• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Labov en de literatuurwetenschap

16 maart 2014 door Gert de Jager Reageer

Gert de Jager
 
William Labov, de sociolinguïst aan wie Marc zo’n mooie serie wijdde, is de laatste taalkundige geweest die een diepgaande invloed op de literatuurwetenschap heeft uitgeoefend. Dankzij hem vielen nogal wat letterkundigen van een talig geloof af. Het heeft alles te maken met zijn sociologische blik.
 
Wat was het geloof of paradigma? Dat was de overtuiging dat het taalgebruik in literaire teksten zich op de een of andere manier onderscheidde van het taalgebruik in niet-literaire teksten. Wat zo ijverig door neerlandici en andere brave werkers in het literaire veld werd bestudeerd, verdiende dat vanwege een bijzondere structuur, afwijkend taalgebruik, de niet-referentialiteit der taaltekens, een bijzondere gelaagdheid, bijzondere kunstgrepen. Wat het precies was – daar kon je over twisten. Het getwist maakte de literatuurwetenschap in de jaren zestig en zeventig tot een levendig vak dat als Theoretische Literatuurwetenschap op de universiteiten werd geïnstitutionaliseerd. Een vak met richtingen, stromingen, ‘scholen’. Heel af en toe dolf of delfde zo’n school het onderspit. Het was een teken van vooruitgang: de wetenschap schreed voort.
 
In 1967 publiceerde Labov samen met Joshua Waletzky het artikel Narrative Analysis; Oral Versions of Personal Experience. In deel 5 van zijn serie geeft Marc weer hoe Labov in The Language of Life and Death, zijn boek uit 2013, alledaagse verhalen analyseert. Wat mij frappeerde was dat het niet echt verschilde van hoe hij dat bijna een halve eeuw eerder deed. Een halve eeuw ideeën uitwerken en verdiepen om ze te laten culmineren in een boek met een prachtige, ambitieuze titel. Op de gereformeerde universiteit in Amstelveen zou hij waarschijnlijk schuin zijn aangekeken wegens zelfplagiaat, maar elders gaat dat anders.
 
Wat maakte Narrative Analysis; Oral Versions of Personal Experience tot zo’n ogenopenend artikel? Dat was de constatering dat elke verhalenverteller, hoe ongeletterd en weinig pretentieus ook, zijn verhaal op een bijzondere manier vertelt. Weliswaar heeft een verhaal een ‘basic underlying form’, een correspondentie met de chronologie van wat er gebeurde, maar vervolgens wijkt elke verhalenverteller van die ‘primary sequence’ af. Een verhalenverteller werkt naar een pointe toe. Terwijl hij dat doet, stelt hij het vertellen van sommige onderdelen van zijn verhaal uit en creëert hij meerduidigheid en interpretatieve ruimte. Een verhaal met alleen maar een ‘primary sequence’ doet zich in de praktijk zelfs niet voor. Het is in meer dan één opzicht ‘pointless’.
 
Dat was een uitkomst die het tapijt wegtrok onder elke vorm van literatuurbeschouwing die verwachtte dat er iets specifiek taligs geponeerd kon worden over wat literaire teksten tot literaire teksten maakt. Als consequent van een patroon wordt afgeweken, tot in het meest banale verhaal aan toe – wat kan er dan ooit systematisch beweerd worden over die krankjorum heterogene verzameling teksten die tot de literatuur gerekend worden? Wat valt er concreet vast te stellen over tekstuele eigenschappen of de manier waarop die worden waargenomen? Niets wat niet ook in meer of mindere mate geconstateerd kan worden bij teksten die geen sterveling tot de literatuur zou rekenen: de verslagen van persoonlijke lotgevallen die Labov en Waletksy analyseerden.
 
Niet in taal, maar in iets anders. De paradigmawisseling lijkt, zeker met terugwerkende kracht, op één grote, synchrone golf. De receptiegeschiedenis kwam op, de door Verdaasdonk op methodologische gronden gepropageerde literatuursociologie, het poëticaonderzoek. De veldwerkers van de neerlandistiek spraken niet langer over literatuur, maar over literatuuropvattingen. Het structuralisme van Merlijn en het New Criticism verdween, het Russisch Formalisme werd een schattig optimistisch relict, Jakobsons poëtische functie bleek te zijn wat het was: een onderdeel van een communicatietheorie, niet van een theorie over literariteit. De lagentheorie van Ingarden, de secundaire code van Lotman, op de TGG geïnspireerde transformatietheorieën – het was veel, heel veel en het had hoogstens een beperkte historische geldigheid. Soms leken sommige concepten geschikt om iets verstandigs te beweren over sommige teksten.
 
