• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De woordtjes alle drie

24 oktober 2015 door Marc van Oostendorp 6 Reacties

Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (43)
Het Nederlandse sonnet bestaat 450 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?

Door Marc van Oostendorp


Wat is precies de omvang van een woord? Als je het Woordenboek der Nederlandsche Taal  mag geloven, kan het alles zijn: van ‘belangrijke mededeeling’ tot ‘kleinste isoleerbare geheel van spraakgeluiden (kleinste isoleerbare zinsdeel) met een zelfstandige beteekenis’. En als we het WNT niet meer mogen geloven, wie of wat dan nog wel?

Maar hoe telde Pieter Corneliszoon Hooft (1581-16470) dan precies zijn woorden? Hoe kwam hij aan drie?

Mijn lief, mijn lief, mijn lief; soo sprack mijn lief mij toe,
Dewijl mijn lippen op haer lieve lipjes weiden.
De woordtjes alle drie wel claer en wel bescheiden
Vloeiden mijn ooren in, en roerden (‘ck weet niet hoe)
Al mijn gedachten om staech maelend nemmer moe;
Die ’t oor mistrouwden en de woordtjes wederleiden.
Dies jck mijn vrouwe bad mij claerder te verbreiden
Haer onverwachte reên; en sij verhaelde’ het doe.
O rijckdoom van mijn hart dat over liep van vreuchden!
Bedoven viel mijn siel in haer vol hart van deuchden.
Maer doe de morgenstar nam voor den dach haer wijck,
Is, met de claere son, de waerheit droef verresen.
Hemelsche Goôn, hoe comt de Schijn soo naer aen ’t Wesen,
Het leven droom, en droom het leven soo gelijck?

Ik denk niet dat een moderne redacteur het iemand ooit zal toestaan om te schrijven dat ‘mijn lief, mijn lief, mijn lief’ drie woordjes zijn. Zes misschien. Of eventueel twee.

Na eeuwen min of meer vaste regels over spelling zijn we gaan denken dat de grenzen van woorden bepaald worden door spaties. Dat iets onmogelijk het ‘kleinste isoleerbare’ zinsdeel kan zijn als er een spatie in het midden staat.

En toch beschouwde Hooft mijn lief kennelijk als één woordje: de twee delen mijn en lief even onverbrekelijk aan elkaar verbonden als woord en tje. En ongelijk had hij daar ook niet in: mijn spreek je op zijn natuurlijkst hier onbeklemtoond uit, en echte woorden hebben eigenlijk juist altijd precies één hoofdklemtoon. Mijn hangt daarom in de uitspraak nogal op lief, ongeveer zoals tje op woord hangt. Ze vormen samen in ieder geval qua klank één woord.

Dat geldt al helemaal in de perfecte metriek van Hooft – misschien wel de grootste metricus die de Nederlandse dichtkunst ooit gekend heeft. (Ja, bereid je er maar op voor, ik ga jullie de komende maanden alleen maar Hooft voorschotelen, hier in mijn zelfgecreëerde hoekje op de zaterdagochtend.)  Mijn staat in een zwakke positie in zijn metrische schema en lief in een sterke: samen vormen ze een zogeheten voet en dus ook een woord.

Daar komt natuurlijk bij dat mijn lief ook best onder het andere uiterste van het WNT mag worden gevat: zoals ook uit de rest van het sonnet blijkt, mag het best als een belangrijke mededeling gelden.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, 196 sonnetten, letterkunde, P.C. Hooft, poëzie, sonnet

Lees Interacties

Reacties

  1. Wouter Steenbeek zegt

    24 oktober 2015 om 10:15

    Het gedicht is niet helemaal vrij van bombast, maar toch: een hele verademing na zijn toneelstuk Geeraerdt van Velsen, waarin je volstrekt onnatuurlijke monologen met ellenlange zinnen drie keer moet overlezen om er iets van te begrijpen.

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    24 oktober 2015 om 21:31

    Maak je borst maar wat, want van Hooft zijn we in deze reeks voorlopig nog niet af!

    Beantwoorden
  3. felix van de laar zegt

    25 oktober 2015 om 06:15

    Marc, je veronderstelt dat Hooft met "woordtje" het taalkundige begrip "woord" bedoelt. Maar dat hoeft toch niet, je kunt er toch ook het retorische begrip "toespraakje" in lezen? Het getal zes zou trouwens totaal geen poëtische kracht meer hebben.

    Beantwoorden
  4. Peter-Arno Coppen zegt

    25 oktober 2015 om 11:29

    Het kan ook zijn dat Hooft de aanspreking (vocatief) 'mijn lief' als een eenheid zag: in de romaanse talen ('chérie,' 'amor') betreft het inderdaad losse woordjes.

    Beantwoorden
  5. Bart de Coo zegt

    25 oktober 2015 om 15:32

    Ik denk dat Hooft voor 'drie' koos, omdat het zo lekker assoneert met 'lief' en 'lieve', dat in de eerste en tweede regel een compleet salvo vormt. Het wellicht correctere 'zes' had beroerd geklonken.

    Beantwoorden
  6. Marc van Oostendorp zegt

    25 oktober 2015 om 18:15

    Hm, je kunt in de Romaanse talen ook best 'ma chérie' zeggen (of 'amore mio'), net zoals je in het Nederlands ook best 'lief' kunt zeggen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Claude van de Berge • Zangstem in de gespleten sneeuwsteen

Niets wat we zijn, was ooit bestemd een werkelijkheid te zijn.
Niets was bestemd te bestaan.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SIBERIË


De rijkdom van dit land ligt in de diepte,
tot aan het maaiveld reikt de bodemschat.

Bron: datering: omstreeks 1967; in Een schrijvende partikulier, postuum verschenen, 1982

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

10 juni 2025: Frits van Oostrom – Oudfries en omstreken

10 juni 2025: Frits van Oostrom – Oudfries en omstreken

30 mei 2025

➔ Lees meer
18 juni 2025: Da Vincilezing over dialecten en het ABN

18 juni 2025: Da Vincilezing over dialecten en het ABN

28 mei 2025

➔ Lees meer
12 juni 2025: Lezing over de Grand Tour

12 juni 2025: Lezing over de Grand Tour

28 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1927 Jan Steenbeek
sterfdag
1958 Jozef van Mierlo
➔ Neerlandicikalender

Media

Luisteren naar dieren – met Bibi Dumon Tak

Luisteren naar dieren – met Bibi Dumon Tak

30 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Lange lijnen met Christine Otten

Lange lijnen met Christine Otten

28 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Winnaars Taalolympiade 2025

Winnaars Taalolympiade 2025

28 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d