Doen dese coningen binnen Londen waren, soo is daer raet gehouden metten heeren, daer de hertoghe van Clocestre voortbracht de neghen boden, elck met sijn brieve inde hant die hy gebracht hadde, want hy hadse al t’samen gevangen geset, ’t welck wijsheyt was. Doe dede de hertoge den coninc alle de brieven lesen elc bysonder, toonende hem sijnen zegel. ’t Welc den coninc seer verwonderde, ende dede elcken bysonder sweeren, d’een voor d’ander na, waer af datse de brieven gebracht hadden ende wiese hunlieden gegeven hadde. De bode van Romen swoer dat hem de paus sijnen brief ghegeven had. Doen seyde coninck Henrick met fellen moede dat hem de paus verraden had, sweerende dat hy dat op hem wreken soude. Ende doen dedemen d’ander acht boden sweeren, waer af de zeven valschelijc swoeren, maer de achtste seyde: “Heer koninck, ick en weet niet watmen my doen sal, hanghen oft branden, maer om mijn ziel te salveren sal ick de waerheyt segghen.”
Dit hoorende d’oude koninginne, dat de bode de waerheydt segghen wilde, is gheloopen tot haren sone den koninck, seggende: “Sone, my verwondert seer hoe dat ghy dus langhe draelt om recht te doen over den hertoghe, die Helena heeft doen verbernen …”
Dit verhoorende, de hertoge ginc voor den koninc ende seyde: “Heer koninc, doe ghy uyten lande reysdet, doen stelde ghy alle u landen onder mijn macht, die ick noch in handen hebbe, want ghyse noch niet over genomen en hebt. Dus sla ic mijn handt aen dese vrouwe als een die dat wel doen mach, want ick noch regent vanden lande ben, ende zalse ghevanghen houden tot dat ick weet wie dese verraderye ghestelt heeft!”
Dus wert de koninginne ghevanghen ende in een kamer gesloten. Doen swoer de bode dat hem d’oude koninginne den brief ghegeven hadde, ende den selven van Doeveren ghebracht, niet wetende datter eenighe verraderije in besloten was. Ende daerom begeerde koninc Anthonis dat die bode ende de bode van Roomen vry zijn souden vander doot om datse de waerheydt gheseyt hadden, maer datmen d’ander quader doot soude doen lijden, dat hem so gheconsenteert wert.
Doen begheerde coninck Anthonis van koninc Henrick dat hy teghen d’oude koninghinne mochte spreken, dat hem koninc Henric toeliet, ende dede hem leyden by haer metten hertoge van Clocestre. Ende coninc Anthonis seyde tot haer: “Wetet vrouwe, dat ick tot mijnen landt reysen wil, ende believet u, ick sal u met my voeren ende maken u koninginne van Constantinopelen, want ick u beminne boven alle vrouwen. Daerom bid ic u dat ghy my segt oft ghy met my reysen wilt oft niet?”
Als d’oude koninginne dat hoorde, seyde sy: “Heer koninc, believet u my te trouwen, ic belove u, ic sal mijnen soon eer vier maenden heymelijck doen sterven ende maken u coninck van Engelant!”
Van dese woorden verschricte de koninc, maer hy hielt hem of hy blijde gheweest hadde. Ende als sy met malkanderen langen tijt hadden ghesproken, soo vraechde sy koninck Anthonis oft hy haer sijnen riem wilde gheven voor den haren, dat de koninck terstont dede, ende sy gaf hem haren riem weder metter borsen. Ende doen wertse peysende op den zegel die daer in was, ende badt koninc Anthonis dat hy haer de borse weder geven woude, dat hy niet en wilde doen, maer hy liep uyt de kamer mette borse ende sloot haer inde kamer. Daer na soe dede hy de borse open, daer hy in vondt den gheconterfeyten zeghel die sy had laten maken. Ende doen ginc koninc Anthonis tot koninc Henrick ende liet hem den zeghel sien, die hy in sijns moeders borse ghevonden had, daer hy hem seer af verwonderde ende vraechde den hertoge waer dat Helenen zegel ware. De hertoghe seyde: “Ic heb haren zegel.”
“Hoe mach dit zijn?,” seyde de koninc. “Ick en dede maer dry zeghels maecken als ick van hier reysde, ende nu vinde icker vier.”
“Certeyn,” seyde koninc Anthonis, “so moet uws moeders zeghel valsch zijn, die ick in haer borse gevonden hebbe. Daerom laetse hier komen ende doet haer vraghen hoese aen den zeghel gekomen is.”