Het artikel van Labov en Waletksy werd tegelijkertijd een narratologische classic en een artikel waar je niet zoveel aan had: wie greep probeerde te krijgen op Proust of Brakman kon niet zo heel veel met hun gedetailleerde analyse van eenvoudige verhalen. In de Inleiding tot de literatuurwetenschap van Van Luxemburg e.a. uit 1987 wordt Labov nog genoemd; in latere inleidende werken kom ik zijn naam niet meer tegen. Dat zijn artikel een belangrijke rol speelde bij een Umbruch kan ik niet bewijzen aan de hand van een overweldigende hoeveelheid receptiedocumenten. Er is een zekere logica. Ik herinner me gesprekken bij de stencilmachine en de koffieautomaat. Toch: in de jaren zestig werd – niet in Amstelveen – een hoogleraar benoemd met iets als linguïstiek en literatuurwetenschap in zijn leeropdracht. Een internationale coryfee die een decennium later een gouden handdruk kreeg en doperwten ging kweken in Zuid-Frankrijk.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Literatuurwetenschap: onterecht in het verdoemhoekje

Door Ine Kiekens Deze ochtend verslikte ik me bijna in mijn kop thee toen ik het opiniestuk van Sebastien Valkenberg met als titel ‘Onleesbaarheid troef in literatuurwetenschap’ las. Ik was op het stuk attent gemaakt via een tweet van Marc van Oostendorp die vroeg wie een antwoord op Valkenbergs bijdrage…

15 augustus 2017

In "Artikel"

In memoriam William Labov (1927-2024)

Gisteravond is op 97-jarige leeftijd de Amerikaanse taalkundige William Labov overleden.

18 december 2024

In "Artikel"

Waarom vissers soms hun taal veranderen

Korte inleiding tot het werk van William Labov (2)Door Marc van OostendorpAls taalkundige was William Labov een betrekkelijke laatbloeier. Zijn scriptie verscheen in 1961 en zijn proefschrift drie jaar later – hij was toen dus al 36. Dat kwam doordat hij voor die tijd een aantal andere dingen had gedaan:…

4 maart 2014

In "Artikel"

Categorie: Artikel Tags: letterkunde, literatuurwetenschap

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Edwin de Groot • stem

hier vergaat een mens zonder moeite
enkel het veenmoeras houdt je met zure liefde
vast en goed tot in de eeuwigheid
maar het bos, het bos lost je gladweg op

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

KLEINE BOOM IN MIST

De horizon die hem omvangt
geeft hem te drinken, maakt hem lichter.
De mist die om het boompje hangt
is waar het blad het breedst is dichter.

Bron: De Revisor, februari 1974

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

13 november 2025: Letter en Geest-lezing: U wordt weggesleept

13 november 2025: Letter en Geest-lezing: U wordt weggesleept

10 november 2025

➔ Lees meer
24 november 2025: Herdenking veertigste sterfdag C. Buddingh’

24 november 2025: Herdenking veertigste sterfdag C. Buddingh’

10 november 2025

➔ Lees meer
21 november 2025: Trendsconferentie: Lezenswaardig – actuele perspectieven op lezen in het onderwijs

21 november 2025: Trendsconferentie: Lezenswaardig – actuele perspectieven op lezen in het onderwijs

5 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1930 Nico Scheepmaker
1934 Willem van den Berg
sterfdag
1988 Mia Gerhardt
➔ Neerlandicikalender

Media

Een kantiaanse benadering van de oorsprong van taal

Een kantiaanse benadering van de oorsprong van taal

12 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Sint-Nikolaasavond en Koning Willem II

De Sint-Nikolaasavond en Koning Willem II

9 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Dag van de biografie: Sander Bax

Dag van de biografie: Sander Bax

5 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d