• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Dialect in de klas

1 oktober 2017 door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

Door Astrid Wijnands

Eind september publiceerde de NOS een drieluik geheten ‘Dealen met je dialect’ <1|2|3>. De NOS had eerder een oproep op Facebook geplaatst om erachter te komen of dialectsprekers last zouden hebben van negatieve reacties en welke reacties dat dan zouden zijn. Op die oproep kwamen 28.000 reacties binnen en zo’n 150 mensen wilden graag hun ervaringen delen.

In het drieluik maken we kennis met jongeren en volwassenen uit heel Nederlands, van Groningen tot Maastricht, van Zeeland tot Twente. Allen geven aan trots te zijn op hun dialect en zij spreken hun dialect dan ook graag. De keerzijde van de medaille is dat zij ook vaak niet serieus genomen worden als zij hun dialect spreken. Zo moet acteur Bart logopedie volgen om zijn Achterhoekse accent kwijt te raken, wil hij als acteur rollen aangeboden krijgen en voorziet Myriam uit Terneuzen dat zij haar Zeeuwse accent moet aanpassen aan het Standaardnederlands als zij straks als afgestudeerd advocate aan de slag gaat. Soms gaat het nog verder en worden dialectsprekers uitgescholden als domme boeren of krijgen ze te horen dat ze maar terug moeten naar hun ‘eigen land’. Docent Adele Spikker van het Deltion College in Zwolle besteedt juist in haar lessen aandacht aan de meerwaarde van streektaal in de zorg. Door de taal van de patiënten te spreken is er sprake van een beter contact tussen zorgverlener en zorgdrager.

Het materiaal dat de NOS gepubliceerd heeft, bevat drie filmpjes die zeer geschikt zijn om in de klas te laten zien. In deze filmpjes zijn de dialectsprekers zelf aan het woord, laten zij horen hoe trots zij zijn op hun dialect en delen zij hun ervaringen. Het materiaal is goed te gebruiken als ‘opwarmer’ om het met leerlingen van gedachten te wisselen over dialecten en houdingen ten opzichte van dialectsprekers.

https://www.youtube.com/watch?v=1Kc2uPZ2AJE

https://www.youtube.com/watch?v=MRnU8ZII5ZU

https://www.youtube.com/watch?v=ykQ6twtLMw0

In de Taalcanon zijn er twee lemma’s gewijd aan dialecten, nl. het lemma geschreven door Hans Bennis ‘Hoeveel dialecten heeft het Nederlands?’ en het lemma geschreven door Jos Swanenberg ‘Sterven de Nederlandse dialecten uit?’. Hans Bennis legt uit dat het niet zo makkelijk is vast te stellen hoeveel dialecten er in het Nederlands bestaan. Dialecten zijn namelijk niet stabiel en kunnen in veel gevallen ook niet zo goed van elkaar onderscheiden worden. Bovendien ontwikkelen veel dialecten zich ook van lokale dialecten (zoals het Ootmarsums) naar regiolecten (zoals het Twents). Het tellen van dialecten is volgens Bennis onbegonnen werk. Jos Swanenberg legt uit dat alhoewel steeds minder mensen een dialect spreken, er nog grote verschillen bestaan in het Nederlands dat gesproken wordt. Door het spreken van dialect of regiolect kunnen mensen laten zien waar zij vandaan komen. Die herkenbaarheid is voor jonge generatie belangrijk.

In het onderwijsmateriaal dat de taalcanoncommissie samen met een werkgroep van docenten uit het vo en hbo in 2013-2014 gemaakt heeft, is er geen lesbrief die speciaal gaat over dialecten. Echter, de lesbrief ‘Alle lemma’s: onderzoek en presentaties Taalcanon’ bevat wel een ingang om met dit onderwerp aan de slag te gaan in de klas. Deze lesbrief is ontwikkeld door Judith Nobels en Sven Kruizinga van het Stedelijk Gymnasium Leiden en is bedoeld voor 4 vwo, maar is naar eigen inzicht aan te passen voor andere leerjaren en niveaus.

De lesbrief biedt de leerlingen een introductie in de taalkunde en in onderzoeks- en presentatievaardigheden. Elke leerling leest een artikel uit de Taalcanon, doet vervolgens een klein taalkundig onderzoekje met betrekking tot dat onderwerp en presenteert zijn bevindingen in een korte presentatie. Omdat de leerlingen uit een klas verschillende onderwerpen moeten kiezen, zal een groot deel van de onderwerpen uit de Taalcanon onderzocht en gepresenteerd worden. Voor de docent staat er op de site van de Taalcanon ook een lijst met onderzoekssuggesties per vraag uit de Taalcanon met eventuele interessante websites of filmpjes. Bij de vraag ‘Hoeveel dialecten heeft het Nederlands’ wordt bijvoorbeeld gesuggereerd om het dialectgebruik van een BN’er te analyseren of om een dialectspreker te interviewen. Ook wordt er verwezen naar de DynaSand (De Dynamische Syntactische Atlas van Nederlandse Dialecten) waarmee leerlingen dialecten van bepaalde dorpen met elkaar kunnen vergelijken.