Twelc soo ghedaen wert. Ende als sy voor de koninghen quam, so dede coninck Henrick de valsche boden halen ende seyde tot sijn moeder datse hun alle bereyden souden alsoo sy wilden sterven, want men haer met de valsche boden verbernen soude. Als d’oude koninginne hoorde datse sterven moest, so biechtese openbaerlijc voor alle de heeren ende seyde hoe sy den zegel hadde doen conterfeyten ende den goutsmit vermoort, hoese acht brieven hadde laten schrijven ende die oock vermoort, ende alle de verraderije diese ghedaen hadde. Daer nae wertse verwesen ende verbrant aen eenen staeck mette valsche boden.
Na dat d’oude coninginne verbrant was, so is de hertoge van Clocestre tot den twee coningen gegaen ende seyde hoe dat Helena met haer twee kinderen noch leefde, maer hy en wiste niet waer, want hyse alleen in een bootken inde zee dede vlieten, ende hoe dat Maria sijn nichte voor haer verbrant was om haer te verlossen vander doot. Als dit dese twee coninghen hoorden, swoeren sy nimmermeer van malkanderen te scheyden sy en hadden Helena gevonden. Ende coninck Henrick liet het lant in des hertoghen handen, hem dat bevelende, ende is doen met coninck Anthonis wech gereyst.
Neerlandistiek
Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek sinds 1992 (voorheen: Neder-L)
ISSN 0929-6514Bijdragen zijn welkom op neerlandistiek.nl@gmail.com
Archief
Zoeken
-
Recente artikelen
- Is ‘hele goede’ een taalfout? 18 februari 2019
- De betekenis van scheldwoorden 18 februari 2019
- Gedicht: Jacob Cats • Jonck by out, heet by kout 17 februari 2019
- En sloeg en sloeg en sloeg 17 februari 2019
- ’t Was maar een Jood (1848) 17 februari 2019
Recente reacties
Neerlandici vandaag…
- geboortedag
- 1927 Richard Bromberg
…en morgen
Geen neerlandici geboren of gestorven
Neerlandistiek-tv
Neerlandistische weblogs
De honingpot
- Uit de werkplaats (2) 17 februari 2019
History of Dutch
- Snowy view of Holland 4 februari 2019
Huygens Instituut
- WFH Volledige Werken Deel 18. Beeldend werk verschenen 15 februari 2019
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
- Oproep tot inzenden voor de Elise Mathilde-prijs 2018 22 januari 2018
Marita Mathijsen
- Taalspeeltje: het lipogram 2 februari 2019
Marten van der Meulen
- Is ‘hele goede’ een taalfout? 15 februari 2019
Milfje
Nederlands Berlijn
- Mief-maf-muf? – Mof! 17 februari 2019
Nederlands Nijmegen
Nederlands Utrecht
Ons Erfdeel
Onze Taal
De Reactor
Siemon Reker
So to bed
- Arjen Duinker -- 18 februari 2009 17 februari 2019
Toneelgeschiedenis
- Jan Baptist van Lamzweerde, pamflettist 12 januari 2019
Tzum
Vifa Benelux
- Das ViFa Benelux-Blog wird nicht mehr aktualisiert 13 februari 2019
Werkgroep Caraïbische Letteren
- Konfo Junior (6+) 17 februari 2019
Weyerman
- Merkwaardig (week 7) 17 februari 2019
Onderwerpen
- 17e eeuw
- 18e eeuw
- 19e eeuw
- 20e eeuw
- 21e eeuw
- 196 sonnetten
- Addenda EWN
- Afrikaans
- cartoon
- columns Ton Harmsen
- De verleden tijd van lijken
- dialecten
- Engels
- etymologie
- Evenementenagenda
- extra muros
- fonologie
- Gastcolumns
- gedichten
- letterkunde
- literatuur
- middelbaar onderwijs
- middeleeuwen
- morfologie
- Nederlandse Taalunie
- Nieuws
- onderwijs
- Palmerijn van Olijve
- Palmerin d'Olive
- Pas verschenen
- poëzie
- recensies
- semantiek
- sonnet
- syntaxis
- taalbeleid
- taalkunde
- Taalunie
- taalverandering
- taalwetenschap
- tijdschriften
- Vacature
- Verwarwoordenboek
- wetenschapscommunicatie
- woordbetekenis
Meer informatie