• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Lees Renate Rubinstein!

13 september 2013 door Jan Stroop 1 Reactie

 

door Jan Stroop

 

 

’t Zal Karel van het Reve wel weer geweest zijn (of W.F. Hermans) die zei dat de houdbaarheid van een schrijver niet afhangt van de inhoud van zijn verhaal maar van zijn stijl. Als iemand daar ’t  bewijs van is, is ’t wel Renate Rubinstein.
 
Terwijl ik bezig ben aan een artikel over dan in combinaties als niets dan afgunst, niemand dan Marc, en ook ’t beruchte niet dan nadat, schiet me te binnen dat ik over dat laatste bij Renate Rubinstein wel eens ’n slimme opmerking gelezen heb. Ik wil die in dat artikel citeren want ’t wordt er beslist aardiger door.
 
 
Maar waar staat die passage?! Ik weet alleen: ergens op een linker bladzijde. De drie delen Verzameld Werk van RR, die na haar dood verschenen, dat zijn bij elkaar ruim 1200 linkerbladzijden! Dus maar bladeren, bladeren, bladeren. Gaandeweg werd dat bladeren lezen, want er is geen bladzijde in die gigantische stapel papier die niet minstens even, en vaak langer je aandacht vasthoudt. En eindelijk toch die passage gevonden, op ’n rechterbladzijde!  Hij volgt hier.
 

“Hiermee had ik willen eindigen, maar daags nadat ik het opgeschreven had las ik Maaike Meijer over vier vrouwenboeken (in de Volkskrant) die haar instemming niet hebben en die ze in de prullenmand zal werpen, ‘maar niet nadat ik u deelgenoot gemaakt heb van mijn woede.’ (Deze totaal onbegrijpelijke zinswending zie je steeds vaker, het is waarschijnlijk een anglicisme. Aangezien de betreffende woede, of wat het is dat men voelt, altijd juist wel meegedeeld wordt, wordt met ‘niet nadat’ ongetwijfeld ‘niet dan nadat’ bedoeld. Als u dat erbij bedenkt wordt het vervolg begrijpelijker, al is er veel voor te zeggen om bij een schrijver die zo indruist tegen de logica maar van het vervolg van zijn betoog af te zien.)”  (Verzameld Werk, II 495, 1981). Einde citaat.
 
 
Dat je die verkeerde zinswending steeds vaker ziet, blijkt een juiste observatie te zijn. Het aantal gevallen dat de verkeerde zinswending (‘niet nadat’) gebruikt wordt, is in de kranten van na 1990 tot nu namelijk vier keer zo groot als ’t aantal correcte  (2170 – 497), terwijl dat in de Historische kranten (KB) tot ca. 1990 precies omgekeerd is (872 – 7313). Tegenwoordig wordt de uitdrukking in de meeste gevallen dus verkeerd geformuleerd en niet ‘goed’ begrepen, althans volgens de logica. Maar blijkbaar vatten die gebruikers dat niet nadat  feitelijk op als niet dan nadat. Ik zou zeggen laat dat niet dan ook maar weg; probleem opgelost.
 
 
 
Door al dat geblader en gezoek heb ik nu heel wat van Rubinstein gelezen en herlezen, want dat is ’t gekke of mooie, je blijft lezen. En dat het jongste stuk al 23 jaar oud is, en ’t oudste dateert van de jaren zestig maakt voor de waardering niets uit. Waar ze ook over schrijft en in welke periode ook, haar stukjes zijn eigenzinnig, vilein, geestig en vooral goed geschreven. Dat geldt trouwens ook voor het boek dat ze over Willem Alexander schreef. 
 
