlandicikalender

Media

Memory, War and Translation

Memory, War and Translation

22 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Van Hogwarts naar Zweinstein

Van Hogwarts naar Zweinstein

20 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d