Over de Maastunnel in Rotterdam.
DRIE TUNNEL-GEDICHTEN
I
Toen zich in haar bedrijf de stad belemmerd vond
Heeft zij een weg gebouwd en onder slijk bedolven.
Nu vindt zij even goed zichzelve door den grond
Als heel de wereld door de golven.
II
Ik leid, in moeite en leed gesticht,
Door aarde en nacht van licht naar licht.
III
Een lichtbaan, die den nacht doorschrijdt,
Een pad door stilte en eenzaamheid,
Lever ik leven’s schatten uit:
Van Zuid aan Noord, van Noord aan Zuid.
Jan Prins (1876-1948)
uit: De stad waar men is kind geweest. Rotterdamsche gedichten (1946)
- Jan Prins: wikipedia • dbnl • gedichten • schrijversinfo
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aanmelden.
Dick Klingens zegt
Ook P.C. Boutens schreef een kwatrijn voor de Maastunnel. Evenmin als dat van Prins werd het, wegens de oorlogsomstandigheden, bij de opening in 1942 in de tunnel aangebracht. Dat van Boutens werd geplaatst in 1968 in de noordelijke ingang van de voetgangers/fietstunnel.
Hier schiep zich Rotterdam ’t gekruiste veer
Van bovenstroomsch en onderstroomsch verkeer:
’t Bloed dat zijn uitweg naar de wereld vond
Boort waar het nijpt slagaadren door den grond.
Gedicht I van Prins werd in 1968 geplaatst in het metrostation Rijnhaven.
Gedicht III werd op 23 oktober 2008 uiteindelijk geplaatst in de zuidelijke ingang van de voetgangers/fietstunnel van de Maastunnel.