 
Eigenzinnig is Rubinstein ook als het om taalgebruik gaat, ’t gebruik van ‘de stoorzender van het bezittelijk voornaamwoord’ bijvoorbeeld. Ik citeer deze passage omdat hij zo typerend is: “Als ik ‘zij’ schrijf, of ’haar’, denkt de lezer dat ik over mijzelf schrijf, of over ‘de vrouw’. Als ik ‘hij’ schrijf, of ‘zijn’, verheft de ‘feministisch’ getrainde lezer de vinger en wijst mij op mijn ‘masculinisme’. Ik zou de door mij bedoelde geldigheid voor beide geslachten dus steeds voor kleuters moeten vertalen door het gestadig herhalen van hij en zij, zijn en haar, lezer en lezeres, maar dat verdom ik. Het bezittelijk voornaamwoord ‘zijn’ is voor mij neutraal genoeg om het te gebruiken voor een menselijk wezen en de lezer die denkt dat zij niet wordt bedoeld, mag zich van mij best aan een andere tekst gaan ergeren.” (VW II 152, 1977). Ook vandaag nog een opvallend standpunt, dat ‘zijn’ als neutraal voornaamwoord, zoals ’t volgende.
 
 
“Een taal die zichzelf respecteert neemt nu eenmaal de buitenlandse woorden die zij gebruiken kan over, zonder zich in de uitspraak ervan uit te sloven.”  (VW I 528,1968)  Dit citaat is uit ‘Belse notities’, waarin ze constateert hoe Vlamingen in 1968 nog opkeken tegen het Nederlandse Nederlands, en waarin ze voorspelt:  “het is onvermijdelijk dat er onder hen eens een leider op zal staan die hun ogen zal opendoen:  Toean blanda praat geen ABN, toean blanda lacht om ABN, ABN is Vlaams, leve het Vlaams!”  Die tijd is nu gekomen, denk aan ’t Verkavelingsvlaams, en er is niet eens een leider voor nodig geweest.
 
 
Frits Abrahams waardeert in zijn column van 22 november 2011 haar parlandostijl, en inderdaad Rubinstein schrijft alsof ze nooit naar school gegaan is en zich later niets aangetrokken heeft van Stijlboeken en redactionele aanwijzingen waar journalisten zich vandaag de dag aan vastklampen of in geloven.
 
 
Er worden in recensies, van vertalingen bijvoorbeeld, nog wel eens opmerkingen gemaakt over ’t Nederlands. Dan gaat ’t vaak over ‘stijl’, maar wat daar onder verstaan wordt, kom je niet weten. Wie de stijl van Multatuli prijst en van zijn eigen hertaling zegt dat die geschreven is “met respect voor Multatuli’s onnavolgbare compositie en stijl”, maar ondertussen wel ’t meest wezenlijke van die stijl, namelijk zinnen met een natuurlijke cadans, verbouwt tot zinnen op vierkante wielen, weet niet waar ie ‘t over heeft.
 
 
Stijl heeft te maken met woordkeus. Gebruikt iemand veel of weinig adjectieven, veel dialoog, de indirecte rede, plechtstatige of alledaagse woorden. Maar minstens zo essentieel is de zinsbouw. Een goede zin heeft een ritmische beweging door een afwisseling van sterk en zwak betoonde lettergrepen. Hij vormt een boog, zegt acteur Gijs Scholten van Aschat, en hij eindigt in een neerwaartse beweging. Hij is daardoor geschikt en aangenaam om voor te lezen.
 
 
 
Een karakteristiek onderdeel van de stijl van Rubinstein is dit: ze schrijft NOOIT (bijna nooit, ik schat 1%) de rode volgorde, dus nooit ’n voltooid deelwoord achteraan, precies zoals we dat bij ’t normale spreken ook niet doen. Daardoor krijgt de zin vanzelf de boogvorm, die ideaal is voor een acteur en voor iedereen die leest.  Een paar voorbeelden uit duizenden:
“omstandigheden die veranderd zouden moeten zijn” (VW I, 484, 1967) ; de moderne columnist zou hier schrijven:  die zouden moeten zijn veranderd.
“waarom Koninklijke personen door hun beschrijvers nooit letterlijk geciteerd mochten worden” (VW III, 427, 1986); de moderne columnist maakt daar van: door hun beschrijvers nooit letterlijk mochten worden geciteerd. Een kwestie van luisteren, resp. niet kunnen luisteren.  

