• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

WhatsAppachtig taalgebruik

9 maart 2017 door Lucas Seuren 6 Reacties

Door Lucas Seuren

Onlangs kreeg ik een mailtje doorgestuurd waarin de zender, een docent van een hogeschool, de studenten waarschuwde dat ze zich in hun mailtjes moeten houden aan de ‘professionele omgangsvormen’. Gebeurt dat niet, dan krijgen ze het mailtje terug met het verzoek om het te herformuleren. Aanleiding voor deze waarschuwing was dat er ‘steeds vaker gebruik gemaakt werd van whats-app-achtige [sic] omgangsvormen,’ en blijkbaar dachten de docenten dat dat van invloed was op de manier waarop studenten hun e-mails formuleerden.

Er is een aantal redenen om je te verwonderen over een mailtje als dit. Zo bestaat WhatsApp al acht jaar, en voor veel studenten – het zijn nu eenmaal jongeren – zal het al jaren een vertrouwd communicatiemedium zijn. Het is dus niet alsof er plots vaker gebruikt van wordt gemaakt. Dat jongeren tegenwoordig overstappen op services als Snapchat doet daar niks aan af, ongetwijfeld valt dat onder WhatsAppachtig.

Causaliteit

Maar veel interessanter nog is het taalkundige perspectief. De docenten gaan uit van een causaal verband waar gebruik van WhatsAppachtige apps van invloed is op het taalgebruik in e-mail. Ik heb twee belangrijke bezwaren tegen die redenering.

Ten eerste is het volstrekt onduidelijk hoe WhatsAppachtige omgangsvormen er daadwerkelijk uitzien. Met andere woorden, wat is het probleem dat de docenten aan de kaak willen stellen? Gebruiken de studenten geen volzinnen? Bevatten de mailtjes (te veel) taalfouten? Staan ze vol ongebruikelijke afkortingen? Zijn de mailtjes te kort geformuleerd? Is het taalgebruik te informeel voor een student-docent-relatie? Ik kan alleen maar speculeren, en ik heb de laatste jaren toch redelijk wat mailtjes gehad van studenten. Bovendien weet ik totaal niet of dit kwesties zijn die in WhatsApp voorkomen; ik zie bijna altijd taalkundig juiste volzinnen (tenzij autocorrect vervelend doet).

Mijn tweede probleem is de aanname dat WhatsAppgebruik van invloed is op e-mailgebruik. Het zijn twee totaal verschillende media. Natuurlijk, het zijn beide digitale en geschreven vormen van communicatie, en dus lijkt kruisbestuiving aannemelijk. Maar daarmee wordt nog altijd aangenomen dat studenten hun WhatsApppnormen toepassen op e-mail; en niet zomaar e-mails, op professionele e-mails. Wie zegt dat studenten niet in staat zijn deze vormen van communicatie van elkaar te onderscheiden?

Socialisatie

Ik wil een veel simpelere verklaring voorstellen: socialisatie. Docenten van nu groeiden veelal op in de tijd dat internet en mobiele telefonie in hun kinderschoenen stonden. Sommigen zullen natuurlijk gebruik hebben gemaakt van chatprogramma’s, maar van wat ik me herinner was taalgebruik in het begin nog vrij normatief. Dat wil zeggen, het taalgebruik in chat verschilde weinig van dat van alledaagse interactie: je paste gewoon de aangeleerde normen toe. Bovendien was voor deze generatie – ja, zelfs voor mij – e-mail een vervanging van analoge post, de handgeschreven of getypte brief.

Vergelijk dat met de studenten van nu. Ze zijn veelal geboren eind jaren negentig en dus opgegroeid in een wereld waarin mobiele telefonie en snel internet doodnormaal waren geworden. Ze hebben e-mail en andere digitale communicatiemiddelen leren gebruiken als simpele en toegankelijke media. Met andere woorden, de professionele normen die de docenten verwachten hebben ze misschien gewoon nooit geleerd. Er is een kruisbestuiving tussen WhatsApp en e-mail, maar gewoon een ander perspectief.

MSN

Ik durf te wedden dat de meeste, zo niet alle studenten wel snappen dat je een e-mail naar een docent, werkgever, collega, of manager anders opstelt dan een WhatsAppberichtje naar je vriendengroep. Maar als je niet weet hoe anders moet, dan wordt het lastig om het goed te doen. En als je docenten vervolgens zeggen dat je het niet goed doet, maar niet uitleggen waarom, dan leer je er ook niets van.

Om te spreken uit eigen ervaring. Toen ik op de middelbare school zat was MSN – wie kent het nog – enorm populair, net als sms. En het taalgebruik op die media was totaal anders dan andere vormen van geschreven communicatie. In sms’jes moest je kort zijn, want je had maar 140 tekens. Dus gebruikten we allerlei afkortingen. Zo werd ook leetspeak, or 1337speak, populair: je verving letters en woorden door getallen. Het resulteerde in woorden als lol¸ff w88, idd (inderdaad), etc. Er was in die tijd ook angst dat door ons MSN- en sms-gebruik we niet meer konden schrijven, maar volgens mij is daar nooit enig bewijs voor gevonden.