Als docent kun je ervoor kiezen de lesbrief in zijn originele vorm te volgen waardoor de leerlingen elk met een eigen onderwerp aan de slag gaan. Met het materiaal van de NOS en de twee lemma’s uit de Taalcanon kun je als docent er ook voor kiezen gezamenlijk het onderwerp ‘dialecten’ te onderzoeken. Leerlingen kunnen zo met elkaar in gesprek (bijvoorbeeld in een meningvormende discussie of een debat) over hun houding ten opzichte van verschillende dialecten en/of accenten in Nederland en over hun eigen ervaringen met dialecten of accenten. Ook kunnen zij individueel of groepsgewijs de onderzoekjes die in de lesbrief gesuggereerd zijn, uitvoeren. Hun onderzoeksbevindingen kunnen ze aan elkaar presenteren in posterpresentaties. Door dit onderwerp te behandelen in de klas kun je als docent niet alleen met dialectsprekende leerlingen onderzoeken hoe zij dealen met hun dialect, maar kun je ook leerlingen die Standaardnederlands spreken, bewust maken van de verscheidenheid aan dialecten en/of accenten in het Nederlands en hun houding ten opzichte van mensen met een andere tongval.

Bronnen

M. de Smit (2017). Dealen met je dialect: ‘ze zien ons al boeren, bierzuipers, klompendragers’. Geraadpleegd op Website NOS.

J. Duijst (2017). Dealen met je dialect: ‘Je voelt je minderwaardig’. Geraadpleegd op Website NOS.

M. de Smit (2017). Dealen met je dialect: zij zijn gewoon kei-trots op hun taal. Geraadpleegd op Website NOS.

www.taalcanon.nl

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Neerlandistiek voor de klas Tags: dialect, lesbrief, middelbaar onderwijs, schoolvak, sociolinguïstiek, taalcanon

Lees Interacties

Reacties

  1. Henk zegt

    1 oktober 2017 om 20:55

    “De keerzijde van de medaille is dat zij ook vaak niet serieus genomen worden als zij hun dialect spreken. Zo moet acteur Bart logopedie volgen om zijn Achterhoekse accent kwijt te raken, wil hij als acteur rollen aangeboden krijgen en voorziet Myriam uit Terneuzen dat zij haar Zeeuwse accent moet aanpassen …”

    Het “zo” in de twee zin van dit citaat suggereert dat er voorbeelden komen van mensen die niet serieus worden genomen als ze hun dialect spreken. Wat volgt zijn echter voorbeelden van mensen die Standaardnederlands spreken met een regionale uitspraak. Dat is iets heel anders, zoals Nederlands spreken ook iets heel anders is dan Frans spreken met een Nederlands accent.

    Beantwoorden
  2. Frans Daems zegt

    2 oktober 2017 om 14:34

    Het valt me op hoe ‘nationaal’ (neerlandocentrisch en belgocentrisch) er in het onderwijs Nederlands over dialecten gedacht en gesproken wordt. Alvast in het Vlaamse onderwijs merk ik dat het dan meestal alleen over de Nederlandse dialecten in Vlaanderen gaat, soms ook in Noord-Frankrijk (Frans-Vlaanderen), en maar zelden over dialecten in Nederland. Zou dat in het taalonderwijs in Nederland anders zijn? De bijdrage ‘Dialect in de klas’ wekt geen andere indruk, en het NOS-drieluik maakt ook een neerlandocentrische indruk.
    In dezelfde lijn is de vaststelling dat er van de recent verschenen Atlas van de Nederlandse taal een aparte versie bestaat voor Nederland en een andere gedeeltelijk verschillende voor Vlaanderen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Paul Snoek • Een reus

Een reus kent zichzelf.
Hij zoekt een meisje zoet als een konijn
om weg te goochelen in en uit
de grote hoed van zijn hart.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OEUVRE

Het oeuvre van de dood is wel onmetelijk,
maar elke bladzij, blad na blad, is vastgeplakt
en ieder deel staat vastgespijkerd op de plank
en elke plank: nog in de boom onuitgehakt.

Bron: Barbarber, december 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

11 juli 2025

➔ Lees meer
26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

10 juli 2025

➔ Lees meer
Augustus: Eetvoorstelling ‘Muzikaal Feestmaal’ op Slot Zuylen en Muiderslot

Augustus: Eetvoorstelling ‘Muzikaal Feestmaal’ op Slot Zuylen en Muiderslot

8 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1914 Karel Meeuwesse
1936 Mieke Smits
1939 Seth Gaaikema
sterfdag
1978 Sonja Witstein
2021 Mark de Haan
➔ Neerlandicikalender

Media

De laatste keuze van Rogi Wieg

De laatste keuze van Rogi Wieg

9 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Van Lacarise den katijf die enen pape sach bruden zijn wijf

Van Lacarise den katijf die enen pape sach bruden zijn wijf

8 juli 2025 Door Vianne Cré Reageer

➔ Lees meer
‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d