Ik weet niet of ze, zoals Carmiggelt (!) haar zinnen hardop las (of hij haar zinnen), maar dat ze niet doof was, blijkt ook uit haar gewoonte om bij werkwoordgroepen met een infinitief de persoonsvorm soms op ’t eind te zetten: “Was bovendien niet oorlog het allerergste dat ons overkomen kon?” (VW II, 617,  1981).  “dat je nog steeds niet alles in Duitsland zeggen kan”. (VW III, 585, 1988). Dat doet een moderne columnist al helemaal nooit.
 
 
Rubinstein is dus tot oordelen bevoegd als het om stijl gaat. Als ze van iemand zegt dat die man kan schrijven, bijvoorbeeld in het geval van D. Kraaijpoel, dan kun je zijn boek ‘De nieuwe salon” gerust gaan lezen. Ze bewondert Dik Hillenius, “die schrijft alsof hij praat” en Karel van het Reve (“altijd een genoegen om te lezen”). Ze prijst Annie M.G Schmidt om haar stijl, maar ook Herman Koch, toen die nog niet bekend was (1989).
 
 
 
Een genoegen om te lezen, dat slaat niet minder op haar eigen stukjes. Of ’t nu gaan over de superioriteit van het herenjasje boven dat voor dames (dat nog altijd niet verbeterd is),  het gebruik van U of JIJ, de spoorwegen (actueler dan ooit!), het geringe aantal vrouwelijke componisten,  Churchill (die ze bewondert), over zeuren, over lachen, je blijft lezen omdat ’t een genoegen is.
 
 
Wikipedia zegt dat Renate Rubinstein de eerste echte Nederlandse columnist is. Of dat zo is weet ik niet, wat ik wel constateer is dat niemand zulk soepel Nederlands schrijft als zij. Lees maar eens een stukje hardop, dan voel je dat gewoon. Abrahams vindt dat, geloof ik, ook en vandaar zijn conclusie: “Van alle dode columnisten is zij voor mij de meest levende en leesbare gebleven”. Ik zou zeggen, laat dat ‘dode’ maar weg, want ze overtreft wat haar stijl betreft alle columnisten die ik ken.
 
 
Van Renate Rubinstein (1929-1990) zijn geen boeken bij de DBNL te downloaden, maar dat wordt royaal gecompenseerd door het aanbod op Boekwinkeltjes.nl  en in Kringloopwinkels. En dan is er nog die verzameling columns ‘De dagen’, met tekeningen van Peter van Straaten, die in 2011 verscheen en die nog te krijgen is.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e 21e eeuw, columns Jan Stroop, letterkunde, stijl

Lees Interacties

Reacties

  1. Charlotte Goulmy zegt

    24 oktober 2021 om 11:44

    https://www.dbnl.org/tekst/_tir001196501_01/_tir001196501_01_0039.php

    Maar dit is haar mooiste verhaal!

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Het Spaansch en ’t Fransch

Maar weg met u, ô spraak van bastertklanken,
Waarin hyeen en valsche schakals janken;
Verloochnares van afkomst en geslacht,
Gevormd voor spot die met de waarheid lacht

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IN DROOM

In een bladstille droom
hoorde ik kreunen op de weg.
Mijn vader sprong op
uit zijn stoel bij het raam –
wij waakten die nacht –,
snelde de tuin door, ik ook.

Het licht van de maan
omrandde met scherpe glanzen
boomstronken, een wagenschot,
de struiken, ieder blad.
Ik zelf lag daar in het donker
in de regen languit op het pad.

Bron: Tirade, november-december 1959

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

16 mei 2025

➔ Lees meer
26 mei 2025: Nederlands Centraal

26 mei 2025: Nederlands Centraal

7 mei 2025

➔ Lees meer
9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

7 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1891 Jef Leenen
sterfdag
1940 Jacob Hiegentlich
1947 Jacobus Heinsius
2022 Thijs Pollmann
➔ Neerlandicikalender

Media

Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

12 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d