Onderwijs

Voor we dus weer een nieuwe generatie schuldgevoelens gaan aanpraten en nieuwe media vervloeken voor de taalverloedering die ze veroorzaken – je zou het ook taalverrijking kunnen noemen – moeten we misschien eerst eens onderzoeken welke omgangsvormen studenten schenden en waarom ze dat doen. Misschien is het al genoeg om ze uit te leggen wat die omgangsvormen zijn, en dan zijn we met een lesje klaar. Zeker nu kinderen standaard opgroeien in een digitale omgeving, is het geen gek idee om daar maar vroeg mee te beginnen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: columns Lucas Seuren, online taalgebruik, taalbeheersing, taalgebruik

Lees Interacties

Reacties

  1. Willem van Doorn zegt

    9 maart 2017 om 14:58

    Waarom heb je het de docent niet gevraagd?

    Beantwoorden
    • Lucas Seuren zegt

      9 maart 2017 om 20:19

      Terechte vraag. Twee redenen. Aan de ene kant omdat ik het perspectief van de student wilde hanteren, en die moet het in eerste instantie doen met de mail zoals ik die heb gezien. En daarnaast was het waarom niet heel relevant. Of het nu gaat om taalgebruik of aanhef/afsluiting – waarom krijg ik nooit dergelijke informele mailtjes van studenten? – er is geen reden om aan te nemen dat studenten dit doen omdat ze het zo in WhatsApp/sms/Snapchat/Facebook/Instagram doen. Sterker nog, als aanhef/afsluiting het probleem is, dan maakt dat WhatsApp eerder onwaarschijnlijker, want daar gebruik je nooit aanhef/afsluiting.

      Om nog maar eens anecdoctisch te worden (N=1, altijd slecht bewijs). Ik ben veelal veel te formeel in mijn academische e-mails; als ik iemand niet ken, dan zeg ik Mr/Dr [achternaam], maar dat lijkt bijna niemand te doen. Het is alleen de norm die ik heb geleerd, en ik kan het moeilijk loslaten. Vijftien jaar aan nieuwe media heeft daar weinig aan kunnen veranderen.

      Beantwoorden
  2. F. Huygen zegt

    9 maart 2017 om 16:16

    Ik vermoed eigenlijk dat de docent met ‘whats-app-achtige omgangsvormen’ niet zozeer doelt op het taalgebruik, als wel op het ontbreken van aanhef en afsluiting, zoals gebruikelijk in WhatsApp. Of als ze er wel staan, dan in de trant van “Hoi Piet, […] groetjes Joris”.
    Naar ik heb begrepen krijgen docenten vaak dit soort mailtjes van hun studenten, en veel van hen storen zich daaraan.

    Beantwoorden
  3. Wilhelm Deussen zegt

    10 maart 2017 om 10:19

    “Ik kan alleen maar speculeren, en ik heb de laatste jaren toch redelijk wat mailtjes gehad van studenten. Bovendien weet ik totaal niet of dit kwesties zijn die in WhatsApp voorkomen; ik zie bijna altijd taalkundig juiste volzinnen”.

    Meneer Seuren, volgens uw cv op internet bent u verbonden aan een letterenfaculteit en houdt u zich bezig met taal en sociale interactie – uw studenten dus waarschijnlijk ook. Het lijkt mij dus niet alleen onwaarschijnlijk, maar zelfs uitgesloten dat de berichten van uw studenten representatief zijn voor die van de gehele studentenpopulatie. U had inderdaad de auteur van het oorspronkelijke bericht moeten bevragen, want uw eigen ervaring is in dit geval niet relevant.

    Beantwoorden
  4. John Marrakech zegt

    10 maart 2017 om 17:56

    Even off topic, met permissie hopelijk. De constructie “Het is dus niet alsof er plots vaker gebruikt van wordt gemaakt” lijkt me een vorm van taalvernieuwing onder invloed van het Engels (It’s not as if …”). Ik denk dat zo’n vijftien jaar geleden nog bijna iedereen hier “Het is dus niet zo dat er plots vaker gebruik van wordt gemaakt” zou hebben geschreven.

    Beantwoorden
    • Lucas Seuren zegt

      10 maart 2017 om 19:11

      Grappig, dat zou me nooit op zijn gevallen. Al merk ik wel dat sinds ik in de VS woon ik steeds vaker de neiging heb om Engelse constructies in het Nederlands toe te passen, dus er valt zeker wat voor te zeggen.

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Het Spaansch en ’t Fransch

Maar weg met u, ô spraak van bastertklanken,
Waarin hyeen en valsche schakals janken;
Verloochnares van afkomst en geslacht,
Gevormd voor spot die met de waarheid lacht

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IN DROOM

In een bladstille droom
hoorde ik kreunen op de weg.
Mijn vader sprong op
uit zijn stoel bij het raam –
wij waakten die nacht –,
snelde de tuin door, ik ook.

Het licht van de maan
omrandde met scherpe glanzen
boomstronken, een wagenschot,
de struiken, ieder blad.
Ik zelf lag daar in het donker
in de regen languit op het pad.

Bron: Tirade, november-december 1959

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

23 mei 2025: Nijmegen taalhoofdstad

16 mei 2025

➔ Lees meer
26 mei 2025: Nederlands Centraal

26 mei 2025: Nederlands Centraal

7 mei 2025

➔ Lees meer
9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

7 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1891 Jef Leenen
sterfdag
1940 Jacob Hiegentlich
1947 Jacobus Heinsius
2022 Thijs Pollmann
➔ Neerlandicikalender

Media

Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

12 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d